Adverteerder / Annonceur: STREAMZ
Product-Dienst / Produit-Service: Streamz
Media / Média: Bioscoop
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De spot toont verschillende fragmenten van nieuwe films en series die bij de adverteerder te zien zullen zijn, waaronder beelden uit de serie “2DEZIT” van een naakte man die staand seks heeft met een kreunende naakte vrouw die hij door de kamer draagt.
Klacht(en) / Plainte(s)
De klager voerde aan dat hij deze reclameboodschap waarvan een van de shots duidelijk een naakte man toont die een naakte vrouw rechtstaand van voren “neukt” zag in een reclameblok net voor de kinderfilm “Vogelvlucht” in de bioscoop op een zaterdagnamiddag. Hij vindt dit absoluut niet door de beugel kunnen net voor een kinderfilm, en ook zonder waarschuwing voor ongepaste seksueel getinte beelden. Zijn zesjarige zoon vroeg daarna wat hij gezien had en volgens hem zijn dit soort beelden genoeg om kinderen te beïnvloeden.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury de première instance: Décision de modification/arrêt
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de spot ter promotie van het najaarsaanbod van de adverteerder en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat deze spot verschillende fragmenten toont van nieuwe films en series die bij de adverteerder te zien zullen zijn, waaronder beelden uit de serie “2DEZIT” van een naakte man die staand seks heeft met een kreunende naakte vrouw die hij door de kamer draagt.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft zij er onder meer nota van genomen dat deze voorafgaand aan het lanceren van de spot, via zijn communicatieagentschap aan de reclameregie had bevestigd dat de programmering van de spot als “No Kids” diende te worden geboekt, maar dat gebleken is dat er bij de reclameregie een fout heeft plaatsgevonden in de planning van haar distributiesysteem waardoor de spot voor een aantal kinderfilms werd geplaatst.
Wat de inhoud van de spot in het algemeen betreft, is de Jury van mening dat deze spot zich er, zoals bij trailers gebruikelijk is, toe beperkt om een selectie van fragmenten uit de gepromote films en series te tonen en aldus informatie te geven in verband met hun genre.
Zij is van mening dat de gebruikte beelden aldus een getrouwe weergave van de betrokken films en series beogen te vormen, zonder daarom echter overdreven seksueel getint te zijn ten aanzien van het brede publiek waarop de gepromote films en series en de reclamespot ervoor zich richten.
De Jury is met name van oordeel dat deze reclame niet van aard is om de gemiddelde consument te choqueren en derhalve als dusdanig niet indruist tegen de geldende fatsoensnormen of getuigt van een onbehoorlijk maatschappelijk of professioneel verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Dit neemt echter niet weg dat de Jury tevens de mening is toegedaan dat de geselecteerde scène met zeer seksueel getinte beelden waarnaar de klacht verwijst wel degelijk ongeschikt is voor jongere kijkers.
Zij is derhalve van oordeel dat deze spot van aard is om choquerend over te komen voor jonge kijkers die ermee worden geconfronteerd, wat in casu klaarblijkelijk het geval is geweest, getuige waarvan zowel het antwoord van de adverteerder als de ontvangen klacht op dit punt.
Gelet op het voorgaande en op basis van artikel 18.3 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC-Code), heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame in kwestie niet meer te verspreiden in een context waarin jongere kijkers geacht mogen worden te kijken zoals in casu het geval was.
In dit verband heeft de Jury er terdege nota van genomen dat de adverteerder reeds had bevestigd dat de reclamespot ondertussen niet meer werd vertoond in de bioscoopzalen en benadrukt dat hij met zijn communicatieagentschap en de reclameregie zal samenzitten om dergelijke voorvallen in de toekomst te voorkomen.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.