Op de website van de adverteerder, bevat de blog “Sweet & Smart Home” in de rubriek “Groener leven” een artikel met de titel “Windturbines: alles wat je altijd al wou weten” en de volgende tekst:
“ Om groene energie te produceren kunnen we niet meer zonder windturbines. Maar wat weet je erover? Hoe groot en hoe zwaar zijn ze? Hoe snel draaien hun wieken? Hoeveel energie produceren ze? Deze infografiek vertelt je er alles over. (foto van een persoon boven op een windmolen)
Windenergie heeft de wind in de zeilen. Maar volgens de experts van het IPCC, de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering, is windenergie bovenal “een van de belangrijkste technologieën in de strijd tegen klimaatverandering”.
Bij ENGIE willen wij een CO2 neutrale toekomst tot stand brengen. Daarom koesteren wij grote ambites op het gebied van windenergie. Wij beschikken nu al over 76 operationele windenergieparken. Op het land en op zee! Via de coöperatieve CoGreen geven wij zelfs burgers de kans om samen met ons te investeren in de bouw en uitbating van lokale windturbineparken. In niet minder dan 32 projecten participeren de omwoners in hun windproject.
ENGIE is ook actief in windenergie op zee (offshore). Wij participeren voor 17,5% in het Seamade-project, dat eind 2020 in gebruik wordt genomen. Dit park zal het equivalent van het jaarverbruik van 485 000 gezinnen produceren en de jaarlijkse CO2-uitstoot met 750 000 ton verminderen!
Nu we het toch over CO2 hebben … Elke kWh die door een van onze windturbines op het land wordt geproduceerd, vermijdt tot 400 g aan CO2-uitstoot. Vind je dit verrassend? Wij zetten hier een aantal andere feiten over de ENGIE-windturbines op een rijtje die voor jou misschien ook nieuw zijn …
Infografiek “Windturbines van ENGIE. Alle cijfers”
(tekening van windmolens en vogels in de lucht)
“De elektriciteitsproductie van een windturbine van 4 MW
8000 MWh/jaar
= 2800 gezinnen
die elektriciteit geleverd krijgen”
“Bij ENGIE …
216 windturbines eind 2020
500 MW
330000
gezinnen die elektriciteit geleverd krijgen in 2020
“Objectief 2030
1000 MW
660000
gezinnen die elektriciteit geleverd krijgen in 2020”
“484000 ton CO2 uitgespaard per jaar”
Infografiek “Activiteit – Volgens de windsnelheid” met voor de snelheid van 10km/u, de aanduiding “minimale windsnelheid om te functioneren”, voor 40km/u, “windturbine functioneert op vol vermogen” en voor 90km/u, “windturbine wordt automatisch stilgelegd”.
Infografiek “Aan de binnenkant van een windturbine ...” met onder andere voor de mast, een aangegeven hoogte van 110m en voor “Geluidsniveau”, “40 tot 50 db – Op 500 m afstand hetzelfde geluidsniveau als een bibliotheek”.
Eronder een infografiek “Van heel groot naar heel klein ...” met een tekening van een “Windturbine op het land 180 m, van een “Windturbine op zee 220 m”, van de “Eiffeltoren 324 m”, van het “Atomium 102 m” en van een “Giraf 6 m”.
Volgens de klaagster is de reclame misleidend. Ze verwijst naar verschillende stukken van de blog in kwestie.
1) “Groene energie”
Volgens haar is er een nauwkeurige definitie nodig van deze overmatig gebruikte term, die de lezer opvat als "schoon" en milieuvriendelijk. Zij vraagt zich af op welke basis deze uitspraak wordt gedaan en of de hele levenscyclus in aanmerking wordt genomen (stroomopwaarts van de zeer "ongroene" bouw van windturbines, inclusief de milieueffecten daarvan, en stroomafwaarts inclusief recyclage en ontmanteling). De productie van een windturbine produceert minstens 4.600 ton CO2, zeker als de turbine in China, Duitsland, enz. met behulp van vervuilende thermische energie wordt vervaardigd.
2) “Bij ENGIE willen wij een CO2 neutrale toekomst tot stand brengen.”
Volgens haar is dit voornemen verbazingwekkend omdat zelfs een overaanbod aan windmolens nooit zal leiden tot koolstofneutraliteit en deze bewering is onjuist, vooral wanneer men in de pers leest dat de adverteerder heeft besloten af te zien van kernenergie.
