De klager deelde mee dat het gebruik van gehandicapte personen (hier een niet-ziende) om de kwaliteiten van een cosmetisch product te promoten choquerend en volstrekt misplaatst is.
De Jury heeft deze reclame onderzocht op basis van de artikels 4 en 6 van haar reglement (zie www.jep.be, rubriek “Extra info – Juryreglement”) die voorzien dat in geval van onontvankelijkheid, manifeste inbreuken of manifest gebrek aan inbreuken, de adverteerder niet wordt uitgenodigd zijn standpunt over te maken.
De Jury heeft vastgesteld dat de Tv-spot een vrouw toont die haar gezichtsvermogen heeft verloren en die onder andere in de eerste persoon vertelt dat ze denkt dat de adverteerder haar heeft gevraagd om zijn product te testen omdat haar zintuigen zo goed ontwikkeld zijn.
De Jury is van mening dat de reclame de blinde persoon op een respectvolle manier voorstelt, haar glimlachend en goed in haar vel toont en een positief element dat haar karakteriseert naar voor brengt.
Zij is eveneens van mening dat de reclame geen choquerende of kwetsende elementen bevat.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame niet van aard is om door de gemiddelde consument te worden aanzien als denigrerend ten aanzien van een bepaalde groep van personen en dat ze de menselijke waardigheid niet aantast.
Gelet op het voorgaande is de Jury van oordeel dat de reclame niet in strijd is met de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens en evenmin getuigt van een gebrek aan behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.