De affiches voor de zomercruises van de adverteerder bevatten een logo dat een witte wolk voorstelt met in het groen de tekst “100% CO2-neutraal*” en daaronder de tekst in kleine letters “*Compensatie van de CO2-uitstoot van de vloot”.
De klaagster deelde mee dat de reclame betrekking heeft op cruises op lijnboten die plaats bieden aan verscheidene duizenden mensen en die beweren 100% CO2-neutraal te zijn. De bouw van dergelijke kolossen en vooral het brandstofverbruik per vaaruur is monsterlijk. Volgens haar is het totaal onwaarschijnlijk om in deze omstandigheden 100% CO2-neutraal te zijn en is dit onaanvaardbare greenwashing.
De adverteerder deelde mee dat hij zich ertoe verbindt de milieu-impact van zijn vloot zowel op zee als aan land tot een minimum te beperken en voortdurend te verminderen door de meest innovatieve mariene en milieutechnologieën in te zetten. Hij heeft zich ertoe verbonden de eerste grote cruisemaatschappij te worden die vanaf 1 januari 2020 koolstofneutraal wordt. Dit betekent dat alle koolstofemissies van zijn schepen worden gecompenseerd via een reeks duurzame projecten. Deze projecten helpen gemeenschappen duurzame oplossingen te ontwikkelen om ontbossing en bodemaantasting tegen te gaan, duurzame landbouwpraktijken uit te breiden en klimaatneutraliteit en hernieuwbare elektriciteit te bevorderen. Zo helpen deze projecten te voorkomen dat kooldioxide in de atmosfeer vrijkomt.
Hij deelde eveneens mee dat hij hiervoor samenwerkt met een wereldvermaarde Zwitserse partner (South Pole) om koolstofkredieten te verwerven en koolstofneutraal te worden en dat deze partner ook de uitstootniveaus van zijn vloot op driemaandelijkse basis zal certificeren.
De adverteerder ziet koolstofcompensatie als een tijdelijke oplossing en een overgangsfase om de kloof tussen zijn verbintenis tot koolstofneutraliteit en de levering van de technologie om die te bereiken voor zijn vloot effectief en zinvol te overbruggen.
Tegelijkertijd is hij vastbesloten te bouwen aan een ‘koolstofvrije’ toekomst door te investeren in de versnelde ontwikkeling van nieuwe energieoplossingen en andere milieutechnologieën van de volgende generatie die hem in staat zullen stellen zijn milieuvoetafdruk, met inbegrip van emissies, via zijn activiteiten geleidelijk te blijven verkleinen. Zolang de technologie echter niet alle antwoorden geeft, zal hij blijven compenseren.
Hij verduidelijkte dat het logo en de daaruit voortvloeiende tekst accuraat zijn en geenszins bedoeld zijn om de consument te misleiden, noch kan het worden omschreven als "greenwashing".
Naar aanleiding van bijkomende vragen van de Jury heeft de adverteerder het volgende gecommuniceerd.
- Met betrekking tot hoe de koolstofuitstoot berekend werd en hoe de compensatie geëvalueerd werd om tot de bewering “100% CO2- neutraal”:
Voor de berekening van de compensaties die nodig zijn om de koolstofvoetafdruk te compenseren door koolstofreductieprojecten te financieren, is de methodologie als volgt. Ten eerste heeft de adverteerder, op basis van de gebudgetteerde brandstofaankopen voor de jaren 2020, 2021 en 2022, een contract met South Pole ondertekend waarin de hoeveelheid koolstofcompensaties die de komende drie jaar nodig zijn, wordt bevestigd (dit is een nauwgezet berekend bedrag, maar gebaseerd op prognoses en ramingen). Om ervoor te zorgen dat er voldoende koolstofkredieten beschikbaar zijn om haar emissies te compenseren, heeft hij bovendien een optie genomen voor nog eens 10% koolstofkredieten om rekening te houden met eventuele verschillen tussen de geraamde en de werkelijke koolstofemissies. In overeenstemming met het contract met South Pole heeft de adverteerder gespecificeerd dat koolstofcompensatie wordt gegenereerd uit de volgende programma's: Voluntary Carbon Standard (VCS) en Gold Standard (GS).
