Adverteerder / Annonceur: VEKA
Product-Dienst / Produit-Service: Ramen en deuren / Fenêtres et portes
Media / Média: Internet (YouTube, Facebook)
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De spot, met het logo van de adverteerder in de linkerbovenhoek, toont een schaars geklede vrouw, zittend op een hoge kruk achter een raam met rode tl-lampen aan de zijkanten. Als twee mannen dichterbij komen, staat de vrouw op, legt haar haar goed en glimlacht. Dan kijkt ze verbaasd naar een van de twee mannen die het raamprofiel onderzoekt. De twee mannen gaan verder en de vrouw spreidt teleurgesteld de armen.
Op het scherm het logo van de adverteerder en de woorden “Verrassend Veka”.
De spot eindigt met de vrouw die een “Te huur” poster op de kruk legt.
//////////
Le spot, avec en haut à gauche le logo de l’annonceur, montre une femme en petite tenue assise sur un haut tabouret derrière une vitre avec des néons rouges sur les côtés. Deux hommes approchent, la femme se lève, arrange ses cheveux et sourit. Elle regarde ensuite d’un air étonné un des deux hommes qui examine le châssis de la fenêtre. Les deux hommes passent leur chemin et la femme écarte les bras, déçue.
A l’écran, logo de l’annonceur et mention « Etonnamment Veka ».
Le spot se termine avec la femme qui vient poser une affichette « Te huur » sur le tabouret.
Klacht(en) / Plainte(s)
1) Le plaignant trouve cette publicité déplacée et misogyne.
Selon lui, c’est du marketing fainéant qui utilise la femme comme objet et cela ne fait que renforcer ce que de nombreuses personnes et associations tentent difficilement d’éradiquer.
2) Le plaignant trouve cette publicité dégradante, sexiste et vulgaire.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury de première instance: Décision de modification/arrêt
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de klachten en van de betrokken spot.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft de Jury er nota van genomen dat deze zich er terdege van bewust is dat prostitutie voor sommige mensen een gevoelig onderwerp is, maar dat hij, gezien het feit dat België prostitutie als een legaal beroep heeft erkend, heeft besloten om deze enscenering te gebruiken, waarbij ervoor werd gezorgd dat elke seksualisering en discriminatie van de vrouw werd vermeden.
De Jury is niettemin van mening dat, ondanks het mogelijke verband tussen het raam waarachter de vrouw staat en de producten van de adverteerder, en ondanks het legale karakter van de prostitutie waarop de adverteerder zich richt, het niet aangewezen is om de enscenering in kwestie te gebruiken in een commerciële communicatie, te meer daar deze wordt verspreid via sociale media waar ze kan worden gezien door een jong publiek.
Zij is van mening dat de getoonde beroepskeuze ongepast is in deze context, gegeven dat het hier eenzijdig positief en humoristisch in beeld gebrachte beroep, hoewel als dusdanig inderdaad gelegaliseerd, desalniettemin nog steeds evenzeer gepaard kan gaan met misbruik en maatschappelijke afkeuring die vooral vrouwen treffen. Zij is tevens de mening toegedaan dat hier geen enkele noodzaak is om een dergelijk controversieel thema op een dermate luchtige wijze in te zetten in een reclameboodschap voor het product in kwestie, getuige waarvan overigens ook de andere spots die deel uitmaken van de campagne en erin slagen om de focus op het product te leggen aan de hand van dagdagelijkse situaties die maatschappelijk minder gevoelig liggen.
Zij is derhalve van oordeel dat de reclame in kwestie geen blijk geeft van een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder op dit punt.
Gelet op het voorgaande, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om deze reclame niet meer te verspreiden.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
//////////
Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.
Le Jury a pris connaissance des plaintes et du spot concerné.
Suite à la réponse de l’annonceur, le Jury a pris bonne note du fait que ce dernier est bien conscient que la prostitution est un sujet sensible pour certains mais que, étant donné que la Belgique a reconnu la prostitution comme métier légal, il a décidé d’utiliser cette mise en scène, tout en s’assurant d’éviter toute sexualisation et discrimination de la femme.
Le Jury est néanmoins d’avis que, malgré le lien éventuel entre la vitrine derrière laquelle se trouve la femme et les produits de l’annonceur, et malgré la légalité de la prostitution visée par l’annonceur, il n’est pas indiqué d’utiliser la mise en scène en question dans une communication commerciale, d’autant plus que celle-ci est diffusée sur les réseaux sociaux où elle peut être vue par un public jeune.
Il est en effet d’avis que le choix du métier montré n’est pas approprié dans ce contexte vu que la profession représentée ici uniquement de manière positive et humoristique, bien que légalisée en tant que telle, peut néanmoins encore être accompagnée d’abus et de désapprobation sociale qui touchent surtout les femmes. Il est également d’avis qu’il n’est pas indispensable d’utiliser un thème si controversé de manière aussi légère dans une publicité pour le produit en question, comme le démontrent d’ailleurs les autres spots qui font partie de la campagne et qui réussissent à mettre l’accent sur le produit en utilisant des situations de la vie quotidienne socialement moins délicates.
Il a dès lors estimé que la publicité concernée ne témoigne pas d’un juste sens de la responsabilité sociale dans le chef de l’annonceur sur ce point.
Compte tenu de ce qui précède, le Jury a dès lors demandé à l’annonceur de ne plus diffuser la publicité visée.
Veuillez noter que cette décision ne devient définitive qu’après l’expiration du délai d’appel.