Adverteerder / Annonceur: STARCASINO
Product-Dienst / Produit-Service: Kansspelen online / Jeux de hasard en ligne
Media / Média: Affichage
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
L’affiche contient en haut à gauche le logo de Starcasino.be et à côté, une image d’une femme en bikini (Pommeline), avec la mention « Joueuse ».
En dessous de l’affiche, le texte “Jeux –Sports”.
//////////
De affiche bevat bovenaan links het logo van Starcasino.be.
Daarbij een afbeelding van een vrouw in bikini (Pommeline), met vermelding van “Speler” of “Winnaar”.
Onderaan de affiche de tekst “Games – Sports”.
Klacht(en) / Plainte(s)
1) Le plaignant se réfère à l’affiche avec un homme torse nu super musclé assorti du mot “Joueur” et à celle qui a suivi avec l’équivalent féminin et donc au retour en puissance de la femme-objet (de désir).
Il continue en soulignant les ravages de la marchandisation du corps de la femme et le rôle joué par la publicité. En effet, les images publicitaires font partie de notre environnement et comme tout élément qui nous entoure, elles nous imprègnent et définissent nos systèmes de valeurs. Représenter la femme comme un objet marchand est néfaste et réducteur. Cette représentation participe au continuum des violences faites aux femmes et crée de l’insécurité. Parmi les trop nombreuses conséquences négatives : des jeunes filles et des femmes qui se voient sans arrêt confrontées à cette norme oppressante et à cette perfection inatteignable, engendrant notamment des troubles au niveau de l’estime de soi ; ces mêmes jeunes filles et femmes qui sont en outre de plus en plus poussées à vouloir reproduire cette hypersexualisation pour se sentir valorisées ; ces garçons et ces jeunes hommes qui se construisent une image de la femme basée sur des stéréotypes sexistes et réducteurs ; ces hommes qui se sentent dans leur bon droit de harceler les femmes en rue et de les agresser car ils les considèrent à leur disposition, etc.
Selon le plaignant, cette publicité porte clairement atteinte à la dignité humaine de la femme. Il n’y a ici aucun rapport entre le modèle en bikini et le produit vanté, si ce n’est le slogan qui l’accompagne, à savoir « Joueuse ».
2) De klager hekelt deze volgens hem seksueel getinte reclame voor online gokken.
3) Volgens de klager is deze reclame een toonbeeld van seksuele objectificatie en de vrouw als lustobject beschouwen. Er is geen enkele reden waarom deze vrouw op zo’n manier op deze affiche moet staan om gokken te promoten.
4) Le plaignant est outré par cette publicité qui n’a pas sa place, surtout dans les gares aux yeux des enfants. Selon lui, il s’agit de sexisme pur et dur.
5) Le plaignant trouve cette publicité dénigrante car elle sexualise une femme et utilise son corps pour la comparer avec un trophée (donc un objet).
6) Le plaignant se questionne sur la pertinence de cette publicité en face de la sortie d’une école et aux abords d’une plaine de jeu.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury de première instance : Décision de modification/arrêt
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft vastgesteld dat de affiche een vrouw toont (met name Pommeline Tillière), met de tekst “Speler” of “Winnaar” (“Joueuse” in het Frans). Ze draagt enkel een bikini en staat in een positie die haar boezem benadrukt.
De Jury is van mening dat dit beeld van de vrouw in een houding als verleidster, in combinatie met de term “Joueuse”, duidelijk een seksuele toespeling bevat, bovenop de verwijzing naar de rol die door de vrouw in kwestie gespeeld werd in de realityshow “Temptation Island”, en aldus in casu vrouwen herleidt tot een lustobject.
De Jury is eveneens van mening dat de gebruikte afbeelding geen verband vertoont met de diensten van de adverteerder en dat een negatieve beeldvorming van de vrouw als lustobject ingezet wordt voor commerciële doeleinden.
De Jury is derhalve van oordeel dat het beeld van de vrouw dat verspreid wordt door de reclame denigrerend is voor de vrouw en haar menselijke waardigheid aantast.
Gelet op het voorgaande en op basis van artikels 4, alinea 1 en 12 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel en punt 3 van de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
De adverteerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Jury in eerste aanleg.
