Adverteerder / Annonceur: GAIA
Product-Dienst / Produit-Service: Campagne voor het sluiten van wet markets
Media / Média: Dagblad
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De advertentie met als titel “Wij hebben er genoeg van!” bevat een afbeelding van dieren met elk een bord met een woord. Een schubdier met “Covid-19”, een varken met “Varkenspest”, een koe met “Gekkekoeienziekte”, een kip met “Vogelgriep”, een vleermuis met “Ebola” en een civetkat met “SARS”.
Daaronder de volgende tekst:
“Covid-19. Ebola. SARS. Vogelgriep. Gekkekoeienziekte. Creutzfeldt-Jakob. Varkenspest, …
Wet markets, overal bloed, ingewanden, verschillende diersoorten in openlucht geslacht.
De handel in wilde dieren, weggevangen uit de natuur, vaak beschermde soorten, vernielde biotopen.
Bushmeat, ook te koop in België.
Verre veetransporten, duizenden kilometers onderweg, veemarkten, verspreiders van dierenziektes.
Industriële kwekerijen, intensieve veehouderij, dieren dicht op elkaar, behandeld als producten.”
Onderaan, naast het logo van de adverteerder (“GAIA – Voice of the Voiceless”):
“Zoönosen. Epidemieën. Pandemieën. Dierenziektes.
Varkenspest. BSE. Creutzfeldt-Jakob. Vogelgriep. Ebola. SARS. Covid-19.
Dierenleed. Menselijk leed.
Wij hebben er genoeg van!
Meer info: www.gaia.be”.
Klacht(en) / Plainte(s)
1) Volgens de klaagster misbruikt GAIA de huidige Covid-19 pandemie, die zeer veel mensenleed veroorzaakt, om enkele punten aan te halen rond dierenleed. Ze gaf toe dat Covid-19, SARS en Ebola hun oorzaak hebben bij allerlei wanpraktijken en gaat volledig akkoord om dit een halt toe te roepen. Het stoorde haar echter dat op diezelfde affiche varkens, runderen en kippen worden geplaatst. De landbouw is hierin niet de oorzaak. Dierenziektes die de voorbije jaren in België waren, vinden hier hun oorzaak niet. Het is volgens haar daarom misplaatst om de landbouwer/veehouder gelijk te stellen aan diegenen die aan de basis liggen van Covid-19 etc. Zij meent dat GAIA de waarheid verdraait om zijn boodschap kracht bij te zetten en hier de grenzen van het fatsoen overschreden heeft.
2) De klager vroeg zich af of de informatie in de advertentie juist is of pure stemmingmakerij en bangmakerij en of dit ethisch verantwoord is in deze tijden.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de advertentie in kwestie en van de klachten die daarop betrekking hebben.
Zij heeft vooreerst benadrukt dat ze zich beperkt tot het onderzoek van de inhoud van de reclame in kwestie, zonder zich te buigen over het debat inzake de verschillende oorzaken van ziektes of infecties die worden overgedragen van dieren op mensen of zoönosen, dat niet tot haar bevoegdheid behoort.
De Jury heeft de advertentie vervolgens in het bijzonder getoetst aan de JEP-Regels inzake niet-commerciële reclame.
In dit verband heeft de Jury er nota van genomen dat de adverteerder in zijn reactie aangeeft dat hij als dierenrechtenorganisatie met de advertentie bij wijze van globale systeemkritiek onder de aandacht wou brengen dat uitbraken van in de advertentie vermelde epidemieën, pandemieën en dierenziektes allerhande telkens ook zeer veel dierenleed hebben teweeggebracht bovenop het menselijk leed en de vinger wou leggen op de menselijke gezondheidsrisico’s van industriële/intensieve veehouderij- en vleesproductiesystemen.
Zij heeft tevens vastgesteld dat het logo van de adverteerder (“GAIA – Voice of the Voiceless”) duidelijk figureert op de reclame, en dat het publiek derhalve niet alleen weet aan welk type argumentatie het zich mag verwachten, maar tevens geacht mag worden er zich rekenschap van te geven dat één en ander een standpunt in een complex debat met verschillende standpunten betreft waarin de Jury zich, het weze herhaald, als dusdanig niet kan uitspreken.
Wat het centrale campagnebeeld met de bijhorende teksten betreft, is de Jury bovendien van mening dat uit de advertentie niet blijkt dat landbouwers / veehouders persoonlijk geviseerd of verantwoordelijk gesteld zouden worden voor de huidige coronavirus-pandemie, maar veeleer deze laatste in het raam van een ruimere problematiek plaatst aan de hand van een weliswaar kritische maar beschrijvende tekst.
Zij is met name van oordeel dat de boodschap die de adverteerder aldus wil communiceren duidelijk blijkt uit de advertentie. De Jury is eveneens van mening dat het concept en de uitwerking van de advertentie een rechtstreeks verband vertonen met de over te brengen boodschap en het nagestreefde doel van de campagne en in verhouding zijn met het nagestreefde doel van sensibilisering van de adverteerder.
De Jury is derhalve van mening dat deze niet-commerciële advertentie doorheen haar boodschap aldus wel degelijk vooral beoogt een kwestie aan te kaarten vanuit de visie van de adverteerder inzake de aan een bepaalde houding ten aanzien van dieren verbonden nadelen, zonder dat het daarom echter, vanuit het standpunt van de gemiddelde consument, zou gaan om een stigmatiserende communicatie tegenover landbouwers / veehouders of om een communicatie die nodeloos angst inboezemt.
In deze context is de Jury derhalve van oordeel dat de reclame geen categorie van personen denigreert en evenmin ten onrechte inspeelt op angst of misbruik maakt van ongeluk en lijden.
Zij is tevens van oordeel dat de reclame aldus niet in strijd is met de verschillende punten van de JEP-Regels inzake niet-commerciële reclame.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.