De tweede fase van de methodologie betreft de zogenaamde "reële" compensatie: binnen twee maanden na het begin van elk kalenderjaar worden de werkelijke koolstofemissies voor het jaar in kwestie bevestigd op basis van de werkelijk verbruikte brandstof binnen de MSC-vloot en met behulp van de door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) goedgekeurde conversiefactoren voor koolstofemissies. In dit stadium, en wanneer de volledige gegevens voor het jaar beschikbaar zijn, zal de adverteerder vervolgens verzoeken om definitieve "afboeking" van de aangekochte gecontracteerde credits ("afboeking" van een koolstofkrediet betekent dat het, zodra het is aangekocht, definitief van de markt wordt gehaald en niet langer kan worden verhandeld).
De leverings- en betalingsschema's voor de koolstofkredieten voor elk kwartaal, alsook de mogelijkheid om extra compensaties te gebruiken (de hierboven vermelde 10%), zorgen ervoor dat er geen tekort is aan contractueel gereserveerde kredieten. Bovendien kunnen eventuele overtollige kredieten op de registerrekening blijven staan tot de volgende jaarlijkse afboekingsperiode.
Tot slot verklaarde de adverteerder dat elke gram CO2 die door zijn schepen wordt uitgestoten, wordt gemeten, berekend en met terugwerkende kracht wordt gecompenseerd met de verwachte/geraamde hoeveelheid. De compensaties worden per kwartaal betaald en aan het eind van elk jaar wordt een vergelijking gemaakt tussen de verwachte/geraamde emissies en de werkelijke emissies: afhankelijk van de resultaten van deze vergelijking wordt meer of minder gecompenseerd afhankelijk van de behoeften.
- In verband met het feit dat de claim reeds zou kunnen worden gebruikt ingeval de emissieniveaus nog niet zijn gecertificeerd en/of gecompenseerd:
Aangezien CO2-compensatie een complexe aangelegenheid is en een hoog kennisniveau vereist met betrekking tot het principe van duurzaamheid, heeft de adverteerder lang nagedacht over hoe dit het beste op een duidelijke en precieze manier kan worden gecommuniceerd, aangezien hij ervan overtuigd is dat zijn klanten en het publiek het recht hebben te weten dat hij zich inzet voor CO2-compensatie en er meer over te weten te komen.
- Ten slotte, wat betreft de feitelijke visualisering van de claim "100% CO2-neutraal" in de vorm van een logo:
Na diverse onderzoeken te hebben verricht, is de adverteerder van mening dat een symbool de beste manier is om zijn claim doeltreffend over te brengen. Het doel van het logo is de boodschap/informatie op consistente wijze te delen en te verspreiden over verschillende communicatiepunten en zo de aandacht erop te vestigen. Zoals vele andere bedrijven gebruikt de adverteerder verschillende logo's om de aangeboden diensten/producten/initiatieven op een eenvoudige manier te visualiseren, zoals "gezinsvriendelijk", "gastronomisch", "onderhoudend" en nu ook "koolstofneutraal" door compensatie. Dit is geen certificaat, maar een eenvoudige en doeltreffende visuele manier om de boodschap over te brengen.
De Jury heeft kennisgenomen van de affiches met een logo dat een witte wolk voorstelt met in het groen de tekst “100% CO2-neutraal*” en daaronder de tekst in kleine letters “*Compensatie van de CO2-uitstoot van de vloot” en van de klacht die hierop betrekking heeft.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder, heeft de Jury nota genomen van het feit dat deze de koolstofuitstoot voor zijn maritieme activiteiten probeert te neutraliseren.
Enerzijds investeert hij in nieuwe technologieën en energieoplossingen om op progressieve wijze zijn ecologische voetafdruk te verminderen.
Anderzijds beoogt een partnerschap met South Pole (een adviesbureau voor koolstoffinanciering) de koolstofemissies van zijn schepen te compenseren door koolstofemissiereductieprojecten te financieren. Hij heeft met name informatie verstrekt over de door deze partner toegepaste methode voor de berekening van zijn koolstofemissies, over de omrekeningsfactoren van de Internationale Maritieme Organisatie en over de verwerving en intrekking van koolstofemissiekredieten.
De Jury heeft ook kennisgenomen van de informatie op de website van de adverteerder waarnaar deze laatste verwijst en die de hogervermelde investeringen en compensaties deels vermelden.
