De radiospot gaat als volgt.
Men hoort een vrouw fluiten.
Tweede vrouw: “Oh, maar allé ma, wat doede gij nu?”
Vrouw 1: “Oh, da’s toch ne knappe man?”
Vrouw 2: “Ja, maar …”
Vrouw 1: “Op welk type valde gij dan?
Vrouw 2: “Ikke? Oh ja, pf, oh ja, voor mij moet ne man knap en euh succesvol zijn. Ik moet hem wel echt kunnen vertrouwen. Hij moet mij een veilig gevoel geven. Iemand waar da’k fier op kan zijn.”
Vrouw 1: “Oh, maar ik weet wat dat gij bedoelt. Gij bedoelt nen Hörmann.”
Vrouw 2: “Ja!”
VO: “Hörmann, de nummer één in poorten en deuren in Europa.”
De klager deelde mee dat deze reclame, die geenszins een humoristische toer opgaat, op schrijnende wijze straatintimidatie banaliseert. Volgens hem lijkt men zich, door een vrouw die naar een man fluit te presenteren, af te willen maken van het alomtegenwoordige probleem van storende gedragingen ten aanzien van vrouwen in de publieke ruimte. Door personages in scène te zetten die deze handeling als normaal beschouwen, stelt men deze echter als aanvaardbaar voor ongeacht naar wie zij is gericht en van wie ze uitgaat.
Hij vestigt in het bijzonder de aandacht op de woorden van de eerste vrouw, die verrast is door de reactie van haar vriendin en die duidelijk en ondubbelzinnig het idee tot uitdrukking brengt dat wanneer een persoon op straat ons bevalt, het volstrekt normaal is om deze na te fluiten. De tweede vrouw trekt de grond van de kwestie absoluut niet in twijfel.
Parallel hiermee is het beeld van de “ideale” man zoals dat door de tweede vrouw wordt verschaft volgens hem bijzonder degraderend en achterhaald ten aanzien van de vrouw en voert het daarbij meteen ook promotie voor een patriarchale samenleving.
De adverteerder deelde mee dat hij om zijn product in de spot te omschrijven bij een vergelijking is uitgekomen van de ‘ideale garagepoort’ met de ‘ideale man’. Het is geenszins zijn bedoeling geweest een beeld te scheppen van de ideale man, doch een humoristische en vatbare manier te gebruiken om de kwaliteiten van zijn product in de verf te zetten.
Hij begrijpt echter dat het gedrag van “nafluiten” niet altijd als positief wordt ervaren. Zijn opzet was nadrukkelijk niet zo dat in zijn radiospot de tweede vrouw dit gedrag indirect goedkeurt (in tegenstelling tot hetgeen in de klacht wordt aangegeven). Hij ziet nu echter in dat dit anders geïnterpreteerd kan worden (buiten zijn wil om welteverstaan). Dit betekent dat hij naar de toekomst toe deze reclamespot niet meer zal gebruiken.
De Jury heeft vastgesteld dat de radiospot twee vrouwen laat horen waarvan er een naar een man fluit en de andere haar type man beschrijft en dit in het kader van de promotie van garagepoorten en deuren.
Wat betreft het beeld van de man dat wordt opgeroepen en de reactie van de klager in dit verband, is de Jury van mening dat de reclame niet van aard is om denigrerend te zijn voor vrouwen.
Met betrekking tot het feit dat een vrouw naar een man fluit in de spot en de reactie van de klager hierop die van mening is dat deze handeling aldus gebanaliseerd wordt ongeacht naar wie ze gericht is, is de Jury van mening dat, in onderhavig geval, de reclame geen discrediterend beeld uitdraagt van de mens en evenmin de menselijke waardigheid aantast. Volgens haar werpt het feit dat de reclame aldus op een lichtvoetige wijze een storende gedraging in de publieke ruimte oproept desalniettemin vragen op, vooral in de huidige maatschappelijke context met betrekking tot straatintimidatie.
De Jury is derhalve van mening dat de betrokken radiospot negatieve reacties kan veroorzaken bij een deel van het publiek en heeft derhalve gemeend een advies van voorbehoud te moeten formuleren conform artikel 1 van haar reglement en doet een beroep op de verantwoordelijkheid van de adverteerder.
Een advies van voorbehoud impliceert dat de adverteerder vrij is op het vlak van het gevolg dat hij hieraan wenst te verlenen.
In dit verband heeft de Jury terdege nota genomen van het feit dat de adverteerder meegedeeld heeft dat hij deze reclamespot in de toekomst niet meer zal gebruiken.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70