De digitale bewegende affiche bevat bovenaan de tekst “En als we naar de cijfers kijken?” en onderaan het logo van de adverteerder en de woorden “Kerntechnologie. Essentieel.”.
Tussenin staat links een rood vak met de tekst “% van de totale CO2-uitstoot” en rechts een blauw vak met de tekst “% van de totale elektriciteitsproductie” met tussen beide vakken het woord “kernenergie” en een pictogram van een kerncentrale.
Op het beginscherm wordt aan beide kanten een percentage van 0% weergegeven. Geleidelijk aan wordt het percentage verhoogd tot respectievelijk 6% en 65%. Terzelfdertijd worden de respectievelijk rode en blauwe balken onderaan proportioneel uitgebreid.
Onderaan in het blauwe vak staat de volgende tekst vermeld in kleinere letters: “De andere energiebronnen vertegenwoordigen de overblijvende percentages Bronnen: ELIA (gemiddelde waarden september 2017) en IPCC”.
Volgens de klager gebruikt de adverteerder incorrecte en misleidende cijfers in zijn campagne ter promotie van kernenergie, meer specifiek over het aandeel in onze elektriciteitsproductie dat van kernenergie afkomstig is. Op de affiche is dat 65% (in grote letters), wat gebaseerd is op de elektriciteitsproductie in de maand september 2017 (piepkleine letters op de affiche), terwijl de officiële cijfers van de CREG bewijzen dat dit cijfer veel lager ligt in de voorbije jaren door inactieve centrales. De voorbije jaren gemiddeld 54%, de voorbije 3 jaar gemiddeld 53%, in 2015 was het aandeel 45%.
Volgens hem gaat het om een bewust gebruik van een niet-representatief cijfer om het aandeel van kernenergie in onze elektriciteitsproductie te overschatten. Dit is misleidende reclame: onaanvaardbaar en een oneerlijke bijdrage aan het levensbelangrijke debat over de energietransitie.
De adverteerder bracht in herinnering dat het “Belgisch Nucleair Forum” een vereniging is die in februari 1972 werd opgericht en sindsdien het merendeel van de ondernemingen en instellingen die actief zijn in de verschillende toepassingen van kerntechnologie verenigt.
Een van zijn objectieven is aan het publiek bekend te maken dat kernenergie een bijzonder lage CO2-uitstoot heeft en derhalve een belangrijke rol kan spelen in het verminderen van het broeikaseffect. Dergelijke informatie is reeds lang op zijn website beschikbaar.
In augustus 2017 is hij gestart met een tool op zijn website waarbij dagelijks cijfers over CO2-uitstoot van verschillende energiebronnen en hun aandeel in de totale elektriciteitsproductie vergeleken worden.
De bedoeling van deze tool is om het publiek te informeren aan de hand van de meest objectieve en actuele cijfers, wat de werkelijke (i.e. bijna "real-time") CO2-uitstoot van kernenergie vertegenwoordigt. Daaruit blijkt dat deze te allen tijde bijzonder laag is.
Op de website worden aan de hand van deze tool zowel cijfers per dag (i.e. verkregen van de dag voordien), als maandelijkse gemiddelden en lange termijn projecties vertoond, telkens met duidelijke verwijzing naar de betrokken periode en de geraadpleegde informatiebronnen.
Wat de klacht tegen de digitale bewegende affiche in kwestie betreft, bevestigde de adverteerder vooreerst dat de in de reclameboodschap gehanteerde cijfers correct zijn. Deze zijn gebaseerd op twee officiële bronnen:
• ELIA (uitbater van het Belgische elektriciteitsnet): voor de berekening van het aandeel van de verschillende energiebronnen;
• IPCC (International Panel for Climate Change): voor de berekening van de CO2-uitstoot van de verschillende energiebronnen.
Een combinatie van de ELIA-cijfers en de IPCC-waarden geeft de respectieve cijfers voor de CO2-uitstoot van de verschillende energiebronnen in België.
Hij haalde tevens aan dat in de reclameboodschap duidelijk wordt vermeld dat de cijfers enkel betrekking hebben op een gemiddelde van de maand september 2017. Deze boodschap, die op aanzienlijke reclamepanelen werd weergegeven (meer bepaald met een reële grootte van 2 à 3 centimeter), was duidelijk leesbaar voor reizigers in de treinstations en werd ook heel duidelijk door de klager begrepen.
De bewering van de klager dat er in het verleden een lager gemiddeld jaarpercentage zou zijn geweest doet hieraan geen afbreuk. Vooreerst wordt in de klacht zelf gewag gemaakt van de reden voor deze lagere cijfers, met name inactieve centrales, die door externe omstandigheden tot een lager resultaat hebben geleid. Dit zijn uiteraard geen “normale omstandigheden” op basis waarvan een objectief beeld kan geschetst worden aan de gemiddelde consument. De door klager aangehaalde cijfers zijn daarom op zich reeds niet-representatief. Bovendien gaat de redenering van de anonieme klager voorbij aan het doel van de affiches, met name: de consument informatie geven over de bijzonder lage CO2-uitstoot van kernenergie, op basis van de meest actuele informatie. Aangezien de gelaakte affiche in oktober 2017 werd gebruikt, was op dat moment het meest recente volledige maandcijfer dat van september 2017. Dit waren bijgevolg de meest actuele cijfers. Op geen enkel moment wordt beweerd, of geïnsinueerd, dat het om jaarcijfers zou gaan.
De adverteerder is derhalve van mening dat de communicatie de gemiddelde consument niet misleidt.
De Jury heeft kennisgenomen van de digitale bewegende affiche in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
De Jury heeft zich beperkt tot het onderzoeken van de inhoud van de betrokken reclame, zonder zich te buigen over het maatschappelijk debat over kernenergie dat buiten haar bevoegdheid valt.
Zij heeft met name vastgesteld dat de affiche op het eindscherm links een rood vak met de tekst “6% van de totale CO2-uitstoot” en rechts een blauw vak met de tekst “65% van de totale elektriciteitsproductie” toont, waarbij doorlopend onderaan in het blauwe vak de volgende tekst vermeld staat in kleinere letters: “De andere energiebronnen vertegenwoordigen de overblijvende percentages. Bronnen: ELIA (gemiddelde waarden september 2017) en IPCC”.
De Jury heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat de op de affiche gebruikte gemiddelde maandcijfers gebaseerd zijn op gegevens van ELIA (beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit) voor de berekening van het aandeel van de verschillende energiebronnen en van het IPCC (International Panel for Climate Change) voor de berekening van de CO2-uitstoot van de verschillende energiebronnen.
Zij is van mening dat het gebruik van dergelijke actuele informatie (cijfers voor september) op een in oktober verspreide affiche op zich niet problematisch is.
Zij is tevens van mening dat de affiche in kwestie voldoende duidelijk melding maakt van de bronnen voor de cijfergegevens en van het feit dat het om gemiddelde cijfers voor de maand september 2017 gaat.
De Jury heeft er bovendien ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat deze affichagecampagne kadert binnen een ruimere informatiecampagne, met onder meer ook een tool die beschikbaar is op de website van de adverteerder en sinds augustus 2017 cijfers per dag en maandelijkse gemiddelden toont, ook wanneer deze wat betreft het aandeel van kernenergie in de verschillende energiebronnen lager liggen dan de op de bestreden affiche getoonde gemiddelde maandcijfers.
Gelet op het voorgaande, is de Jury van oordeel dat de affiche in kwestie niet van aard is om de gemiddelde consument te misleiden op het vlak van de representativiteit van de gehanteerde cijfers.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70