Mediahuis – Gazet van Antwerpen 17-04-2018: Geen opmerkingen

Adverteerder / Annonceur: MEDIAHUIS

Product-Dienst / Produit-Service: Gazet van Antwerpen

Media / Média: Radio

 

Beschrijving van de reclame / Description de la publicité

De radiospot gaat als volgt:
Vrouw: “Oh, iets lager schat.”
Man: “Ah, serieus? Ik dacht eigenlijk iets hoger.”
Vrouw: “Nee nee, zeker. Lager. Ja, daar. Dat is het.”
VO: “Hoe hoog…”
Vrouw: “Nee, laag.”
VO: “Denk jij dat jouw gemeente scoort op belangrijke thema’s? Doe een gokje op gva.be/twaalfvragen. Vanaf donderdag 12 april ontdek je met Gazet van Antwerpen 12 weken lang of je te hoog, te laag …”
Vrouw: “Of er boenk op zat.”
VO: “Surf snel naar gva.be/twaalfvragen. Gazet van Antwerpen, gazet van antwoorden.”

Klacht(en) / Plainte(s)

De klager kaart aan dat de reclame op een uur waarop kinderen luisteren een niets aan de verbeelding overlatende suggestie oproept van een vrijend koppel waarvan de man niet goed weet wat de juiste “ingang” bij de vrouw is.

Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques

De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.

De Jury heeft kennisgenomen van de radiospot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.

Zij heeft vastgesteld dat de radiospot ter promotie van redactionele inhoud in het betrokken dagblad omtrent de score van gemeenten over bepaalde thema’s bij aanvang een vrouw en een man aan het woord laat, waarbij de vrouw kreunend aan de man duidelijk probeert te maken dat iets zich lager bevindt.

De Jury is van mening dat de reclame in kwestie gerealiseerd is op een opvallende en overdreven manier en zonder voor de jongste luisteraars expliciete seksuele toespeling.

Rekening houdend met de huidige maatschappelijke context, is de Jury van oordeel dat de radiospot niet indruist tegen de geldende fatsoensnormen en evenmin de waardigheid van de vrouw aantast.

De Jury is eveneens van oordeel dat deze reclame niet van aard is om morele schade toe te brengen aan kinderen of jongeren.

Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.

Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.

andere beslissingen