De radiospot gaat als volgt:
VO: “UP van Engie laat huizen aan het woord. Zoals dat van …”
Huis: “Saskia?”
Saskia: “Ja?”
Huis: “Uw huis hier.”
Saskia: “Ja.”
Huis: “De chauffage staat nog op 22.”
Saskia: “Oei, is dat echt?”
Huis: “Zet die eens wat lager.”
Saskia: “Ja, ok. Ik pak mijn smartphone.”
Huis: “Ja, want hier stoken terwijl jij aan het dansen bent op een ander. Da’s niet zo slim eh.”
Saskia: “Ja, nee. Sorry ja.”
Huis: “Kan gebeuren.”
Saskia: “Ja.”
VO: “Je verwarming bedienen vanop afstand ook dat zit in UP van Engie, het eerste energietotaalpakket waarmee je je verbruik perfect onder controle hebt. Alle info op engie.be/up.”
De klaagster vindt de reclame seksistisch in de zin dat deze de vrouw beschrijft als een idiote huisvrouw; het is de vrouwenstem die de rol van de idioot speelt die vergeten is om de verwarming af te zetten terwijl ze op restaurant is en het is de mannenstem die uitlegt hoe dit moet.
De adverteerder heeft een campagne gelanceerd om zijn energiepakket, dat de Belg toelaat om zijn verbruik te controleren en te optimaliseren, te promoten. Om aan de consumenten uit te leggen wat het UP-pakket voor hen kan doen, heeft hij radiospots uitgezonden waarin hij “huizen laat praten” die de consument verwittigen over eventuele problemen in zijn huis, gelinkt aan het verbruik van elektriciteit, aardgas of water, gemeten via boxx.
De adverteerder heeft in geen geval de bedoeling om de consumenten als idioten af te beelden, of het nu om vrouwen of mannen gaat. Het gaat er daarentegen om de consument in een controlepositie te plaatsen. Dat is overigens de baseline van zijn campagne: “Het eerste energietotaalpakket waarmee je je verbruik perfect onder controle hebt”. Bovendien kan men, als men kennisneemt van de andere radiospots die uitgezonden worden in het kader van dezelfde campagne, vaststellen dat er een afwisseling is in het gebruik van mannelijke en vrouwelijke stemmen om de huizen en hun eigenaar voor te stellen. Het gaat dus zeker niet om een discriminatie van de “huisvrouw” of van de vrouw in het algemeen. De adverteerder is dus van mening dat de radiospot in kwestie niet beschouwd kan worden als een seksistische, denigrerende of discriminerende reclame, en dat de klacht dus ongegrond is.
De Jury heeft kennisgenomen van de radiospot in kwestie en van de klacht die met name bepaalde kenmerken toeschrijft aan de stem van de vrouw en aan die van de man.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder, heeft de Jury er nota van genomen dat, in het kader van dezelfde campagne, andere radiospots zijn uitgezonden die afwisselend mannelijke en vrouwelijke stemmen gebruiken om de huizen en hun eigenaar voor te stellen.
Zij heeft eveneens genoteerd dat de spots als doel hebben om te communiceren over het feit dat het product van de adverteerder de consument toelaat om zijn energieverbruik te controleren door hem te waarschuwen over eventuele problemen in zijn huis.
Volgens de Jury is de enscènering van de betrokken spot waarbij de – gepersonifieerde – Boxx van adverteerder klaagt en de eigenaar plaagt ludiek en zal deze door de gemiddelde luistenaar niet opgevat worden als in het bijzonder stigmatiserend voor vrouwen.
Gelet op het voorgaande is de Jury van mening dat de betrokken reclame niet van aard is om vrouwen te discrimineren of om een negatief beeld van hen over te brengen.
Zij is derhalve van oordeel dat deze niet in strijd is met de JEP-Regels inzake de afbeelding van de mens.
Zij is tevens van oordeel dat de reclame evenmin denigerend is voor vrouwen in het algemeen noch hen belachelijk maakt of in diskrediet brengt.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70