Volgens de klager wordt door de zin “Bij Lunch Garden snijden we onze aardappelen heel fijn” gesuggereerd dat de frieten bijna tot een ambachtelijk product verheven worden. Niets is echter minder waar, want ze komen uiteraard gewoon uit plastic zakken van de groothandel. Volgens hem gaat hem om oneerlijke reclame.
De adverteerder deelde mee dat de tafelstaandertjes in kwestie tot doel hadden aan zijn klanten uit te leggen waarom hij is overgegaan naar dunnere frieten.
Deze dunnere frieten heeft hij gevraagd bij zijn producent van verse frieten. Inderdaad, vroeger had hij de traditionele dikkere frieten, maar hij is steeds op zoek naar betere producten en de frieten die hij nu serveert aan zijn klanten, werden gekozen door een degustatiecomité.
Hij deelde tevens mee steeds met verse frieten en nooit met diepvriesfrieten te werken.
De Jury heeft kennis genomen van de reclame in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat de reclame tot doel had om aan te kondigen dat hij is overgeschakeld naar dunnere frieten van bij zijn producent van verse frieten.
De Jury is van mening dat de gemiddelde consument de reclame ook in die zin zal begrijpen en er niet de draagwijdte aan zal geven die de klager eraan heeft gegeven in zijn klacht.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame niet van aard is om de gemiddelde consument te misleiden op dit punt.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.