Aangezien windenergie wisselvallig is, worden thermische centrales (gasgestookt, gemakkelijk te regelen en met CO2-uitstoot) gebruikt om periodes waarin er geen of onvoldoende wind is te compenseren.
3) “Nu we het toch over CO2 hebben … Elke kWh die door een van onze windturbines op het land wordt geproduceerd, vermijdt tot 400 g aan CO2-uitstoot. Vind je dit verrassend?” “484000 ton CO2 uitgespaard per jaar”
De klaagster vraagt zich af waar deze besparing betrekking op had. Volgens haar leidt deze onduidelijkheid tot een verkeerde interpretatie.
Met welke cijfers zijn de 484.000 ton CO2-besparing per jaar en de aangekondigde besparing van 400g/kWh te vergelijken? Met welke andere productiebronnen?
De aankondiging laat ons in het ongewisse. Wanneer een verlaging of verhoging wordt gemeld, moet ten minste duidelijk worden aangegeven om welk cijfer en welke periode het gaat.
4) Wat betreft de "484.000 ton CO2 die per jaar wordt bespaard", dit is volgens haar alleen maar wind. Als de windmolen niet draait, gebruiken we kernenergie, die 12g CO2/kWh uitstoot. Als de wind komt, vervangt een beetje wind een beetje kernenergie, maar aangezien windenergie dezelfde hoeveelheid CO2 uitstoot, wordt er helemaal niets bespaard.
5) Infografiek “Windturbines van ENGIE. Alle cijfers” met de cijfers van het aantal families dat van elektriciteit wordt voorzien.
Het is juist dat een onshore windmolen van 4 MW, 1800 Belgische gezinnen (en offshore zelfs 3800 gezinnen) kan voorzien, op voorwaarde dat deze gezinnen aanvaarden om kaarsen te gebruiken als verlichting en hout te gebruiken voor verwarming wanneer er geen wind is.
De afbeelding zou kunnen doen geloven dat deze gezinnen alleen door windenergie geproduceerde elektriciteit ontvangen, maar het is de mix van alle producties, inclusief fossiele en nucleaire, en invoer die deze gezinnen bevoorraden.
6) Infografiek “Activiteit – Volgens de windsnelheid”
De adverteerder toont de activiteit die wijst op een minimum windsnelheid van 10km/u, zonder te zeggen welk vermogen geleverd wordt bij deze windsnelheid. Dit betekent dus niks volgens haar.
Ze voegt een vermogenscurve van een windmolen van 2500 kW toe die 17 kW levert bij een windsnelheid van 12,6 km/u;
Ze verwijst ook naar een opmerking van de ingenieur Jean-Marc Jancovici: “Met kernenergie vertrekt de trein van 08:00 om 08:00; met windenergie vertrekt de trein van 08:00 wanneer er wind is!”.
7) Infografiek “Windturbines van ENGIE. Alle cijfers”
Wat het beeld met de vrolijk rondvliegende vogels bij de wieken betreft, deelde zij mee dat dit misleidend is. Deze vogels lopen het risico om gegrepen, gewond of gedood te worden.
8) Infografiek “Aan de binnenkant van een windturbine ...”
Het voorbeeld stelt een “kleine” windmolen voor van 110m hoogte. De huidige projecten kunnen gaan tot 220m hoogte, ook in landelijke gebieden en vooral in bossen. Hoeveel hectare wordt er ontbost per windmolen in het bos?
9) “40 tot 50 db – Op 500 m afstand hetzelfde geluidsniveau als een bibliotheek”
De vergelijking lijkt haar niet relevant, aangezien dit type geluid geheel anders en niet permanent is, in tegenstelling tot het "geschraap" van de wieken van windturbines, dat ook gepaard gaat met andere overlast zoals infrasoon geluid. Zij wijst er ook op dat het geluidsniveau niet wordt gemeten aan de voet van een windturbine, maar ter hoogte van de huizen van de mensen en bij winderig en koud weer.
De lage-frequentie geluiden van windturbines worden nauwelijks gedempt over afstand en blijven meerdere kilometers hoorbaar, en het feit dat zij op hoogte worden uitgezonden betekent dat zij geen obstakels (bv. vegetatie) tegenkomen.
10) Om volledige en oprechte informatie te verstrekken, moet de adverteerder volgens haar andere cijfers verstrekken (waaronder de belastingsfactor, de werkelijke kosten en de levenscycluseffecten, de benodigde liters olie en permanente magneten, de km bekabeling, de betonnen voet, ...).
