In de spot hoort men een vrouw die in één ruk vertelt dat ze een supergoed gsm-abonnement zoekt waarmee ze van alle dingen kan doen, met name You Tube-filmpjes bekijken zonder zich zorgen te hoeven maken over het verbruik en de gigantische factuur.
De klager benadrukt dat een groot deel van de “films” op You Tube er op een illegale manier aanwezig zijn, zonder toestemming van de betrokken rechthebbenden. Proximus laat doorschemeren dat eenmaal het abonnement betaald is, men alle films die men wil kan gaan bekijken op internet, zelfs degene die er illegaal op staan. De klager wenst zich duidelijk te verzetten tegen dit soort dubbelzinnige boodschap die zeer vaak gebruikt wordt door leveranciers van internettoegang om hun breedbandabonnementen te verkopen.
De adverteerder deelde mee dat de klacht een radiospot voor Proximus Smart 65 betreft, een gsm-abonnement dat 5 GB mobiele data bevat. De potentiële klant in de spot stelt dat ze een gsm-abonnement zoekt, “waarmee ze zoveel “You Tube-filmpkes” kan bekijken als ze wil”.
De klager stelt: “Proximus laat doorschemeren dat eenmaal het abonnement betaald is, men alle films die men wil kan gaan bekijken op internet, zelfs degene die er illegaal op staan.”.
Dit is echter niet correct. De spot stelt dat de klant met zijn mobiel abonnement veel filmpjes op You Tube kan bekijken. De adverteerder neemt geen stelling in met betrekking tot de legaliteit/illegaliteit van de content die op You Tube wordt getoond en hij spoort op geen enkele manier zijn klanten aan om illegale content op You Tube te bekijken.
Bovendien is de adverteerder niet aansprakelijk voor de inhoud die op You Tube wordt vertoond, noch voor het gebruik dat de klanten van de website maken.
Toch spoort de adverteerder zijn klanten aan om bij het gebruik van zijn mobiele diensten, de wetgeving (o.a. deze inzake intellectuele eigendomsrechten) na te leven. Artikel 3.9 van de algemene voorwaarden bepaalt: “De Klant verbindt zich ertoe om, in het kader van de Dienst van Belgacom, de geldende wetten na te leven en de intellectuele eigendomsrechten en andere rechten van derden te respecteren.”.
De Jury heeft vastgesteld dat de klacht afkomstig is van een beroepsvereniging die in casu niet handelt met het oog op de verdediging van de consumentenbelangen en/of het imago van reclame, maar beoogt de belangen van een bepaalde beroepsgroep te verdedigen.
De Jury is van oordeel dat de klacht in kwestie niet voldoet aan de door artikel 5 van haar reglement gestelde ontvankelijkheidsvereisten.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepaling, heeft de Jury de klacht derhalve onontvankelijk verklaard.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70