//////////
Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.
Le Jury a constaté que l’affiche montre une femme (Pommeline Tillière en l’occurrence), avec le texte « Joueuse » (« Speler » ou « Winnaar » en néerlandais). Elle ne porte qu’un bikini et se tient dans une position qui accentue sa poitrine.
Le Jury est d’avis que cette image de la femme dans une attitude de séductrice, en combinaison avec le terme « Joueuse », contient clairement une allusion sexuelle, en sus de la référence au rôle joué par la femme en question dans le reality show « Temptation Island », et réduit ainsi dans ce cas-ci les femmes à un objet de désir.
Le Jury est également d’avis que le visuel utilisé ne présente pas de lien avec les services de l’annonceur et qu’une image négative de la femme objet de désir est utilisée à des fins commerciales.
Le Jury a dès lors estimé que l’image de la femme transmise par la publicité est dénigrante pour la femme et porte atteinte à sa dignité humaine.
Compte tenu de ce qui précède et sur la base des articles 4, alinéa 1 et 12 du code de la Chambre de Commerce Internationale et du point 3 des Règles du JEP en matière de représentation de la personne, le Jury a dès lors demandé à l’annonceur de modifier la publicité et à défaut de ne plus la diffuser.
L’annonceur a interjeté appel contre la décision du Jury de première instance.
Beslissing Jury in hoger beroep: Hoger beroep ongegrond – Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury d’appel : Appel non fondé – Décision de modification/arrêt
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in hoger beroep heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury in hoger beroep heeft kennis genomen van de inhoud van de reclame voor Starcasino in kwestie en van alle elementen en standpunten die terzake meegedeeld werden in dit dossier.
Wat de argumenten van de adverteerder inzake de gevolgde procedure betreft, verduidelijkt de Jury in hoger beroep vooreerst dat de klachten niet anoniem bij de Jury werden ingediend, maar slechts, overeenkomstig artikel 6 van het JEP-reglement, gedepersonaliseerd aan de adverteerder werden overgemaakt.
Voor zover als nodig bevestigt de Jury in hoger beroep tevens dat de klachten voldoen aan de door artikel 5 van het JEP-reglement gestelde ontvankelijkheidsvereisten.
Bovendien houdt de Jury eraan te beklemtonen dat de samenstelling van de Jury in eerste aanleg en de Jury in hoger beroep publiek is en dat er tussen beide Jury’s geen overlapping bestaat op het vlak van de stemgerechtigde leden. Daarnaast voorzien artikels 3 en 8 van het JEP-reglement dat Juryleden in hun persoonlijke naam zetelen en dat Juryleden die menen hun beslissing niet ongebonden te kunnen nemen zich zullen onthouden op eigen initiatief of op verzoek van de Voorzitter.
Wat de grond van de zaak betreft, heeft de Jury in hoger beroep er nota van genomen dat de Jury in eerste aanleg met betrekking tot de affiche van Starcasino die een vrouw in bikini toont (met name Pommeline Tillière), met de tekst “Joueuse” in het Frans en “Speler” of “Winnaar” in het Nederlands, geoordeeld heeft dat deze in strijd is met artikels 4, alinea 1 en 12 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel en punt 3 van de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens aangezien het beeld van de vrouw dat verspreid wordt door de reclame denigrerend is voor de vrouw en haar menselijke waardigheid aantast.
De Jury in hoger beroep houdt eraan om vooreerst te verduidelijken dat zij zich, zoals de Jury in eerste aanleg, beperkt tot het onderzoeken van de inhoud van de aangeklaagde reclame op basis van de toepasselijke wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, zonder zich uit te spreken over de in een reclame afgebeelde personen zelf, laat staan over hun zelfbeschikkingsrecht.
Zij benadrukt tevens dat zij zich, zoals de Jury in eerste aanleg, dient uit te spreken in concrete gevallen, rekening houdend met de specificiteit van elk geval.
In casu heeft de Jury in hoger beroep er nota van genomen dat de Jury in eerste aanleg verschillende elementen in rekening heeft gebracht om tot haar besluit over de kwestieuze affiche te komen.