Kortom, de klaagster deelde mee dat deze advertentie de lezer misleidt door een koolstofarme toekomst dankzij windturbines te beloven en door te verzuimen hem te informeren over de veel minder "groene" aspecten van deze industrie die in plattelandsgebieden wordt geïnstalleerd.
Aangezien de identiteit van de klaagster niet bekend is, vraagt de adverteerder zich af op welke autoriteit de betrokkene zich beroept om de juistheid van het betrokken artikel in twijfel te trekken. De klacht gaat trouwens niet vergezeld van enige studie of wetenschappelijk bewijs die de beweringen van de klaagster zouden ondersteunen.
Hij verwijst vervolgens naar de verschillende punten van de klacht.
1) Met « groene energie » bedoelt hij energie die afkomstig is van een hernieuwbare bron. Dat wil zeggen dat de vernieuwing ervan kan worden beschouwd als onuitputtelijk ten opzichte van de menselijke tijdschaal. Dit kan de zon, de wind, de getijden of de warmte van de aarde zijn.
De CO2-balans van een windturbine is, rekening houdend met de gehele cyclus van bouw tot ontmanteling, grotendeels positief. De studies, die kunnen verschillen in de verschillende inputparameters die zij in aanmerking nemen, geven een resultaat dat varieert van 6 maanden tot 3 jaar voor de afschrijving van de door de bouw geproduceerde CO2. Wetende dat de levensduur van een windturbine 25 jaar is, geeft dit 22 tot 24,5 jaar nettoproductie zonder CO2.
Ter illustratie verwijst hij naar een berekening van de Universiteit van Luik, die als onafhankelijk kan worden omschreven.
2) Koolstofneutraliteit moet op een bredere manier en op middellange termijn worden beschouwd.
De adverteerder wil hieraan bijdragen door natuurlijk de afspraak van de regering te volgen om kerncentrales tegen 2025 te sluiten. Dit is geen beslissing van ENGIE.
Om koolstofneutraliteit te bereiken zijn er vele manieren om de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen aan te vullen.
Aan de kant van de energieproductie is er bijvoorbeeld het zeer veelbelovende domein van groene waterstof, geproduceerd uit hernieuwbare energie, waarin de adverteerder via talrijke projecten investeert. Deze groene waterstof is een middel om overtollige hernieuwbare energie op te slaan en kan de intermitterende werking ervan compenseren. Bovendien kan het, gecombineerd met CO2 uit industriële processen, hernieuwbaar gas produceren dat fossiel gas kan vervangen.
Wat meer in het algemeen energieopslag betreft, biedt hij zijn klanten reeds huishoudelijke batterijen aan of test hij grotere oplossingen.
Op het gebied van energieverbruik betekent streven naar koolstofneutraliteit voor zijn klanten het voorstellen van oplossingen voor gedecentraliseerde hernieuwbare energieproductie, zoals in de vele fotovoltaïsche installatieprojecten die hij daar geïnstalleerd heeft, maar ook oplossingen voor energie-efficiëntie die het mogelijk maken het verbruik (en de CO2-uitstoot) van de klanten te verminderen, bijvoorbeeld met de EnergiePrestatieContracten (EPC) die in scholen en ziekenhuizen worden uitgevoerd.
Dit alles draagt, samen met hernieuwbare energiebronnen, bij tot koolstofneutraliteit.
3) De CO2-besparing wordt vergeleken met de productie van elektriciteit door een gasgestookte elektriciteitscentrale. Aangezien de federale regering heeft besloten kerncentrales te sluiten en aangezien gas in de toekomst kernenergie zal vervangen, is dit de meest redelijke vergelijking, aangezien elke MWh die door windenergie wordt geproduceerd, één MWh die door gas wordt geproduceerd, zal voorkomen. Gasgestookte elektriciteitsproductie stoot 390 g CO2/kWh uit.
4) Aangezien de Belgische federale regering beslist heeft om de uitbating van kerncentrales stop te zetten vanaf 2025, zou het onjuist zijn om de hoeveelheid bespaarde CO2 te berekenen op basis van de nucleaire productie alleen (12g/kWh). Het productieverlies door de stopzetting van kernenergie zal worden gecompenseerd door de bouw van nieuwe gascentrales. Aangezien één MWh geproduceerd door windenergie het mogelijk maakt om de productie van één MWh door gas te vermijden (390 g CO2/kWh), is de berekening van de CO2-besparing zoals voorgesteld op de website dus correct.