Dienaangaande verwijst de Jury naar artikel D1 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC-Code) die bepaalt dat “(...) algemene milieuclaims moeten genuanceerd of vermeden worden. In het bijzonder mogen claims zoals (...) “koolstofarm” of elke andere claim die impliceert dat een product geen of een uitsluitend positieve impact heeft op het milieu, niet ongenuanceerd gebruikt worden tenzij sterke bewijzen voorhanden zijn.” en dat “Nuanceringen moeten duidelijk zijn, in het oog springen en makkelijk te begrijpen vallen; de nuancering moet dicht bij de claim staan die genuanceerd wordt, zodat ze zeker samen gelezen worden. In sommige omstandigheden kan het gepast zijn om een nuancering te gebruiken die de consument doorverwijst naar een website waar nauwkeurige bijkomende informatie te vinden is.”.
Volgens de Jury is de loutere vermelding van de startpagina van de website van de adverteerder op de affiche is geen duidelijke uitnodiging aan de consument om nauwkeurige informatie te raadplegen op de website voor wat betreft de bewering “100% CO2-neutraal*” en “*Compensatie van de CO2-uitstoot van de vloot”.
Wat het communiceren zelf van de reductie van zijn milieu-impact door de adverteerder betreft, is de Jury vooreerst van mening dat de adverteerder aan zijn klanten en het publiek kan communiceren over zijn verbintenis tot CO2-compensatie.
Zij is echter van oordeel dat de visualisatie van dit engagement via het gebruikte logo op de affiches en de absolute formulering van de algemene bewering “100% CO2-neutraal” van aard zijn om de gemiddelde consument te kunnen misleiden in dit verband, wat strijdig is met artikels 3 en 7 van de Milieureclamecode en artikel D1 van de ICC Code.
Aangezien milieu-effecten afhangen van een veelheid van criteria, zal een algemene bewering dat het milieu baat heeft bij één enkel criterium waarschijnlijk misleidend zijn. Ondanks de verduidelijking, via de asterisk, dat de claim verwijst naar koolstofcompensaties en vlootemissies, en zoals blijkt uit de klacht die niet alleen verwijst naar brandstofverbruik maar ook naar de bouw van de schepen in kwestie, is de Jury van mening dat de gemiddelde consument het logo waarschijnlijk zal interpreteren zoals de klager doet, d.w.z. zonder op te merken dat de koolstofemissies waarnaar wordt verwezen alleen die zijn die voortvloeien uit het toekomstige brandstofverbruik van de vloot van de adverteerder.
De Jury is eveneens van mening dat het gebruik van het door de adverteerder gecreëerde logo bij de consument de suggestie kan wekken dat de milieukenmerken door een onafhankelijke derde partij zijn gecertificeerd. Zij is derhalve van oordeel dat de reclame in kwestie strijdig is met artikel D5 van de ICC Code dat bepaalt dat “Milieutekens of -symbolen mogen enkel gebruikt worden in marketingcommunicatie als de bron van die tekens of symbolen duidelijk vermeld wordt en het onwaarschijnlijk is dat er verwarring ontstaat over de betekenis ervan”.
Rekening houdend met wat voorafgaat en op basis van de voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder verzocht om de reclame te wijzigen en bij gebreke hieraan deze niet meer te verspreiden.
De adverteerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Jury in eerste aanleg.
De adverteerder heeft zijn beroep gemotiveerd door argumenten over de procedure en de grond van de zaak aan te halen.
Wat de procedure betreft, voerde de adverteerder in de eerste plaats aan dat een gedepersonaliseerde klacht zijn rechten van verdediging schendt en dat de Jury in haar beslissing niet had gemotiveerd dat de klager aan de ontvankelijkheidscriteria voldeed en dat de klacht bijgevolg ontvankelijk zou zijn. Er wordt niet aangetoond dat deze persoon geïnteresseerd is in reizen of zelfs in cruises. Bij het lezen van de inhoud en de toon van de klacht lijkt de klaagster haar klacht voornamelijk te richten tegen cruises in het algemeen op een subjectieve manier en zonder ernstige onderbouwing.
