Adverteerder / Annonceur: UBISOFT
Product-Dienst / Produit-Service: Assasin’s Creed Mirage
Media / Média: TV
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De spot, met het logo PEGI 18, toont videospelfiguren die vechten, met op het einde in het groot de tekst “Je bent één van ons geworden”.
//////////
Le spot, avec le logo PEGI 18, montre des personnages de jeux vidéo qui se battent, avec à la fin le texte en grand « Tu es l’un des nôtres maintenant ».
Klacht(en) / Plainte(s)
De klaagster verwees naar de spot waarin zij een gevechtsstrijder ziet die mannen van (wat lijkt op) Arabische afkomst doodt. Volgens haar is de spot op meerdere niveaus misplaatst:
– gezien de huidige oorlog tussen Israël en de Gazastrook, zetten de moordbeelden in combinatie met de boodschap “Je bent één van ons geworden” wel heel erg aan tot haat;
– bij beïnvloedbare doelgroepen kan het overkomen alsof het oké is om te moorden;
– er wordt de laatste dagen erg gepolariseerd gereageerd op Joden en Palestijnen, soms met haatacties.
Zij vraagt om geen reclame on air te laten gaan die aanzet/kan inspireren tot geweld.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de tv-spot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij wenst vooreerst haar begrip uit te drukken voor de persoonlijke perceptie van de klaagster van de reclame in kwestie, gelet op het conflict in Israël en Palestina.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft zij er echter nota van genomen dat het historische kader van het spel Bagdad in de negende eeuw is en dat het gepromote spel slechts beoogt om de spelers een authentieke ervaring te laten beleven in dit kader.
Zij heeft vervolgens vastgesteld dat de reclame wordt uitgezonden met de vermelding van de PEGI-classificatie (Pan European Game Information) betreffende de leeftijd van consumenten voor wie het spel geschikt is (in dit geval ouder dan 18 jaar).
De Jury is van mening dat de beelden die videospelfiguren tonen duidelijk fictief zijn en in verband staan met de kenmerken van het spel waarvoor promotie wordt gevoerd.
Gelet op het voorgaande, is zij van oordeel dat de visuele en tekstuele elementen van de reclame niet choquerend zijn noch van aard om aan te zetten tot haat of om geweld te banaliseren.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
//////////
Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.
Le Jury a pris connaissance du spot TV en question et de la plainte qui le concerne.
Il tient tout d’abord à marquer sa compréhension quant à la perception personnelle de la plaignante de la publicité visée, compte tenu du conflit en Israël et en Palestine.
Suite à la réponse de l’annonceur, il a néanmoins noté que le cadre historique du jeu est Bagdad au IXème siècle et que le jeu promu ne vise qu’à faire vivre aux joueurs une expérience authentique dans ce cadre.
Il a ensuite constaté que la publicité est diffusée avec la mention de la classification PEGI (Pan European Game Information) concernant l’âge des consommateurs auxquels le jeu est adapté (les plus de 18 ans en l’occurrence).
Le Jury est d’avis que les images montrant des personnages de jeux vidéo sont clairement fictives et sont en rapport avec les caractéristiques du jeu dont il est fait la promotion.
Compte tenu de ce qui précède, il a estimé les éléments visuels et textuels de la publicité ne sont pas choquants ni de nature à inciter à la haine ou à banaliser la violence.
A défaut d’infractions aux dispositions légales ou autodisciplinaires, le Jury a estimé n’avoir pas de remarques à formuler sur ces points.
Veuillez noter que cette décision ne devient définitive qu’après l’expiration du délai d’appel.