UNILEVER – 05/03/2008

Beschrijving van de reclame

De TV-spot toont het product in kwestie. Daarna worden verschillende groenten in beeld gebracht die uit het product te voorschijn komen.
Vrouwenstem : “Geniet van heerlijk verse groenten. Ontdek de beste kwaliteit Knorr-soepen dankzij onze versheidszak.”
Het product wordt opnieuw in beeld gebracht. Vrouwenstem: “Knorr soepen.” Vrouwenstem + tekst: “Start iets goeds.”

Motivering van de klacht(en)

In deze reclame wordt gezegd: “…geniet van heerlijk verse groenten”. De klager vraagt zich af in welke mate de groenten die verwerkt worden in deze versheidszakken echt vers zijn. Gaan de groenten er vers in en hoe vers kunnen ze eruit komen indien deze soepen een houdbaarheidsdatum hebben van bijna een jaar en niet eens in de frigo staan?

Standpunt van de adverteerder

De adverteerder stelde verwonderd te zijn thans een dergelijke klacht te ontvangen, aangezien hij deze TV-spot al vanaf 17 september 2007 op de televisie uitzendt. Hij heeft als volgt gereageerd:
Direct na het oogstmoment – meestal wordt er een keer per jaar geoogst – worden de groenten naar een zogenaamd tussenstation gebracht, alwaar de groenten eerst worden gewassen en vervolgens direct worden ingevroren. In bevroren toestand worden de groenten vanaf het tussenstation naar de fabriek gebracht, alwaar zij in bevroren toestand aan de soep worden toegevoegd. Nadat de soep geproduceerd is, wordt zij ofwel gesteriliseerd ofwel gepasteuriseerd, teneinde te voorkomen dat de soep aan bederf onderhevig is. Op deze wijze is de soep lang houdbaar.
Op het moment dat de groenten aan de soep worden toegevoegd, zijn de groenten vers, en dat is precies wat de adverteerder in deze TV-spot aan de consument wil duidelijk maken.
De adverteerder is dan ook van mening dat een consument voldoende onderscheidingsvermogen heeft om deze communicatie juist te interpreteren, hetgeen tevens blijkt uit het feit dat er, naast deze klacht, in al die maanden dat de TV-spot op de televisie is uitgezonden, geen enkele andere klacht de adverteerder bereikt heeft.

Jurybeslissing

De Jury heeft opgemerkt dat in de spot verse groenten worden getoond, gevolgd door de volgende bewering “ … geniet van heerlijk verse groenten…”.
Op basis van art. 2 van de Fevia code en art. 8 ICC code, heeft de Jury de adverteerder verzocht om objectieve bewijsvoering over te maken die staaft dat deze Knorr soep evenwaardig is aan verse soep, met andere woorden dezelfde nutritionele waarde heeft als verse soep. Zij heeft de adverteerder verzocht om in het bevestigende geval tevens duidelijk te willen preciseren of er daarvoor al dan niet toevoegsels aan werden toegevoegd.

De adverteerder stelde dat de klager in de oorspronkelijke klacht zich alleen maar afvroeg of de groenten, die verwerkt worden in de versheidszakken echt wel vers zijn. Daarop meende hij een adequaat antwoord te hebben gegeven door het proces te vermelden waaronder de verse groenten in de soep komen, en vervolgens in de soepzakken.

De adverteerder is van mening dat de Jury zelfstandig deze klacht heeft uitgebreid door objectieve bewijsvoering te verlangen, die staaft dat de Knorr soep evenwaardig is aan verse soep, met andere woorden dezelfde nutritionele waarde heeft als verse soep. De adverteerder stelde zich te verzetten tegen deze uitbreiding van de klacht, maar deelde op vrijwillige basis de volgende informatie mee: hij doet regelmatig onderzoek naar de prestaties van zijn producten ten opzichte van andere producten en voor Knorr heeft hij nog niet zo lang geleden ook een onderzoek gedaan naar de verhouding van zijn Knorr soepen ten opzichte van “huisgemaakte” soepen. Uit dit onderzoek is gebleken, dat de nutritionele waarde van Knorr gelijk is aan de “huisgemaakte” soepen. Aan de Knorr soepen worden toevoegsels toegevoegd, zoals op de verpakking vermeld is.

