Adverteerder / Annonceur: PLANET B
Product-Dienst / Produit-Service: CGI campagnes
Media / Média: Internet (LinkedIn, website)
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De LinkedIn-post bevat de volgende tekst:
“The word is out… We are your sustainable marketing partner.
If you still believe this train was real, it wasn’t. We don’t like waste, we made this one zero waste.
Now we want to make more impact, CGI gives an unique opportunity to create sustainable marketing campaigns.
We create many CGI video’s intern where agencies would ask you €30k for.
We do this much cheaper, so contact me if you are interested to have CGI video’s like Jacquemus, Nike, Fanta, L’Oréal, WONDR care or any other big brand.
So do you also want to go viral? Do you want to make your marketing sustainable? Contact me 🙂
(Link in comments)”.
De link in de comments verwijst naar een pagina op de website van de adverteerder met de volgende tekst:
“Your sustainable marketing
A real branded train or CGI?
Maybe you saw our viral video of the WONDR train in Antwerp. Maybe you believed it was real, just like 80% of the people who saw it. The best part? This was a zero waste marketing campaign! Contact us for CGI videos that’ll blow your mind.”.
Klacht(en) / Plainte(s)
De klager deelde mee dat dit allemaal zeer vaag is en niet onderbouwd. De claims die worden gemaakt zijn dat CGI campagnes ten eerste duurzaam zijn, ten tweede zero waste zijn. Er wordt echter geen bewijs geleverd ter ondersteuning van de claims. Hij voerde meer specifiek het volgende aan in dit verband:
1/ CGI is heel energie-intensief. Tenzij de campagnes worden gemaakt met groene energie of met fossiele energie maar gecompenseerd door bv. het planten van bomen, kan men niet zomaar claimen dat ze duurzaam zijn.
2/ Zeggen dat CGI campagnes zero waste zijn, kan ook heel moeilijk gestaafd worden want dat zou willen zeggen dat er o.a. rekening wordt gehouden met de levenscyclus van de computers waarmee de campagnes worden gemaakt.
Volgens de klager kunnen geen van beide claims derhalve worden gemaakt.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury de première instance: Décision de modification/arrêt
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de reclame-uitingen in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat de betrokken reclameboodschappen ter promotie van de CGI campagnes van de adverteerder talrijke vermeldingen bevatten van “zero waste (marketing campaign)” en “sustainable marketing”.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder onder meer nota van genomen dat CGI volgens hem ontegensprekelijk een rechtstreekse impact heeft op de vermindering van de afvalstroom en aldus technologie ten goede komt van ons milieu, waarbij hij ernaar streeft de levenscyclus van de gebruikte apparatuur te optimaliseren, zijn onderliggende energiebronnen waar mogelijk hernieuwbaar te maken en zijn ecologische voetafdruk waar mogelijk te minimaliseren.
De Jury houdt eraan te benadrukken dat de adverteerder op zich genomen gerechtigd is om te communiceren over de inspanningen die hij levert op milieuvlak en over de aan zijn productiemethode verbonden positieve aspecten in dit verband.
Wat echter het voormelde in de concrete reclame-uitingen in kwestie gehanteerde taalgebruik betreft, is zij van mening dat een en ander in zeer algemene en absolute termen is geformuleerd en zich er geenszins toe beperkt om specifieke relatieve verbeteringen te claimen.
Zij is tevens de mening toegedaan dat de betrokken reclames hierbij nalaten om de gemaakte beweringen van de nodige nuancering en specificering te voorzien of daarnaar te verwijzen.
De Jury is derhalve van oordeel dat de betrokken reclames aldus wel degelijk ten onrechte de indruk wekken dat de gepromote diensten op een of andere wijze als dusdanig “duurzaam” zouden zijn en niet langer gepaard zouden gaan met negatieve milieueffecten.
Aldus houden de betrokken reclames naar het oordeel van de Jury ten aanzien van het beoogde doelpubliek wel degelijk claims in die de relatieve bijdragen waarop de adverteerder zich blijkbaar beoogt te beroepen, ruimschoots overstijgen.
Gelet op het voorgaande en op basis van artikel D1 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC-Code) en artikels 3, 6 en 7 van de Milieureclamecode, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame-uitingen in kwestie te wijzigen, en bij gebreke daaraan deze reclame niet meer te verspreiden.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.