Quick 02-05-2016 – Hoger beroep: Beslissing tot wijziging/stopzetting

Adverteerder / Annonceur: QUICK

Product-Dienst / Produit-Service: Warme dranken en Sweet Break

Media / Média: Internet (website, banners), Affiche

 

Beschrijving van de reclame / Description de la publicité

Op de reclame op de website, bij de tekst “Nieuw – Onze nieuwe warme dranken”, worden een tas en een glas afgebeeld.

Op de banners, bij de tekst “Sweet Break. Geniet van een break bij Quick – Ontdek de Sweet Break” worden een glas en een patisserie afgebeeld.

Op de digitale affiche, bij de tekst “Sweet break. Geniet van een break bij Quick”, worden een glas en een patisserie afgebeeld.

 

Klacht(en) / Plainte(s)

Voor de klager is het een misleidende reclame. Via de reclame wekt men de illusie dat de koffie geserveerd wordt in een tas maar in werkelijkheid is het in een beker.

 

Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting

Décision Jury de première instance : Décision de modification/arrêt

De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.

De Jury heeft vastgesteld dat de reclame op de website, bij de tekst “Nieuw – Onze nieuwe warme dranken”, een tas en een glas afbeeldt en dat de banners, bij de tekst “Sweet break. Geniet van een break bij Quick – Ontdek de Sweet Break”, een glas en een patisserie afbeelden. Zij heeft ook vastgesteld dat de digitale affichage bij de tekst “Sweet break. Geniet van een break bij Quick”, een glas en een patisserie afbeeldt.

Volgens de Jury kan de gemiddelde consument, op basis van de hogervermelde afbeeldingen, redelijkerwijze verwachten dat hij nu zijn warme drank, zoals op de reclame, in een tas of in een glas geserveerd zou krijgen en niet in een wegwerpbeker zoals in realiteit het geval is.

De Jury is meer bepaald van mening dat de reclames met afbeeldingen van een tas en van een glas en met de tekst “Nieuw – Onze nieuwe warme dranken” en “Ontdek de Sweet Break” verkeerde verwachtingen in het hoofd van de gemiddelde consument creëren met betrekking tot de aangeboden diensten en producten.

De Jury is derhalve van oordeel dat de reclames in kwestie van aard zijn om de gemiddelde consument te misleiden op dit punt, wat strijdig is met artikels 3 en 5 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel.

Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclames te wijzigen op dit punt, en bij gebreke daaraan de reclames niet meer te verspreiden.

De adverteerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Jury in eerste aanleg.

 

Beslissing Jury in hoger beroep: Hoger beroep ongegrond – Beslissing tot wijziging/stopzetting

Décision Jury d’appel : Appel non fondé – Décision de modification/arrêt

De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in hoger beroep heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.

De Jury in hoger beroep heeft kennis genomen van de inhoud van de reclames voor Quick in kwestie en van alle elementen en standpunten die terzake meegedeeld werden in dit dossier.

De Jury in hoger beroep heeft er nota van genomen dat volgens de Jury in eerste aanleg deze reclames verkeerde verwachtingen creëren in hoofde van de gemiddelde consument met betrekking tot de aangeboden producten en derhalve van aard zijn om de gemiddelde consument te kunnen misleiden.
De Jury in hoger beroep bevestigt dat dit besluit zich opdringt op basis van de verschillende elementen van dit dossier.

Naast de inhoudelijke elementen die reeds door de Jury in eerste aanleg werden weerhouden om tot dit besluit te komen, wenst de Jury in hoger beroep met name te benadrukken dat in casu geen sprake is van een voor de gemiddelde consument duidelijk als dusdanig herkenbare overdreven visualisering van de werkelijkheid, maar dat het hier gaat om een betere voorstelling van wat in werkelijkheid het geval is die, rekening houdend met de gehele context van de reclames, van aard is om door de gemiddelde consument letterlijk te worden genomen.

In die zin wordt naar het oordeel van de Jury in casu wel degelijk het specifieke verwachtingspatroon gecreëerd dat de producten in een kopje of een glas zullen worden geserveerd, in tegenstelling tot wat gebruikelijk kan worden verwacht in een fastfood restaurant.

De Jury in hoger beroep verklaart derhalve het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Jury in eerste aanleg.

De Jury in hoger beroep heeft de adverteerder derhalve op basis van de artikels 3 en 5 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel verzocht om deze reclame te wijzigen of bij gebreke daaraan deze niet meer te verspreiden.

De beslissing van de Jury in hoger beroep is definitief.

andere beslissingen