Adverteerder / Annonceur: UNILEVER
Product-Dienst / Produit-Service: Zwan Party Rolls
Media / Média: TV
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De spot toont ouders die de deur openen voor hun dochter die haar vriend komt voorstellen en zegt: “mama, papa, dit is …”. Ze stopt als ze het bord met Zwan Party Rolls ziet dat haar moeder vasthoudt. Ze neemt er een en men ziet hen vervolgens alle vier in het salon een onverstaanbare conversatie voeren daar ze allemaal de mond vol hebben.
Voice-over: “Het ovenhapje waar iedereen de mond van vol heeft. Zwan Party Rolls, niets moet, alles Zwan.”.
Klacht(en) / Plainte(s)
Volgens de klager is het maatschappelijk onverantwoord dat er wordt gepraat met de mond vol eten. Hij moet zijn kinderen leren dat dit onbeleefd is, terwijl TV laat uitschijnen dat dit geen probleem is.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de spot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat de spot ouders, hun dochter en haar vriend toont die met hun mond vol van het gepromote product een conversatie proberen te voeren.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft de Jury er terdege nota van genomen dat deze met de spot op komische wijze wou inspelen op het contrast tussen een herkenbaar en speciaal moment waarbij de dochter haar vriend komt voorstellen en de onweerstaanbaarheid van het gepromote product waardoor de protagonisten even hun manieren vergeten.
De Jury is van mening dat deze humoristische insteek ook duidelijk blijkt uit de spot en dat deze met name niet van aard is om door de gemiddelde consument letterlijk te worden opgevat als een goedkeuring van het getoonde gedrag of als het naar voor brengen van een na te streven voorbeeld.
Gelet op het voorgaande, is de Jury van oordeel dat de spot in kwestie niet van aard is om laakbaar gedrag te tolereren of aan te moedigen en evenmin getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.