In de spot wordt een 3D-figuurtje getoond van een vrouw waarvan de borsten op- en neergaan als ze beweegt. Ze begint over het feit dat ze bij Ethias geen franchise betaalt tot ze plots ontdekt dat ze niet als zichzelf voor de camera staat, maar in haar Ethias 3D-versie.
Tekst op het scherm: “Nathalie Meskens – Ethias klant”.
VO: “Hey, ik ben Nathalie. Ik zit bij Ethias en ik betaal geen franchise op mijn auto. Huh, allez jong, ben ik da? Goh, op TV is mijne kop al dikker en in 3D is ’t precies een meloen. En hier (met haar handen op haar borsten), hohoho over meloenen gesproken, da’s 4D, allez 8D dan. Hihi.”
Vervolgens valt ze voorover met haar boezem op de grond en dan steekt ze met een lach een affiche met “-20% op uw omnium” op.
Volgens de klager gaat het hier om een seksistische afbeelding van de vrouw, zelfs al is het een animatie. Met zijn verontschuldigingen voor het woordgebruik, vraagt hij zich af waarom geen man met enorme balzak wordt tentoongespreid.
De adverteerder deelde mee dat de bedoeling van de TV-spot is om op een duidelijke en simpele manier de kijkers in te lichten dat Ethias een oplossing heeft voor de problematiek die leeft bij bepaalde mensen, namelijk dat het niet logisch is dat men een franchise moet betalen bij ongeval als men al een premie betaalt voor een omniumverzekering.
Al jaren bestaat zijn reclame eruit om op een humoristische, karikaturale manier een situatie te vertellen. Sinds dit jaar geeft de adverteerder het woord aan zijn klanten door hen om te vormen in de bekende 3D-figuurtjes van Ethias.
Deze campagne is de eerste campagne gemaakt in samenwerking met “echte klanten” waaronder ook twee “Bekende Vlamingen”.
De TV-spot waar de klacht naar verwijst is gemaakt met Nathalie Meskens die in samenwerking met een team van professionele medewerkers ook een deel van haar eigen humor in deze spot gestoken heeft.
De klacht betreft het feit dat het “weer een vrouw is” die op deze manier wordt in beeld gebracht. Dienaangaande haalde de adverteerder aan dat er nog een andere TV-spot te zien was met de heer Gunter Lamoot, die ook een deel van zijn eigen humor in de TV-spot heeft gebruikt.
Systematisch voert de adverteerder post-testen uit op zijn campagnes: deze worden steeds erg geapprecieerd bij het publiek, net zoals dit voor deze campagne ook het geval was. Dankzij de humor wordt de boodschap op een leuke, duidelijke manier overgebracht. Maar het is natuurlijk niet altijd mogelijk om iedereen te bekoren.
Het is nooit de bedoeling van de adverteerder om mensen te choqueren.
De Jury heeft vastgesteld dat de TV-spot een 3D-figuurtje van Nathalie Meskens toont die het onder meer lachend over haar boezem heeft.
Naar aanleiding van het antwoord van de adverteerder heeft de Jury er nota van genomen dat deze campagne gemaakt is in samenwerking met twee “Bekende Vlamingen”, die een deel van hun eigen humor in de TV-spot hebben gebruikt en dat er nog een andere TV-spot te zien was met de heer Gunter Lamoot.
De Jury is van mening dat de TV-spot een voldoende humoristische en karikaturale toon heeft om door de meerderheid van het publiek niet op een negatieve manier te worden opgevat.
In deze context is de Jury van oordeel dat de spot de waardigheid van de vrouw niet aantast.
Ze is eveneens van oordeel dat de reclame niet van aard is om door de gemiddelde consument als seksistisch voor de vrouw te worden ervaren.
De Jury is derhalve van oordeel dat de spot niet in strijd is met de JEP-regels inzake de afbeelding van de mens.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70