De klaagster vindt het choquerend om iemand te tonen die losgekoppeld wordt van zijn beademingsmachine en sterft, en dit alles om te “sterven” van het lachen.
/
De Jury is van mening dat de duidelijk absurde toon van de reclame ter promotie van het festival in kwestie voldoende uit de spot blijkt opdat deze figuurlijk begrepen zou worden.
Zij is met name van mening dat de enscenering zodanig overdreven is dat ze niet als realistisch zal worden opgevat.
Volgens haar is de reclame in kwestie dus niet van aard om bij de gemiddelde consument als choquerend over te komen.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame niet in strijd is met de JEP-Regels inzake de afbeelding van de mens en evenmin getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.