Adverteerder / Annonceur: TUINCENTRUM PELCKMANS
Product-Dienst / Produit-Service: Bolchrysanten
Media / Média: Radio
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De radiospot gaat als volgt:
VO: “Ondertussen in het grootste vijver- en tuincentrum van de Kempen.”
Man: “Dag mevrouw Hofkens.”
Vrouw: “Dag meneer Pelckmans, ’t Is weer den tijd van ‘t jaar eh.”
Man: “Ja.”
Vrouw: “Ene keer op ‘t jaar ga ik eens naar mijn moeder zien.”
Man: “Ja.”
Vrouw: “En dan praat ik daar tegen, maar ja die zegt niks niet meer terug eh.”
Man: “Ja.”
Vrouw: “Ik kan daar niet met lege handen aankomen eh, wat stelt u voor?”
Man: “Chrysanten? Een mooi grafstuk?”
Vrouw: “Meneer Pelckmans, mijn moeder is nog wel niet dood eh.”
Man: “Oh pardon.”
VO: “Vijver- en tuincentrum Pelckmans, lekker groot, lekker goedkoop. Kijk maar op pelckmans.net. Nu potchrysanten voor maar €1,95.”
Vrouw: “Meneer Pelckmans, houdt u daar dan zelf nog iets aan over?”
Klacht(en) / Plainte(s)
De klager vindt het een lugubere reclame. Hij vraagt zich af of de adverteerder enig idee heeft hoeveel mensen hij hiermee pijn doet in deze periode van Allerheiligen.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennis genomen van de radiospot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Hoewel de Jury begrip heeft voor het persoonlijk standpunt van de klager, is zij van mening dat het humoristisch gebruik van een absurde en irrealistische situatie in de spot in kwestie voldoende duidelijk naar voor komt om ook als dusdanig te worden begrepen door de gemiddelde consument. Zij meent derhalve dat deze spot niet van aard is om door de gemiddelde consument als choquerend of kwetsend te worden ervaren.
De Jury is derhalve van oordeel dat deze reclame niet getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder en evenmin in strijd is met de JEP Regels inzake humor in reclame.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.