Hij haalde ook aan dat de beslissing onvoldoende gemotiveerd werd aangezien ze enkel gebaseerd is op artikels 3 en 7 van de Milieureclamecoden en de artikels D1 en D5 van de ICC-Code (“soft law”) en geen enkele inbreuk vermeldt op een Belgische wettelijk bindende bepaling.
Wat de grond van de zaak betreft, betwist de adverteerder dat het logo “100% CO2-neutraal”: (i) van aard is om de gemiddelde consument te misleiden en (ii) aan de consument zou kunnen suggereren dat de milieukenmerken gecertificieerd zijn door een onafhankelijke derde.
Een van zijn prioriteiten is het neutraliseren van zijn koolstofemissies voor zijn maritieme activiteiten. Hij is het eerste bedrijf dat dit op zo'n drastische manier doet. Om dit te bereiken, investeert hij zwaar in nieuwe technologieën en energieoplossingen om zijn ecologische voetafdruk geleidelijk te verkleinen. Hij heeft zich ertoe verbonden de eerste grote cruisemaatschappij te worden die vanaf 1 januari 2020 koolstofneutraal wordt. Hij werkt ook samen met South Pole om de koolstofuitstoot van zijn schepen te compenseren door koolstofreductieprojecten te financieren (via koolstofkredieten). Deze "koolstofkredieten" zijn een internationaal erkende manier voor organisaties om hun koolstofuitstoot te beheren. Alle projecten voldoen aan internationaal erkende normen voor emissiereductieprojecten en worden regelmatig gecontroleerd door onafhankelijke derde organisaties zoals het WWF en andere NGO's.
De aankondiging van deze nieuwe campagne werd al gemaakt op 8 november 2019. In een gedetailleerd bericht heeft de adverteerder zijn nieuwe campagne voor een betere koolstofpolitiek voorgesteld. Het volgende werd onder andere gepreciseerd:
“Dit is niet alleen een wereldprimeur voor een technologie die de meest efficiënte belooft te zijn voor krachtige maritieme operaties, maar ook een ander concreet voorbeeld van ons sterke engagement om samen te werken met en steun te verlenen aan de versnelde ontwikkeling van technologieën van de volgende generatie die ons en deze industrie zullen leiden naar emissievrije scheepsoperaties.
Hoewel we erkennen dat zelfs de meest geavanceerde maritieme milieutechnologie van vandaag onvoldoende is om onmiddellijk koolstofneutraliteit te bereiken, zorgt de extra verbintenis die we vandaag aangaan ervoor dat onze vloot vanaf 1 januari 2020 geen negatieve bijdrage zal leveren aan de klimaatverandering. (...)
MSC Cruises zal alle directe uitstoot van koolstofdioxide (CO2) van de maritieme activiteiten van haar vloot compenseren via een reeks koolstofcompensatieprojecten die volgens de hoogste normen zijn ontwikkeld door toonaangevende internationale entiteiten die onmiddellijk actie ondernemen op het gebied van de uitstoot van broeikasgassen. Alle kosten van compensaties en alle andere daarmee verband houdende elementen zullen rechtstreeks en volledig door de onderneming worden gedekt.
Wij zullen samenwerken met de toonaangevende aanbieders van CO2-compensatie die in staat zijn CO2-emissies te compenseren met het hoogste niveau van integriteit. Onze visie is om ook te investeren in projecten die kwantificeerbare voordelen voor de gemeenschap opleveren, het milieu beschermen en de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties ondersteunen.”
Dit toont volgens de adverteerder duidelijk aan dat hij vastberaden is om zijn CO2-uitstoot in de toekomst te verlagen, maar aangezien de huidige technologie hem niet toelaat om volledig CO2-neutraal te zijn, heeft hij ervoor gekozen om zijn CO2-uitstoot te compenseren door projecten die erkend zijn door internationale normen. Hij benadrukt dat deze informatie, en nog andere, voor alle geïnteresseerde partijen beschikbaar zijn op zijn website.
Hij heeft bijgevolg dus te goeder trouw gehandeld en zijn bedoelingen waren geenszins misleidend. Het is dus niet correct dat het logo slechts op één criterium gebaseerd is, zoals de JEP in haar beslissing beweert. Om aan deze internationale normen te voldoen, moet namelijk aan verschillende criteria worden voldaan, waaronder wetenschappelijke criteria. Een gemiddelde consument is in staat te begrijpen wat er effectief bedoeld wordt met “Compensatie van de CO2-uitstoot van de vloot” door de websites van MSC en South Pole te raadplegen. De website van MSC toont ook dat er talrijke andere maatregelen genomen worden om de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden.