5) Deze schatting is gebaseerd op het jaarverbruik. Hoewel een windturbine niet continu op volle capaciteit draait, produceert hij toch over een heel jaar ongeveer: 4MW * 2000 uur = 8000MWh/jaar, wat overeenkomt met een gemiddelde belastingsfactor van ongeveer 23%.
Aangezien het gemiddelde Belgische huishouden 2,9MWh/jaar verbruikt, wordt geschat dat de door een windturbine geleverde energie gemiddeld het verbruik dekt van (8000MWh/2,9MWh) = 2760 huishoudens.
6) De vermogenscurve van een windturbine is specifiek voor elk model. Het op de website gegeven voorbeeld is een voorbeeld naast andere en de windsnelheden worden alleen gegeven als indicatie om aan het grote publiek het werkingsbereik van de windturbines mee te geven en hebben geen ander doel.
Hij gaf een voorbeeld van de vermogenscurve van een huidig model dat gewoonlijk wordt geïnstalleerd, aangezien het door de klaagster genoemde model ouder is.
Wat de commentaar van de heer Jancovici betreft, zei hij dat men moet begrijpen dat de verklaringen op zijn website geen pleidooi zijn voor een "iedereen een windmolen" wereld. Hij gelooft rotsvast in een gediversifieerde, koolstofvrije energiemix, in toekomstige opslagcapaciteiten en in toekomstige slimme netwerken die flexibiliteit van vraag en productie mogelijk maken. Windenergie is een van de componenten van deze mix. Kernenergie, die zeker ook een plaats zou hebben in deze energiemix, is door de federale regering gewoon afgeschaft. Dit is geen beslissing van ENGIE.
7) Het is waar dat avifauna (vogels en vleermuizen) een belangrijke rol speelt bij de aanvaardbaarheid van windprojecten. Deze kwestie wordt in detail bestudeerd in de door een onafhankelijk adviesbureau uitgevoerde milieu-effectstudies (MER) die de vergunningsaanvragen vergezellen.
Dit is het belangrijkste hoofdstuk van de MER. Een studieprotocol wordt opgesteld door het ingenieursbureau in overleg met het ANB (Agentschap voor Natuur en Bos).
Wat de avifauna betreft, worden ter plaatse talrijke onderzoeken uitgevoerd door een deskundige bioloog. Deze onderzoeken zijn gespreid over een periode van een jaar om de verschillende sleutelperioden vast te leggen: overwinterende vogels, broedvogels, trekvogels. Deze gegevens zullen worden aangevuld en vergeleken met bestaande literatuur (met name de DEMNA-databank).
Met betrekking tot vleermuizen worden, indien de locatie gevoelig blijkt te zijn, naast de periodieke uitstapjes, tussen april en november voortdurend op de locatie, in de hoogte en op de grond waarnemingen verricht om de frequentie in termen van aantallen individuen en soorten te karakteriseren. De opmerkingen en conclusies van deze studies worden gedetailleerd in het MER en het bevoegd gezag dat de vergunning afgeeft, kan dienovereenkomstig advies uitbrengen. Er kunnen en worden specifieke beschermingsmaatregelen genomen, zoals het stilleggen van windturbines in bepaalde perioden van het jaar of het instellen van toevluchtsgebieden.
8) Per windturbine is gemiddeld 20 are nodig (fundering + montageplaats + toegangsweg).
9) ENGIE respecteert alle wettelijke geluidsnormen. Nieuwe technologieën maken het mogelijk het geluid nog meer te beperken.
10) De vele vragen die hier worden gesteld, vallen buiten het kader van de publicatie op de website, die bedoeld is om de belangrijkste beginselen van windenergie op didactische en beknopte wijze aan het grote publiek uit te leggen. Al deze kwesties worden echter systematisch geanalyseerd in de milieu-effectstudies die specifiek voor elk project worden uitgevoerd en die een essentieel onderdeel vormen van het vergunningsaanvraagdossier. Deze studies worden openbaar gemaakt en kunnen worden geraadpleegd tijdens het openbaar onderzoek dat volgt na elke vergunningsaanvraag. Zo kan het publiek kennis nemen van alle aspecten van een windproject en met kennis van zaken opmerkingen maken bij de bevoegde instantie.
Kortom, het artikel is volgens hem niet misleidend. Het bevat geen onjuiste informatie en misleidt de gemiddelde consument niet of kan deze niet misleiden. In tegenstelling tot wat de klaagster beweert, werd in het artikel geen koolstofarme toekomst dankzij windturbines geschetst, maar werd zij voorgesteld als een van de mogelijke manieren om bij te dragen tot koolstofneutraliteit.