De adverteerder blijft van mening, dat de oorspronkelijke klacht ongegrond dient te worden verklaard, en dat hij, op basis van interne resultaten ook de uitgebreide klacht voldoende weersproken heeft. De uitgebreide klacht dient naar zijn mening eveneens ongegrond te worden verklaard.

Vooreerst heeft de Jury verduidelijkt dat de gevraagde informatie wel degelijk kadert binnen de klacht. Anderzijds heeft zij de adverteerder geïnformeerd over het feit dat art. 9 van het JEP reglement uitdrukkelijk voorziet dat de Jury gemachtigd is om naast de elementen die opgeworpen worden in de klacht, ook andere ethische en/of wettelijke aspecten van de reclameboodschap in kwestie te onderzoeken.

De Jury heeft nota genomen van het feit dat de groenten direct na de oogst naar een tussenstation worden gebracht, waar ze gewassen en vervolgens direct ingevroren worden en dat zij in bevroren toestand aan de soep worden toegevoegd en dat er vervolgens een proces van sterilisatie of pasteurisatie plaatsvindt om bederf te voorkomen. Tenslotte komt de soep terecht in de versheidszakken.

De Jury is van oordeel dat de bewoordingen in de Nederlandstalige spot “geniet van de heerlijk verse groenten” te absoluut gesteld is, daar de groenten in kwestie reeds een proces/verwerking hebben ondergaan en derhalve niet meer kunnen gekwalificeerd worden als “vers”. De Jury is van oordeel dat deze formulering van aard is om de consument te misleiden, hetgeen strijdig is met art. 94/6 §1 zoals ingevoegd door de wet van 5 juni 2007 tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, alsook met art 4 van de reclamecode inzake voedingsmiddelen en art. 3 en 5 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel.

De Jury merkt op dat de Franse versie van deze spot “Savourez la fraîcheur des légumes” niet dezelfde draagwijdte heeft als de Nederlandstalige versie.

Gelet op wat voorafgaat, heeft de Jury de adverteerder verzocht de Nederlandstalige versie van deze spot te wijzigen (term “vers” milderen of verwijderen) en in afwachting daarvan deze spot niet meer uit te zenden in België.

De adverteerder heeft beroep ingesteld tegen voorgaande beslissing van de Jury van eerste aanleg.

De adverteerder is van mening, dat van misleiding van de consument in het geheel geen sprake is.

Hij verwees naar een uitspraak van het Hof van Justitie en naar de Europese Richtlijn oneerlijke handelspraktijken om te stellen dat bij de beoordeling van misleiding als referentieconsument dient te worden aangemerkt “de gemiddelde, redelijk geïnformeerde, omzichtig handelende en oplettende consument”.

Deze consument dient als de “maatman” consument te worden beschouwd.

Indien nu deze redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument naar de Tv spot van Knorr kijkt, zal hij of zij zich alleen maar afvragen of de groenten, die gebruikt zijn in de versheidszakken, er vers in gegaan zijn, en deze consument zal zich geenszins afvragen of deze Knorr soep dezelfde nutritionele waarde heeft als verse soep, laat staan, dat hij/zij zich afvraagt of er in overeenstemming is gehandeld met de Fevia code en/of ICC code.

Zoals reeds in eerste aanleg gesteld, zijn de groenten direct van het land, na gewassen te zijn, diepgevroren en in bevroren toestand aan de soep van Knorr toegevoegd.

De gemiddelde consument zal door de bewoordingen “geniet van heerlijke verse groenten” niet misleid worden.

Het feit dat een gedepersonaliseerde klager zich afvraagt of de groenten die verwerkt worden in deze versheidszakken echt wel vers zijn, betekent zijn inziens niet, dat de gemiddelde consument door deze TV spot van Knorr misleid is.

De adverteerder is derhalve van mening, dat de klacht alsnog ongegrond dient te worden verklaard, aangezien er van misleiding geen sprake is.