Zo heeft de Jury in eerste aanleg niet alleen verwezen naar het volgens haar afwezige verband tussen de gebruikte afbeelding en de diensten van de adverteerder, maar tevens naar de seksueel objectiverende connotatie van de houding van de schaars geklede vrouw als verleidster, in combinatie met de term “Joueuse”, bovenop de verwijzing naar de rol die door de vrouw in kwestie gespeeld werd in de realityshow “Temptation Island”.
In tegenstelling tot wat de adverteerder lijkt te willen suggereren, heeft de Jury in eerste aanleg derhalve niet geoordeeld dat het tonen van een vrouw in bikini in een reclame voor iets anders dan bikini’s noodzakelijkerwijs steeds problematisch is.
Zij heeft daarentegen geoordeeld dat deze specifieke affiche vrouwen reduceert tot lustobjecten en aldus denigrerend is voor vrouwen en hun menselijke waardigheid aantast.
De Jury in hoger beroep bevestigt dat dit besluit zich in casu opdringt op basis van de door de Jury in eerste aanleg weerhouden combinatie van specifieke elementen met betrekking tot de reclame in kwestie.
De Jury is met name van mening dat de adverteerder, door te verwijzen naar de sfeer van het entertainment waartoe zowel zijn diensten als de realityshow “Temptation Island” zouden behoren, onvoldoende aannemelijk maakt dat zijn affiche aldus een verband legt tussen zijn diensten en de gebruikte statische en geïsoleerde afbeelding en bewoording dat voor de gemiddelde consument die in het straatbeeld met de affiche wordt geconfronteerd voldoende duidelijk zou blijken en het gebruik van de kwestieuze statische en geïsoleerde afbeelding en bewoording zou verrechtvaardigen.
Bovendien zou het wel voldoende aannemelijk maken van een verband tussen de afbeelding en de gepromote dienst evenmin noodzakelijkerwijze volstaan om te besluiten dat een reclame niet langer in strijd kan zijn met de voornoemde bepalingen. Of anders gezegd: ook een concrete individuele reclame voor ondergoed waarop een vrouw of een man in ondergoed wordt afgebeeld zou onder omstandigheden, met name rekening houdend met de specifieke kenmerken en context van die concrete individuele reclame, strijdig kunnen worden geacht met de bepalingen waarop de Jury zich in casu baseert, maar dit is nu eenmaal op geen enkele wijze aan de orde in het onderhavige aan de Jury voorgelegde geval.
Eveneens verwijzend naar de argumentatie van de adverteerder met betrekking tot reclames met mannelijke protagonisten, brengt de Jury ten slotte tevens in herinnering dat het loutere voorhanden zijn van een mannelijke pendant van een reclame-uiting op zich genomen niet volstaat om tot het besluit te komen dat de vrouwelijke pendant waarop de klachten naar aanleiding waarvan zij dient te oordelen betrekking hebben meteen ook onproblematisch moet zijn.
Gelet op het voorgaande verklaart de Jury in hoger beroep derhalve het hoger beroep ongegrond en bevestigt zij de beslissing van de Jury in eerste aanleg.
De Jury in hoger beroep heeft de adverteerder derhalve verzocht om deze reclame te wijzigen of bij gebreke daaraan deze niet meer te verspreiden.
De beslissing van de Jury in hoger beroep is definitief.
//////////
Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) d’appel a pris la décision suivante dans ce dossier.
Le Jury d’appel a pris connaissance du contenu de la publicité en question pour Starcasino et de tous les éléments et points de vue communiqués dans ce dossier.
En ce qui concerne les arguments de l’annonceur relatifs à la procédure suivie, le Jury d’appel précise d’emblée que les plaintes n’ont pas été introduites de manière anonyme auprès du Jury, mais ont seulement été transmises de façon dépersonnalisée à l’annonceur conformément à l’article 6 du règlement du JEP.
Pour autant que de besoin, le Jury d’appel confirme également que les plaintes répondent aux conditions de recevabilité de l’article 5 du règlement du JEP.
De plus, le Jury tient à souligner que la composition du Jury de première instance et du Jury d’appel est publique et qu’entre les deux jurys, il n’y a pas de chevauchement au niveau des membres qui votent. En outre, les articles 3 et 8 du Règlement du JEP prévoient que les membres du Jury siègent à titre personnel et que les membres du Jury qui estiment ne pas être libres de leur décision s’abstiendront de leur propre initiative ou à la demande du Président.