Vooreerst heeft de Jury meegedeeld dat zij zich beperkt heeft tot het onderzoeken van de reclame in kwestie, zonder zich te buigen over het debat met betrekking tot windmolens, dat niet tot haar bevoegdheid behoort.
Zij heeft kennisgenomen van het artikel in kwestie op de website van de adverteerder en was van oordeel dat het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk zou zijn uit de context dat het om een promotioneel artikel gaat, dat dus meer informatie ten voordele van windmolens zou bevatten.
De Jury heeft in het bijzonder kennisgenomen van de verschillende elementen die door de klaagster werden aangehaald en van de informatie meegedeeld door de adverteerder om de inhoud van het artikel in kwestie te ondersteunen.
Zij heeft genoteerd dat de reclame aan het begin van de tekst de productie van groene energie aanhaalt. Volgens haar wordt dit begrip hier gecontextualiseerd in een artikel dat windmolens wil presenteren als een van de mogelijke manieren om bij te dragen aan CO2-neutraliteit.
Als antwoord op de vraag van de klaagster of men hierbij rekening houdt met de volledige levenscyclus heeft zij bovendien genoteerd dat de adverteerder meedeelde dat de CO2-balans van een windmolen, rekening houdend met de volledige levenscyclus van bouw tot ontmanteling, positief is en dat hij zich daarbij baseert op diverse studies en een berekening van de Universiteit van Luik.
Met betrekking tot de wens van de adverteerder om een koolstofneutrale toekomst op te bouwen, heeft de Jury genoteerd dat er naast de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen verschillende manieren bestaan om koolstofneutraliteit te bereiken en dat de adverteerder hieraan wil bijdragen (via windmolens, maar ook via groene waterstof, energieopslag, zonnepanelen) door het akkoord van de regering te volgen om kerncentrales te sluiten, een beslissing die hij niet genomen heeft.
Wat betreft de aangekondigde cijfers over de hoeveelheid bespaarde CO2 heeft de Jury genoteerde dat de bereikte C02-besparing vergeleken wordt met de elektriciteitsproductie door een gasgestookte elektriciteitscentrale, de meest redelijke vergelijking volgens de adverteerder, aangezien gas kernenergie in de toekomst zal vervangen na de beslissing van de federale regering.
Voor wat betreft de cijfers met betrekking tot de levering van elektriciteit aan gezinnen, heeft de Jury kennis genomen van de berekeningen van adverteerder en is zij van mening dat het duidelijk is dat deze gebaseerd zijn op de gemiddelde jaarlijkse productie van een windturbine en het jaarverbruik van een gemiddeld Belgisch huishouden.
Wat de verschillende infografieken betreft, is de Jury van mening dat deze de bedoeling hebben om informatie te illustreren die de adverteerder in deze context op een schematische manier wil communiceren. In dit opzicht is zij het met de adverteerder eens dat het doel van deze advertentie is om de belangrijkste principes van windenergie op een beknopte en educatieve manier uit te leggen aan het grote publiek, dat desgewenst meer gedetailleerde informatie kan verkrijgen.
Meer in het bijzonder, met betrekking tot de vermogenscurve van een windmolen, heeft de Jury vastgesteld dat deze specifiek is voor elk model (en gebaseerd is op een recenter voorbeeld dan het voorbeeld dat door de klaagster wordt aangehaald) en dat windsnelheden slechts als indicatie worden gegeven. Wat betreft de opmerking van M. Jancovici die door de klaagster wordt geciteerd, verklaarde de adverteerder dat het artikel op zijn website geen pleidooi was voor een wereld "waar alles draait om windenergie". Hij gelooft rotsvast in een gediversifieerde, koolstofarme energiemix.
De Jury merkte ook op dat de bescherming van vogels een belangrijk punt is bij de aanvaardbaarheid van windparkprojecten, dat in detail wordt bestudeerd door een onafhankelijk adviesbureau. Hoewel de adverteerder de impact die windmolens in dit opzicht kunnen hebben niet betwistte, was de Jury van mening dat de tekening in kwestie niet bedoeld was om deze kwestie te illustreren en op dit punt geen onjuiste bewering deed zoals de klaagster beweerde.
Rekening houdend met de elementen die hierboven worden aangehaald, is de Jury van oordeel dat de reclame in kwestie in dit geval niet van aard is om de gemiddelde consument te misleiden op deze punten.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70