Vooreerst heeft de Jury van hoger beroep vastgesteld dat voldaan is aan de ontvankelijkheidvoorwaarden.

Wat de grond betreft, heeft de Jury in hoger beroep vastgesteld dat de beslissing van de Jury van Eerste Aanleg gebaseerd is op de volgende teksten:

- artikel 94/6, zoals ingevoegd door de wet van 5 juni 2007 tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument,
- artikel 4 van de Reclamecode voor de voedingsmiddelen,
- artikel 3 en 5 van de IKK Code.

De Jury van hoger beroep heeft vastgesteld dat de bovengenoemde wet van 5 juni 2007 tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken, ondermeer de bepalingen omzet van de Richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt. De Jury is bijgevolg van oordeel dat de term ‘gemiddelde consument’ dient beoordeeld te worden op basis van deze wet van 5 juni 2007, die zich beperkt tot het definiëren van de consument als zijnde « iedere natuurlijke persoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten of diensten verwerft of gebruikt ».

Anderzijds heeft de Jury van hoger beroep vastgesteld dat de beslissing in eerste aanleg eveneens gebaseerd was op artikel 3 en 5 van de IKK Code die de consument als volgt beschrijft: « any person who can reasonably be expected to be affected by a marketing communication, whether as an individual or as a trade customer or user ».

De beslissing in eerste aanleg verwijst tevens naar artikel 4 van de Reclamecode voor de voedingsmiddelen, die geen omschrijving geeft van de term “consument”.

Rekening houdend met wat voorafgaat en op basis van artikel 1 van haar reglement is de Jury van oordeel dat zij als taak heeft om, rekening houdend met hun mogelijke invloed op het publiek, de commerciële en niet-commerciële reclameboodschappen te onderzoeken op hun conformiteit « met de wettelijke en/of ethische bepalingen, met het oog op de bescherming van het publiek/de consument ».

Anderzijds is de Jury van oordeel dat de formulering in de Nederlandstalige spot « geniet van de heerlijk verse groenten » te absoluut gesteld is, in die zin dat deze groenten reeds een proces/verwerking hebben ondergaan en derhalve ook niet meer als « vers » kunnen gekwalificeerd worden.

De Jury heeft de aandacht van de adverteerder gevestigd op het feit dat er in een document uitgaande van het Foods Standards Agency (“criteria for the use of the terms fresh, pure, natural etc. in food “labelling”) dezelfde redenering wordt op na gehouden:
- 18. The term can also be helpful when used to identify products that have not been processed. In these cases it is important to be clear what is meant by processing: excluding the use of chill temperatures and other controlled atmospheres for the delayed ripening and/or extended storage of fruit and vegetables or washing and trimming would seem unnecessarily restrictive.
- 25. The term “fresh” is now used generically to indicate that fruit and vegetables have not been processed, rather than that they have been recently harvested. This is acceptable provided it is not used in such a way as to imply the product has been recently harvested (e.g. “fresh from the farm”; “freshly picked”) if this is not the case.
- 26. The term “fresh” may be used to describe fruit and vegetables that have been washed and/or trimmed, provided the fact they have been washed and/or trimmed is also indicated.

Rekening houdend met wat voorafgaat, beschouwt de Jury de formulering van de Nederlandstalige spot « geniet van de heerlijk verse groenten » misleidend voor de consument, wat in strijd is met artikel 94/6 zoals ingevoerd door de wet van 5 juni 2007 tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken, artikel 4 van de Reclamecode voor de voedingsmiddelen en artikel 3 en 5 van de IKK Code.

De Jury van hoger beroep is bijgevolg van oordeel dat zijn verzoek tot hoger beroep niet gegrond verklaard kan worden.

De beslissing van de Jury van eerste aanleg van 4 januari 2008 wordt dus gehandhaafd. Deze beslissing van de Jury van hoger beroep is definitief.

Adverteerder: UNILEVER
Product/Dienst: Knorr
Media: TV
Onderzoekscriteria: Eerlijkheid, Waarachtigheid
Initiatief: Consument
Categorie: Voedingsmiddelen
Datum afsluiting:  05/03/2008