De klager vindt het een lugubere reclame. Hij vraagt zich af of de adverteerder enig idee heeft hoeveel mensen hij hiermee pijn doet in deze periode van Allerheiligen.
De adverteerder beperkte zich ertoe mee te delen dat met deze radiospot reclame wordt gemaakt voor bolchrysanten die zeer traditioneel terug te vinden zijn op de kerkhoven tijdens de Allerheiligenperiode.
De Jury heeft kennis genomen van de radiospot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Hoewel de Jury begrip heeft voor het persoonlijk standpunt van de klager, is zij van mening dat het humoristisch gebruik van een absurde en irrealistische situatie in de spot in kwestie voldoende duidelijk naar voor komt om ook als dusdanig te worden begrepen door de gemiddelde consument. Zij meent derhalve dat deze spot niet van aard is om door de gemiddelde consument als choquerend of kwetsend te worden ervaren.
De Jury is derhalve van oordeel dat deze reclame niet getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder en evenmin in strijd is met de JEP Regels inzake humor in reclame.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.