Adverteerder / Annonceur: GAIA
Product-Dienst / Produit-Service: Campagne ‘De kip moet uit de kooi’
Media / Média: TV
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De spot toont beelden van kippen in kooien en van Vlaams minister van dierenwelzijn Ben Weyts die het volgende zegt: “Het is onze verdomde plicht om vermijdbaar dierenleed ook effectief te vermijden.”. Sommige kippen zijn verwond of dood.
Tekst op het eindscherm: “Beste minister, doe uw verdomde plicht. Haal kippen uit de kooi. Alle kooien.”, logo GAIA en gaia.be.
Klacht(en) / Plainte(s)
De klaagster voerde aan dat de beelden van kippen die verminkt en dood zijn niet ethisch zijn en dat deze reclame ook komt bij programma’s die je samen met je kind kunt kijken.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de tv-spot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat deze spot beelden toont van Vlaams minister van dierenwelzijn Ben Weyts en van kippen in kooien.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder, heeft de Jury er nota van genomen dat het hier gaat om een aanklacht van dierenleed van miljoenen kippen in Vlaanderen en dat hij daarbij de bevoegde minister op zijn verantwoordelijkheid wil wijzen.
De Jury heeft er eveneens nota van genomen dat de spot ook als doel heeft om zoveel mogelijk mensen te informeren over de realiteit van leghennen in kooien in Vlaanderen.
Zij is van mening dat dit nagestreefde doel van de campagne voldoende duidelijk blijkt uit de spot en dat de gebruikte beelden een rechtstreeks en proportioneel verband hiermee vertonen.
De Jury is derhalve van oordeel dat de spot in kwestie niet in strijd is met de JEP-Regels inzake niet-commerciële reclame en niet getuigt van een gebrek aan behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.