Adverteerder / Annonceur: HÖRMANN
Product-Dienst / Produit-Service: Poorten en deuren / Portes
Media / Média: Radio
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De radiospot gaat als volgt:
Man: “Ben thuis.”
Vrouw: “Mm.”
Man: “Oei, is er iets?”
Vrouw: “Nee.”
Man: “Echt niet?”
Vrouw: “Nee.”
Man: “Allee, vertel.”
Vrouw: “Die van hiernaast hebben een nieuwe garagepoort.”
Man: “Ja, en?”
Vrouw: “Van Hörmann.”
Man: “’t Is niet waar eh.”
Vrouw: “’t Is wel waar.”
Man: “Maar dat gaan we toch nooit kunnen overtreffen.”
Vrouw: “Ik zeg het toch.”
Man: “Maar wacht eens. Wij kopen een poort en een deur van Hörmann.”
Vrouw: “Goh, echt? Oho, maar daar gaan ze niet mee kunnen lachen ze.”
//////////
Le spot se déroule ainsi :
Homme : « Je suis rentré. »
Femme : « Mmm. »
Homme : « Quelque chose ne va pas ? »
Femme : « Non. »
Homme : « Mais si, quelque chose ne va pas. »
Femme : « Non ! »
Homme : « Mais allez, raconte. »
Femme : « Les voisins ont une nouvelle porte de garage, voilà. »
Homme : « Et alors ? »
Femme : « C’est une porte Hörmann. »
Homme : « C’est pas vrai ? »
Femme : « Si, c’est vrai. »
Homme : « Qu’est-ce qu’on va faire maintenant ? »
Femme : « Mais, je sais pas. »
Homme : « J’ai une idée, on n’a qu’à acheter une porte de garage et une porte d’entrée de Hörmann. »
Femme : « Olala, ça va pas leur plaire ça. »
Homme : « Non, ils ne vont pas être contents ! »
Klacht(en) / Plainte(s)
1) La plaignante est choquée par ce spot. Elle se demande quelles sont les valeurs qui sous-tendent une telle publicité et si c’est vraiment nécessaire de jouer sur des sentiments négatifs (jalousie, envie, conflit).
2) La plaignante reprend le scénario du spot en évoquant le dépit, la jalousie et la surenchère et désapprouve cette mentalité.
//////////
3) De klaagster en haar kinderen zijn verontwaardigd bij het horen van deze reclame die allesbehalve een bijdrage aan een positieve gezonde mentale leefwereld voor Belgen is. Verwijzend naar de vaststelling dat vele mensen met burn-out en depressies kampen en dat wij in een maatschappij leven waarin mensen het gevoel hebben ‘te moeten’ om ‘erbij te horen’, vraagt ze zich af wat een druk dit niet betekent voor mensen die niet beter weten en wat een voorbeeld dit vormt voor kinderen en jongeren. Dit creëert volgens haar een minderwaardigheidsgevoel – gebaseerd op uiterlijkheden.
4) De klaagster vindt de reclamespot en zijn negatieve boodschap niet bevorderlijk voor een goede, positieve samenleving en stoort zich aan de aanmoediging dat men zijn buren moet ‘overtreffen’. Zij haalde aan dat de zon voor iedereen mag schijnen zonder dat er na-ijver moet zijn. Volgens haar zijn dergelijke hersenspoelingen zoals de reclamespot schadelijk voor de mentaliteitsvorming van jongeren en voor mensen die beïnvloedbaar zijn.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de radiospot in kwestie en van de klachten die daarop betrekking hebben.
Zij heeft vastgesteld dat deze spot, zoals de adverteerder erkent, bij wijze van humor het eeuwenoude en herkenbare cliché van “kijk wat de buren doen” gebruikt om promotie te voeren voor garagepoorten en deuren.
Volgens haar dient de enscenering duidelijk figuurlijk genomen te worden en zal deze door de gemiddelde consument niet begrepen worden in de zin die de klagers eraan geven.
De Jury is derhalve van oordeel dat de betrokken reclame geen antisociaal gedrag tolereert of aanmoedigt en evenmin getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.
//////////
Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.
Le Jury a pris connaissance du spot radio en question et des plaintes qui le concernent.
Il a constaté que ce spot, comme le reconnaît l’annonceur, utilise à titre humoristique le cliché éculé et reconnaissable de « regarde ce que font les voisins » pour faire la promotion de portes de garage et portes d’entrée.
Selon lui, la mise en scène est clairement à prendre au second degré et ne sera pas interprétée par le consommateur moyen dans le sens que lui donnent les plaignants.
Le Jury a dès lors estimé que la publicité concernée ne semble pas cautionner ou encourager de comportement antisocial et ne témoigne pas non plus d’un manque de juste sens de la responsabilité sociale de la part de l’annonceur.
A défaut d’infractions aux dispositions légales ou autodisciplinaires, le Jury a estimé n’avoir pas de remarques à formuler sur ces points.
Veuillez noter que cette décision ne devient définitive qu’après l’expiration du délai d’appel.