GAIA 09-05-2018: Geen opmerkingen

Adverteerder / Annonceur: GAIA

Product-Dienst / Produit-Service: Campagne tegen de castratie van biggen

Media / Média: Radio

 

Beschrijving van de reclame / Description de la publicité

De radiospot laat twee mannen met hoge stemmen aan het woord met op de achtergrond gekrijs van varkens:
Man 1: “Goeiendag, wij zijn de wrede boeren.”
Man 2: “Ja, wij snijden de balletjes af van biggen.”
Man 1: “Met een meske.”
Man 2: “Zonder verdoving eh, tjakaa.”
Man 1: “Hoor dat varken ne keer tieren, godverdomme.”
Man 2: “Wacht, ne keer efkes die klootjes eruit knijpen. Hier se.”
Man 1: “Daar se. Wij snappen niet dat dat zeer doet.”
Man 2: “Zelf hebben wij geen balletjes.”
Man 1: “We zeggen al 15 jaar dat we er gaan mee stoppen, maar ja.”
Man 2: “Zolang dat de politiek ons dat niet verbiedt blijven wij gewoon balletjes afsteken. Simpel.”
Man 1: “Simpel.”
VO: “Teken de petitie tegen de pijnlijke castratie van biggen. Ga naar gaia.be.”

Klacht(en) / Plainte(s)

Volgens de klager is de spot denigrerend voor landbouwers in het algemeen en respectloos voor varkenshouders in het bijzonder, des te meer voor varkenshouders die niet meer onverdoofd castreren. Hij krijgt vele klachten en negatieve opmerkingen binnen van verontwaardigde en gechoqueerde varkenshouders en landbouwers in het algemeen. Zowel de spot in het algemeen als het gebruik van de hoge stemmetjes en “wij hebben zelf geen balletjes” wordt als zeer kwetsend ervaren.

Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques

De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.

De Jury heeft deze reclame onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen.

De Jury heeft vooreerst benadrukt dat ze zich beperkt tot het onderzoek van de inhoud van de reclame, zonder zich te buigen over het debat met betrekking tot de castratie van biggen, dat niet tot haar bevoegdheid behoort.

De Jury heeft genoteerd dat de reclame door de adverteerder wordt uitgezonden in het kader van zijn strijd tegen de pijnlijke castratie van biggen en met name zowel de Vlaamse politici en regering als de publieke opinie wil sensibiliseren in dit verband. De Jury is van mening dat de boodschap die de adverteerder aldus wil communiceren duidelijk blijkt uit de spot. De Jury is eveneens van mening dat het concept en de geluidsband van de spot een rechtstreeks verband vertonen met de over te brengen boodschap en het nagestreefde doel van de campagne en in verhouding zijn met het nagestreefde doel van sensibilisering van de adverteerder.

De Jury is derhalve van oordeel dat de spot in kwestie niet in strijd is met punten 1 tot 5 van de JEP-Regels inzake niet-commerciële reclame.

Wat bovendien het concept zelf van de spot betreft, is de Jury van mening dat het gebruik van de hoge (castraten)stemmetjes en de verwijzing naar het zelf niet hebben van balletjes op zo’n karikaturale en overdreven manier wordt voorgesteld dat de gemiddelde consument deze niet letterlijk zal nemen. De Jury is eveneens van mening dat één en ander als basis dient voor de hoofdboodschap die de adverteerder wil overbrengen, namelijk een communicatie tegen de pijnlijke castratie van biggen, zonder dat het daarom echter, vanuit het standpunt van de gemiddelde consument, over een communicatie tegen de landbouwers of varkenshouders in het algemeen zou gaan.

In deze context is de Jury derhalve van oordeel dat de reclame geen categorie van personen denigreert en evenmin in strijd is met de JEP-Regels inzake de afbeelding van de mens of met punt 6 van de JEP-Regels inzake niet-commerciële reclame.

Ten slotte is de Jury, op basis van wat voorafgaat, eveneens van oordeel dat de radiospot niet getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.

Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.

Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.

andere beslissingen