En ce qui concerne le fond du dossier, le Jury d’appel a noté que le Jury de première instance a estimé que l’affiche de Starcasino qui montre une femme en bikini (à savoir Pommeline Tillière), avec le texte “Joueuse” en français et “Speler” ou “Winnaar” en néerlandais, est contraire aux articles 4, alinéa 1 et 12 du Code de la Chambre de Commerce Internationale et au point 3 des Règles du JEP en matière de représentation de la personne parce que l’image de la femme transmise par la publicité est dénigrante pour la femme et porte atteinte à sa dignité humaine.
Le Jury d’appel tient tout d’abord à préciser que, tout comme le Jury de première instance, il se limite à examiner le contenu de la publicité incriminée sur la base des dispositions légales ou autodisciplinaires applicables, sans se prononcer sur les personnes mêmes représentées dans une publicité et encore moins sur leur droit à l’autodétermination.
Il souligne également que, tout comme le Jury de première instance, il doit se prononcer sur des cas concrets, compte tenu de la spécificité de chaque dossier.
En l’espèce, le Jury d’appel a noté que le Jury de première instance a tenu compte de différents éléments pour arriver à sa décision concernant l’affiche litigieuse.
Ainsi, le Jury de première instance ne s’est pas seulement référé à l’absence de lien, selon lui, entre le visuel utilisé et les services de l’annonceur mais également à la connotation sexuelle instrumentalisante de l’attitude de séductrice de la femme légèrement vêtue, en combinaison avec le terme « Joueuse », en sus de la référence au rôle joué par la femme en question dans le reality show « Temptation Island ».
Contrairement à ce que l’annonceur semble vouloir suggérer, le Jury de première instance n’a pas estimé que le fait de montrer une femme en bikini dans une publicité pour autre chose que des bikinis est toujours problématique.
Il a au contraire estimé que cette affiche spécifique réduit les femmes à un objet de désir et est donc dénigrante pour les femmes et porte atteinte à leur dignité humaine.
Le Jury d’appel confirme que cette conclusion s’impose en l’espèce sur la base de la combinaison d’éléments spécifiques retenue par le Jury de première instance, concernant la publicité en question.
Le Jury est ainsi d’avis que l’annonceur, en renvoyant à l’ambiance de divertissement auquel appartiendraient aussi bien ses services que le reality show « Temptation Island », n’établit pas suffisamment que son affiche contient ainsi un lien suffisamment clair pour le consommateur moyen confronté à l’affiche dans l’espace public, entre d’une part ses services et d’autre part le visuel statique et isolé ainsi que le texte utilisés, et qui justifierait l’utilisation du visuel statique et isolé ainsi que du texte litigieux.
De plus, l’établissement clair d’un lien entre le visuel et le service promu ne suffirait pas nécessairement non plus à conclure qu’une publicité n’est plus en infraction avec les dispositions susmentionnées. En d’autres termes, une publicité spécifique concrète pour des sous-vêtements dans laquelle une femme ou un homme serait représenté(e) en sous-vêtements pourrait être considérée comme contraire aux dispositions sur lesquelles le Jury se base en l’espèce, et ce dans certaines conditions, à savoir compte tenu des caractéristiques spécifiques et du contexte de cette publicité spécifique concrète, mais ce cela ne constitue pas l’objet du cas soumis en l’espèce au Jury.
Pour répondre également à l’argumentation de l’annonceur relative à des publicités mettant en scène des protagonistes masculins, le Jury rappelle enfin que la simple existence d’un pendant masculin dans une communication publicitaire ne suffit pas en soi pour conclure que le pendant féminin auquel se rapportent les plaintes sur la base desquelles il doit se prononcer, ne pose automatiquement aucun problème.
Vu ce qui précède, le Jury d’appel déclare donc l’appel non fondé et confirme la décision du Jury de première instance.
Le Jury d’appel a dès lors demandé à l’annonceur de modifier la publicité et à défaut de ne plus la diffuser.
La décision du Jury d’appel est définitive.