De JEP is dan ook ten onrechte van mening dat MSC niet zou specificeren dat dit een toekomstige compensatie is. Integendeel, dit wordt zeer duidelijk uitgelegd op de website en van een gemiddelde, redelijke en geïnformeerde consument kan worden verwacht dat hij deze raadpleegt.
Wat het gebruik van het logo betreft, is er geen risico dat dit bij de consument de indruk wekt dat de milieukenmerken door een onafhankelijke derde partij zijn gecertificeerd.
Het logo is door de adverteerder zelf ontworpen en bevat geen verwijzing naar een certificeringsinstantie. Daarom bestaat er geen gevaar voor verwarring over de betekenis ervan, aangezien het logo alleen "100% CO2-neutraal" vermeldt, zonder enige verdere verwijzing. MSC suggereert geen officiële goedkeuring of certificering door een derde partij, en is derhalve niet in strijd met artikel D5 van de ICC-Code.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat deze praktijk wijdverbreid is onder dienstverleners. Bovendien gebruikt hij vaak logo's om ook een categorie aan te duiden, zonder enige verwijzing naar een certificeringsinstantie.
De adverteerder is dus van mening dat hij artikels 3 en 7 van de Milieureclamecode en artikels D1 en D5 van de ICC-Code niet overtreedt. Hij geeft zeer duidelijk de nodige informatie aan de consumenten over de concrete inhoud van zijn duurzaamheidsdoelen. Bovendien geeft hij niet de indruk, via zijn logo, dat hij samenwerkt met een certificeringsinstantie waarnaar het logo geen enkele verwijzing doet.
Wat de procedure betreft, deelde de klaagster mee dat zij geïnteresseerd zou kunnen zijn in een cruise op dat type boot, dat is ook de reden dat zij de reclame gelezen heeft. Haar klacht was echter niet gericht tegen het principe van een cruise of de reclame voor cruises, maar alleen tegen de vermelding "100% CO2-neutraal". Haar interesse wordt dus enkel gewekt door deze vermelding die volgens haar, op de manier waarop de affiche gepubliceerd is, misleidend is of op zijn minst tot grote verwarring kan leiden bij de lezer, of zelfs de realiteit verdraait van de erg populaire term “100% CO2-neutraal”, waarbij men koste wat kost tracht het geweten van de gemiddelde consument te sussen, of de energiekosten van deze enorme lijnschepen, met inbegrip van hun bouw en exploitatie, te legitimeren. Het feit dat de markt "hyperconcurrentieel en soms vijandig" is, is geen rechtvaardiging voor het produceren van misleidende reclame. Zij meent dat zij daarom inderdaad een "burger is die handelt in het belang van de consument en/of het imago van de reclame".
Wat de grond van de klacht betreft, deelde de klaagster mee dat zij niet is ingegaan op de berekeningen om de beweringen van MSC met betrekking tot koolstofcompensatie te verifiëren. Zij merkt echter op dat in de aankondiging van de campagne van 8/11/2019 sprake is van nieuwe technologiën die zullen zorgen voor “emissievrije scheepsoperaties”. Zij verwacht dat als het logog vermeldt “100% CO2-neutraal” dat dit niet enkel betrekking heeft op de scheepvaartactiviteiten, maar ook op de bouw van schepen. Of anders moet de reikwijdte van het logo worden verduidelijkt.
De Jury in hoger beroep heeft kennisgenomen van de inhoud van de reclame voor MSC Cruises in kwestie en van alle elementen en standpunten die terzake meegedeeld werden in dit dossier.
Met betrekking tot de procedurele argumenten in het verzoekschrift van de adverteerder, houdt de Jury er vooreerst aan te bevestigen dat de klacht wel degelijk beantwoordt aan de in artikel 5 van het Juryreglement gestelde ontvankelijkheidsvereisten, aangezien het gaat om een door een consument met het oog op de verdediging van de consumentenbelangen ingediende klacht die wel degelijk aspecten met betrekking tot de inhoud van de reclame aankaart.
