Lidl 18-12-2019: Geen opmerkingen

Adverteerder / Annonceur: LIDL

Product-Dienst / Produit-Service: Feestproducten / Produits pour les fêtes

Media / Média: TV

 

Beschrijving van de reclame / Description de la publicité

De tv-spot gaat als volgt:

VO: “Ah Kerstmis, de schoonste tijd van ’t jaar. Alhoewel.”.

Men ziet een familie rond de tafel. Aan een kant denkt een man: “Als dieje nu straks over die erfenis begint eh”. Aan de andere kant van de tafel zegt een man: “Eigenlijk heb ik meer recht op het huis, toch?”.

Met kerstmuziek op de achtergrond tonen de vertraagde beelden de eerste man die, furieus, een kreeft lanceert (“19.99 500g”), de andere man die omvalt en zijn glas omgooit en die al lachend oesters naar hem lanceert (“6.99 12 stuks”). De eerste man reageert met een lamskotelet (“8.99 300g”). De andere moedigt een meisjes aan om een kom kroketten te gooien (“0,75 1kg”). Een oudere man neemt een kalkoenbout vast om deze te lanceren. De andere tafelgasten kijken stomverbaasd naar de scène.

Vervolgens wordt teruggekeerd naar de beelden van het begin van de spot.
VO: “Maar ja, wat is de kans dat dat echt gebeurt eh? Lidl wenst u deze Kerst smakelijke discussies.”
Men ziet het logo van de adverteerder en hoort op de achtergrond de stem van een man: “Seg, efkes over die erfenis. Eigenlijk…”.

//////////

Le spot TV se déroule ainsi :

VO : « Ah Noël, le plus beau moment de l’année. Tout le monde se sent à l’aise. Enfin, presque. ».

On voit une famille autour de la table. A un bout, un homme pense : « Si tu viens avec cette histoire d’héritage, je te promets … ». A l’autre bout de la table, un homme dit : « Donc la maison devrait être pour moi. C’est vrai, Pierre. ».

Sur fond de musique de Noël, les images au ralenti montrent le premier homme, furieux, qui lance un homard (« 19.99 500 g »), l’autre homme qui bascule en renversant son verre et lui envoie des huîtres en riant (« 6.99 12 pièces »). Le premier homme réplique avec une côtelette d’agneau (« 8.99 300 g »). L’autre encourage une fillette à balancer un plat de croquettes (« 0,75 1 kg »). Un homme plus âgé attrape une cuisse de la dinde pour la lancer. Les autres convives regardent la scène, interdits.

On revient ensuite aux images du début du spot.
VO : « Oui mais, entre nous, quelle est la probabilité que ça se produise ?
Pour Noël, Lidl vous souhaite de délicieuses discussions. »
On voit le logo de l’annonceur et on entend en arrière-fond une voix d’homme : « D’ailleurs, à propos de l’héritage … ».

Klacht(en) / Plainte(s)

1) De klager meent dat deze spot, die de protagonisten toont die feestvoedingsmiddelen gooien met daarbij vermeldingen die de lage prijs onder de aandacht brengen, blijk geeft van een gebrek aan eerbied wat betreft het probleem van het voedingsbeheer.

2) De klaagster vindt deze reclame een schande in een tijd waarin zoveel mensen honger lijden, geen Kerst kunnen vieren om zoveel verschillende redenen en waarin voedsel schaars aan het worden is en duur. Bovendien zijn die dieren dan ook nog eens moeten sterven om ons te voeden en dus niet om gewoon verspild te worden in een dom voedselgevecht over gelijk wat. Zij is hiervan echt gedegouteerd en ontdaan.

3) De klager vindt het niet echt van onze tijd om zoiets te doen. Sommige mensen hebben het niet breed en deze reclame kan volgens hem niet door de beugel: eten is niet om mee te gooien.

//////////

1) Le plaignant trouve que dans le spot qui montre les protagonistes qui lancent des denrées alimentaires de fête avec des mentions mettant en évidence le faible prix, il y a un manque de considération par rapport au problème de la gestion de la nourriture.

2) La plaignante trouve cette publicité scandaleuse à un moment où tant de gens souffrent de la faim, ne peuvent pas fêter Noël pour tellement de raisons différentes et où la nourriture devient rare et chère. De plus, ces animaux doivent aussi mourir pour nous nourrir et donc pas simplement pour être gaspillés dans une stupide bataille alimentaire pour n’importe quoi. Elle est vraiment dégoûtée et bouleversée.

3) Le plaignant trouve que ce n’est pas de notre temps de faire une telle chose. Certaines personnes ne sont pas à l’aise et cette publicité est inacceptable selon lui : la nourriture ne peut pas être jetée.

Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques

De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.

De Jury heeft kennisgenomen van de klachten met betrekking tot in het bijzonder voedselverspilling en respect voor dieren.

Zij heeft tevens kennisgenomen van de tv-spot in kwestie en heeft vastgesteld dat de vertraagde beelden die personen tonen die voedingsmiddelen als projectielen gebruiken een ingebeelde scène weergeven die zich afspeelt naar aanleiding van een gedachte van een van de tafelgasten.

Volgens de Jury zijn deze beelden duidelijk onrealistisch en overdreven.

Zij is derhalve van mening dat deze spot niet van aard is om letterlijk opgevat te worden door de gemiddelde consument en dat deze met name niet aanzet tot het verspillen van voedsel.

Zij is eveneens van mening dat de spot respect ten aanzien van voeding of ten aanzien van dieren niet in twijfel trekt.

Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft de Jury er ten slotte nota van genomen dat deze verschillende maatregelen heeft genomen bij de opnames van de spot in kwestie om het effectief gebruik van producten te beperken.

Gelet op het voorgaande is zij van oordeel dat de betrokken tv-spot niet getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder op deze punten.

De Jury heeft de klachten derhalve ongegrond verklaard.

Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.

//////////

Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.

Le Jury a pris connaissance des plaintes concernant en particulier le gaspillage d’aliments et le respect des animaux.

Il a également pris connaissance du spot TV en question et a constaté que les images au ralenti mettant en scène des personnes qui utilisent des aliments comme projectiles évoquent une scène imaginaire se déroulant suite à une pensée d’un des convives.

Selon le Jury, ces images sont clairement irréalistes et décalées.

Il est donc d’avis que ce spot n’est pas de nature à être pris au premier degré par le consommateur moyen et qu’il n’incite notamment pas à gaspiller de la nourriture.

Il est également d’avis que le spot ne remet pas en cause le respect envers la nourriture ni envers les animaux.

Suite à la réponse de l’annonceur, le Jury a enfin noté que celui-ci a pris différentes mesures lors de la réalisation du spot en question pour limiter l’utilisation effective de produits.

Compte tenu de ce qui précède, il a estimé que le spot TV concerné ne témoigne pas d’un manque de juste sens de la responsabilité sociale dans le chef de l’annonceur sur ces points.

Le Jury a dès lors déclaré les plaintes non fondées.

Veuillez noter que cette décision ne devient définitive qu’après l’expiration du délai d’appel.

andere beslissingen