Een advertentie toont verschillende wagens op een kruispunt met 2 zebrapaden. Het voertuig van het merk werd op de voorgrond geplaatst en rijdt over een zebrapad, de andere voertuigen op de achtergrond hebben allen een affiche ‘te koop' op hun venster hangen.
Tekst : “De nieuwe Hyundai Tucson. Nu nog je huidige auto kwijtraken” , waaronder enkele eigenschappen en de prijs worden vermeld. Onderaan : “Maak kennis tijdens de ontdekkingsdagen van 17 tot 27 september”.
De adverteerder liet gelden dat men over een goed observatievermogen moet beschikken om vast te stellen dat de wagen op de achtergrond geparkeerd staat op een voetpad. Hij heeft uitgelegd dat de technische noodwendigheden (beperkte plaats, het aantal voertuigen, …) de shooting geconditioneerd hebben en dat hij niet opzettelijk een voertuig op een voetpad geplaatst heeft. Hij benadrukte dat de Tucson duidelijk in beweging is en dat het niet zijn bedoeling is om bestuurders ertoe aan te zetten zich te parkeren op voetpaden. Hij is van oordeel dat enkel reclameboodschappen die gevaarlijk of ongehoord gedrag aanmoedigen zouden moeten vervolgd worden, wat volgens hem in casu niet het geval is.
De Jury was van oordeel dat deze afbeelding strijdig is met de wegcode en aldus met art. 5 van de Febiac-code. Anderzijds, aangaande de afbeelding van wagens met een affiche “te koop”, heeft de Jury tevens opgemerkt dat deze reclame een situatie toont die in strijd is met art. 25.2 van het KB van 1/12/75 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg dat verbiedt om op de openbare weg voertuigen voor verkoop of verhuring ten toon te stellen. Zij heeft de aandacht van de adverteerder gevestigd op het feit dat iedere reclame in overeenstemming dient te zijn met de toepasselijke wettelijke en zelfdisciplinaire bepalingen. Bijgevolg heeft zij gemeend een aanbeveling te moeten formuleren om deze reclame niet meer te verspreiden.
De advocaat van het reclamebureau van de adverteerder heeft de schending van de bepalingen in kwestie betwist om de volgende redenen :
-het betreffende voertuig is slechts gedeeltelijk op het voetpad geparkeerd en een normaal aandachtige consument zou dit niet opmerken. Het betreffende voertuig bevindt zich op de achtergrond en de consument zou normaliter enkel de Hyundai Tucson op de voorgrond percipiëren.
-Wat betreft het verbod om op de openbare weg voertuigen voor verkoop ten toon te stellen, liet hij gelden dat deze bepaling niet toegepast wordt in België. Hij heeft geen enkele beslissing gevonden waarbij een bestuurder veroordeeld wordt voor schending van dit artikel, hetgeen hem laat veronderstellen dat deze inbreuk niet vervolgd, noch gesanctioneerd wordt. Hij benadrukte dat deze affiches in kwestie geen enkele informatie (prijs, adresgegevens,…) vermelden en men derhalve moeilijk kan stellen dat deze voertuigen werkelijk ten toon gesteld worden met het oog op verkoop. Ten slotte heeft hij benadrukt dat de reclame geen werkelijke situatie weergeeft en het vanzelfsprekend is dat men deze niet letterlijk mag nemen.
De Jury was van oordeel dat deze argumenten niets wijzigen aan het feit dat de reclame een gedraging toont die in strijd is met art. 5 van de Febiac-code. Wat de affiches “te koop” betreft, heeft de Jury informatie ingewonnen bij de gerechtelijke instanties en heeft zij benadrukt dat deze wettelijke bepaling wel degelijk nog altijd van toepassing is en dat terzake processen-verbaal opgesteld worden. Zij heeft tevens de aandacht gevestigd op de perceptie die de Belgische consument kan hebben van de wettelijkheid van een dergelijke affiche op een wagen met derhalve het risico dat dergelijke gedraging hierdoor gebanaliseerd wordt of er rechtstreeks of onrechtstreeks toe aangespoord wordt om hetzelfde te doen. Bijgevolg heeft zij haar aanbeveling bevestigd.
Vervolgens heeft het reclamebureau bevestigd dat vanuit zelfdisciplinaire zorg, zij het initiatief genomen heeft om deze reclame digitaal te corrigeren zodat het betreffende voertuig zich niet meer op het voetpad bevindt. Wat betreft de inbreuk van art. 25 van het KB van 1/12/75, heeft zij de nadruk gelegd op het humoristische aspect en op de onwaarschijnlijkheid van de afgebeelde situatie.
De Jury liet gelden dat de regels die zij toepast inzake humor duidelijk bepalen dat het gebruik van humor in geen geval de juridische en ethische verantwoordelijkheid van de auteur van de boodschap opheft. Daar dergelijke affiches “te koop” niet als wettelijk kunnen aanzien worden, heeft zij haar aanbeveling bevestigd om deze advertentie die een onwettelijke gedraging toont niet meer te verspreiden.
Bij gebreke aan een positief antwoord op haar aanbeveling, heeft de Jury een schorsingsaanbeveling aan de media gericht.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70