Adverteerder / Annonceur: MIVB / STIB
Product-Dienst / Produit-Service: Campagne tegen fraude / Campagne contre la fraude
Media / Média: Affiche / Affichage
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De affiche bevat de volgende tekst:
“Frauderen is onnozel
als je een boete van € 107 tot € 408 riskeert”
en een afbeelding van een clown die haar lege broekzakken uithaalt en een agent die haar verbaliseert.
Onderaan het logo van de adverteerder.
//////////
L’affiche contient le texte suivant :
« C’est ridicule de frauder
quand on risque entre 108 € et 407 € d’amende »
et une image d’une clown qui retourne ses poches vides et d’un agent qui la verbalise.
En dessous, le logo de l’annonceur.
Klacht(en) / Plainte(s)
De klager vindt deze reclamecampagne ronduit fout. Als je weet dat er in dit land massaal en op het hoogste niveau fraude wordt gepleegd door mensen die het openbaar vervoer niet nemen, is het volgens hem misschien niet verstandig om je eigen klanten te criminaliseren. Er is misschien een reden waarom mensen soms geen ticket kunnen kopen, maar toch verwacht men ze op hun werk of op school. Hij voegde tevens toe dat deze onmenselijke campagne zo ongezien laag is en een teken van onze huidige samenleving.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de klacht en van de betrokken reclame.
Zij heeft vastgesteld dat de betrokken reclame een afbeelding van een clown bevat die haar lege broekzakken uithaalt en een agent die haar verbaliseert, en onder andere het volgende vermeldt: “Frauderen is onnozel als je een boete van € 107 tot € 408 riskeert”.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft zij er nota van genomen dat de affiche in kwestie deel uitmaakt van een campagne met verschillende visuals, die tot doel heeft om het aantal fraudegevallen op het openbaar vervoer te doen dalen, door de oplossingen (abonnementen aan verlaagde prijs en contactloos betalen als men zijn MOBIB-kaart vergeten heeft) en de gevolgen (boete) in herinnering te brengen.
In deze context is de Jury van mening dat het inderdaad gewoon gaat om een herinnering aan de regel volgens dewelke elke passagier een geldig vervoersbewijs dient te hebben en van de te betalen bedragen als men deze regel niet naleeft.
Zij is eveneens van mening dat de afbeelding van de clown en de humoristische kant ervan niet ongepast is om het ‘onnozele’ aspect te illustreren en dat de gemiddelde consument de reclame niet zal interpreteren in de zin die de klager hieraan geeft.
Zij is derhalve van oordeel dat de reclame niet van aard is om de gebruikers van het netwerk van de adverteerder te stigmatiseren of te denigeren.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
//////////
Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.
Le Jury a pris connaissance de la plainte et de la publicité concernée.
Il a constaté que la publicité concernée contient l’image d’une clown qui retourne ses poches vides et d’un agent qui la verbalise, et mentionne entre autres ce qui suit : « C’est ridicule de frauder quand on risque entre 108 € et 407 € d’amende ».
Suite à la réponse de l’annonceur, il a noté que l’affiche en question fait partie d’une campagne avec différents visuels, qui vise à réduire le taux de fraude dans les transports, tout en rappelant les solutions (abonnements à prix réduit et paiement sans contact en cas d’oubli de carte MOBIB) et les conséquences (amende).
Dans ce contexte, le Jury est d’avis qu’il s’agit en effet juste d’un rappel de la règle selon laquelle tout usager doit être muni d’un titre de transport valable et des montants à payer en cas de non-respect.
Il est également d’avis que la représentation du clown et son côté humoristique n’est pas déplacée pour illustrer l’aspect ‘ridicule’ et que le consommateur moyen n’interprètera pas la publicité dans le sens que lui donne le plaignant.
Il a dès lors estimé que la publicité n’est pas de nature à stigmatiser ni à dénigrer les utilisateurs du réseau de l’annonceur.
A défaut d’infractions aux dispositions légales ou autodisciplinaires, le Jury a estimé n’avoir pas de remarques à formuler sur ce point.
Veuillez noter que cette décision ne devient définitive qu’après l’expiration du délai d’appel.