Adverteerder / Annonceur: LIDL
Product-Dienst / Produit-Service: Aardbeien / Fraises
Media / Média: Radio
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De radiospot gaat als volgt:
Een vrouwenstem roept: “Help, ik heb honger!”
VO: “De superhero promo’s van Lidl. De superpromo’s die jouw portemonnee komen redden. Tot en met dinsdag 50% korting op Hoogstraten aardbeien. Da’s maar € 1,99 voor 500 gram.”
Vrouw: “Dank u Lidl.”
VO: « Lidl, voor iedereen die telt.”
//////////
Le spot radio se déroule ainsi :
Une voix de femme crie : « Au secours, j’ai faim ! »
VO : « Les promos super héros de Lidl. Les super promos qui sauvent votre portefeuille. Avec jusqu’à mardi inclus moins 60% sur les fraises de Hoogstraten. Soit seulement 1,99 € les 500 grammes. »
Femme : « Oh, merci Lidl. »
VO : « Lidl, pour tous ceux qui comptent. ».
Klacht(en) / Plainte(s)
1) Le plaignant a communiqué qu’il est inconcevable de se moquer des gens qui ont faim. Cette inconscience n’est pas défendable à ses yeux.
2) Le plaignant se réfère à un spot où un enfant crie plusieurs fois « maman, j’ai faim » et à la fin remercie Lidl. Il est tout à fait indécent selon lui de crier « j’ai faim » dans un monde de surconsommation alors qu’il y a de par le monde tant de famines, de manque cruel d’eau potable, de pénurie de médicaments essentiels, et cela à cause des guerres.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de klachten en van de radiospot in kwestie.
Zij heeft vastgesteld dat deze begint met een vrouwenstem die roept: “Help, ik heb honger!” om vervolgens de “superhero promo’s” in de kijker te zetten, in dit geval voor aardbeien.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder, heeft de Jury genoteerd dat de reclame als doel heeft om zich op een ludieke manier te presenteren als de retailer die op het juiste moment de juiste promo brengt en dit op basis van het thema van de superheld die de portefeuille van de klant komt redden.
De Jury is van mening dat het overdreven karakter van de spot onmiskenbaar duidelijk is voor de gemiddelde consument.
Zij is ook van mening dat door een vrouw af te beelden die schreeuwt dat ze honger heeft en een superheld die aankomt om te helpen, de adverteerder daarom nog niet meteen de realiteit van mensen die echt honger lijden negeert en er zeker de draak niet mee steekt. Volgens haar zal de gemiddelde consument het concept en de echte bedoeling van de reclame in kwestie begrijpen.
In deze context is de Jury derhalve van oordeel dat de radiospot in kwestie niet getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder op dit punt.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
//////////
Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.
Le Jury a pris connaissance des plaintes et du spot radio concerné.
Il a constaté que celui-ci commence avec une voix de femme qui crie : « Au secours, j’ai faim ! » pour ensuite mettre en avant les « promos super héros », en l’occurrence pour des fraises.
Suite à la réponse de l’annonceur, le Jury a noté que le but de la publicité est de se présenter de manière ludique comme le détaillant qui apporte la bonne promotion au bon moment et ce, sur le thème du super-héros qui vient sauver le portefeuille du client.
Le Jury est d’avis que le caractère exagéré de la mise en scène du spot est indéniablement clair pour le consommateur moyen.
Il est également d’avis qu’en évoquant ainsi une femme qui crie qu’elle a faim et un super héros qui arrive à l’aide, l’annonceur ne fait pas pour autant fi de la réalité des personnes souffrant réellement de la faim et ne plaisante certainement pas à leur propos. Selon lui, le consommateur moyen comprendra le concept et l’intention réelle de la publicité en question.
Dans ce contexte, le Jury a donc estimé que le spot radio visé ne témoigne pas d’un manque de juste sens de la responsabilité sociale dans le chef de l’annonceur sur ce point.
A défaut d’infraction aux dispositions légales et autodisciplinaires, le Jury a estimé n’avoir pas de remarques à formuler sur ce point.
Veuillez noter que cette décision ne devient définitive qu’après l’expiration du délai d’appel.