Adverteerder / Annonceur: MEDIALAAN
Product-Dienst / Produit-Service: VTM-programma ‘The Voice van Vlaanderen’
Media / Média: TV
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
Vier aankondigingsspots voor het VTM-programma ‘The Voice van Vlaanderen’ tonen de vier coaches als bestuurder samen met fans van het programma in een oldtimer op de weg, terwijl de inzittenden onder meer meezingen met liedjes op de radio, dansbewegingen maken waarbij de respectievelijke bestuurders soms het stuur loslaten.
In de verschillende spots komt de oldtimer ook van buiten gefilmd rijdend op de weg in beeld.
De voice-over zegt onder meer: “De strafste fans hebben we al. Nu nog de grootste stemmen. The Voice, vanaf vrijdag bij VTM.”.
Als tekst op het scherm verschijnt onder meer: “The Voice van Vlaanderen – De strafste fans van The Voice warmen zich op voor het nieuwe seizoen. – VTM The Voice van Vlaanderen. Nieuw seizoen 20.40, vrijdag”.
Klacht(en) / Plainte(s)
De klager verwijst naar het in een wagen rijden zonder handen, zingen en meedansen tijdens de rit, veel naar “fans” kijken en maakt zich zorgen over wat er zou gebeuren als de jeugd dit zou nadoen. Volgens hem strookt dit ook niet met het op 1 september omdopen van de straten tot schoolstraten voor de veiligheid van de zwakke weggebruiker.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury de première instance: Décision de modification/arrêt
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennis genomen van de vier op TV uitgezonden aankondigingsspots voor het VTM-programma ‘The Voice van Vlaanderen’ en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat de spots de vier coaches als bestuurder samen met fans van het programma in een oldtimer op de weg tonen, terwijl de inzittenden onder meer meezingen met liedjes op de radio, dansbewegingen maken en druk gesticuleren. Zij heeft tevens vastgesteld dat de respectievelijke bestuurders meermaals het stuur loslaten, meezingen en gesticuleren en in het algemeen zeer veel aandacht besteden aan de aanwezige fans.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder, heeft de Jury genoteerd dat deze spots inspelen op de zogenaamde “Carpool Karaoke” uit het programma “The Late Night Show”.
Ze heeft eveneens genoteerd dat bij het filmen van de spots de betreffende oldtimer op een truck stond en dat de coaches dus niet zelf reden. De Jury is echter van mening dat niet duidelijk blijkt uit de TV-spots zelf dat het van binnen gefilmde voertuig niet deelneemt aan het verkeer, temeer daar de verschillende spots ook beelden bevatten van het voertuig in kwestie van buiten gefilmd rijdend op de weg, en dat dit element dus niet relevant is om deze spots als zodanig te onderzoeken.
De Jury is in dit verband van mening dat het de algemene indruk die uit de spots naar voor komt is die primeert en dat het door de spots in kwestie voor de gemiddelde consument gecreëerde beeld wel degelijk dat van een rit in de oldtimer is en dat bij het in beeld brengen van deze rit in het van binnen gefilmde voertuig duidelijk onverantwoord gedrag op de weg wordt getoond.
De Jury is derhalve van oordeel dat de verschillende scènes en elementen die hierboven werden aangehaald weergaves zijn van handelingen die mogelijk gevaarlijk zijn en situaties waar de veiligheid niet gerespecteerd wordt en dat ze in strijd zijn met artikel 17 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel.
De Jury is eveneens van oordeel dat de spots op deze punten aldus getuigen van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in de zin van artikels 1, alinea 2 en 4, alinea 3 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de TV-spots in kwestie te wijzigen, en bij gebreke daaraan de TV-spots niet meer te verspreiden.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.