In de Franstalige spot leidt een man een vrouw rond in een huis.
Man: « Alors ici, vous avec l’espace bibliothèque. »
Vrouw: « Oui. »
Man: « Et juste à côté la salle de bain. »
Vrouw: « Ah oui, c’est grand. »
Man: « On continue avec la salle de jeu pour les enfants. »
Vrouw: « Ok. »
Man: « Le garage. »
Vrouw: « Mais elle est immense cette pièce ! »
Man: « Cette pièce ? Ah non, ça c’est le coffre du nouveau SUV Citroën C3 Aircross. »
Vrouw: « Et ça reste pas ? »
Man: « Ah bien non. »
Vrouw: « Oh dommage. »
Man: « Ah bien oui. »
VO : « Venez découvrir le nouveau SUV Citroën C3 Aircross et jusqu’à 100% des options sont offertes pendant tout le mois de juin sur une sélection de Citroën. Infos sur citroen.be. »
De klaagster deelde mee dat vrouwen worden behandeld als idioten (die het verschil niet kennen tussen een kofferbak en een kamer).
De adverteerder deelde mee dat de spot als doel heeft de enorme ruimte die beschikbaar is in de kofferbak van zijn voertuig te laten zien, door middel van een luchtige uitwisseling met een humoristische toon, en dat de rol van de personages puur toevallig is en op geen enkele manier getuigt van een wens om het imago van vrouwen te schaden.
Hij benadrukte dat zijn merk een populair merk is in de nobelste betekenis van het woord: een merk dat met zijn tijd meegaat, dat mensen en hun manier van leven respecteert.
De Jury heeft vastgesteld dat de radiospot in kwestie een man aan het woord laat die een vrouw rondleidt in een huis en dat de vrouw vol lof is over de grootte van de garage, terwijl het in feite de kofferbak van het gepromote voertuig is.
De Jury is van mening dat de bovenstaande situatie zo absurd is dat de spot niet van aard is om letterlijk opgevat te worden door de gemiddelde consument.
Zij is eveneens van mening dat het humoristische gebruik van overdrijving voldoende duidelijk blijkt uit de dialoog in de spot.
In deze context, is de Jury van mening dat de gemiddelde consument deze reclame niet zal interpreteren als een negatieve afbeelding van vrouwen in het algemeen.
Zij is derhalve van oordeel dat de reclame in kwestie niet strijdig is met de menselijke waardigheid en evenmin van aard is een bepaalde groep mensen te denigreren.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70