Vervolgens bevestigt de Jury, voor zover nodig gelet op het feit dat zij oordeelt als zelfregulerend orgaan van de reclamesector, dat artikel 1 van het Juryreglement geenszins vereist dat al haar beslissingen steeds gebaseerd zouden zijn zowel op wettelijke bepalingen als op bepalingen van zelfregulerende codes.
Met betrekking tot de argumenten ten gronde van de adverteerder, heeft zij er nota van genomen dat de Jury in eerste aanleg geoordeeld heeft dat de affiches in kwestie, door het gebruik van het logo in de vorm van een witte wolk met in het groen de bewering “100% CO2-neutraal”, de artikels 3 en 7 van de Milieureclamecode en de artikels D1 en D5 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC-Code) schenden.
De Jury in hoger beroep bevestigt dat dit besluit zich opdringt op basis van de verschillende elementen van dit dossier en de volgende redenen.
Naast de inhoudelijke elementen en motieven die reeds door de Jury in eerste aanleg werden weerhouden om tot dit besluit te komen – en die de Jury in hoger beroep zich eigen maakt en hier als hernomen beschouwt –, wenst de Jury in hoger beroep in het bijzonder te benadrukken dat de vraag of de adverteerder al dan niet te goeder trouw is en al dan niet de intentie heeft om te misleiden hier niet aan de orde is, maar dat dient te worden geoordeeld op basis van de perceptie die de affiches van aard zijn te creëren in hoofde van de gemiddelde consument.
Hierbij aansluitend wenst zij ook te verduidelijken dat een negatief oordeel over de affiches in kwestie niet betekent dat de Jury van mening zou zijn dat het de adverteerder op geen enkele wijze zou toekomen om zich te beroepen op de inspanningen die hij inzake milieu levert of in de toekomst beoogt te leveren.
Het voorgaande verhindert echter evenmin dat zij, met de Jury in eerste aanleg, van mening is dat het gebruikte logo een algemene absolute claim bevat, die onvoldoende wordt gekwalificeerd door de disclaimer die bij de asterisk wordt vermeld (“Compensatie van de CO2-uitstoot van de vloot”), te meer daar voor het overige slechts wordt verwezen naar de algemene website van de adverteerder zonder specifiek aan te geven waar de gedetailleerde informatie over het compensatieschema, die aan de Jury werd meegedeeld, zou kunnen worden geraadpleegd.
De Jury in hoger beroep merkt hierbij tevens op dat deze website, waarop de consument klaarblijkelijk geacht werd de benodigde informatie terug te vinden over de specifieke wijze waarop de adverteerder beoogt de CO2-uitstoot van zijn vloot te compenseren, naar de toekomst dan nog, op het moment van de klacht het kwestieuze logo dat op de affiche wordt gebruikt in elk geval niet op in het oog springende en eenvoudig terug te vinden wijze leek te vermelden.
Daarnaast meent zij dat het feit dat de adverteerder in persberichten en folders de draagwijdte van zijn engagementen mogelijk preciezer aangaf in casu niet van aard is om te verhelpen aan de gebreken die de affiches op dit vlak bevatten.
Dat de adverteerder via andere communicatiekanalen ook gebruik maakt van andere eigen logo’s om bijvoorbeeld zijn restaurants, sportinfrastructuur en gezinsactiviteiten aan te duiden, leidt er volgens de Jury evenmin toe dat het kwestieuze logo zoals dat geïsoleerd voorkomt op de affiches niet meer van aard zou kunnen zijn om de gemiddelde consument te misleiden of bij hem de indruk te wekken dat dit logo zelf afkomstig is van een derde certificeerder.
De Jury in hoger beroep is derhalve van oordeel dat de affiches in kwestie indruisen tegen de artikels 3 en 7 van de Milieureclamecode en de artikels D1 en D5 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC-Code).
De Jury in hoger beroep verklaart derhalve het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Jury in eerste aanleg.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de affiches in kwestie te wijzigen of bij gebreke daaraan deze niet meer te verspreiden.
De beslissing van de Jury in hoger beroep is definitief.
De adverteerder heeft bevestigd dat de campagne niet in dezelfde vorm zal worden hernomen.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70