Adverteerder / Annonceur: DELA
Product-Dienst / Produit-Service: Uitvaartzorgplan
Media / Média: Radio
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De radiospot gaat als volgt:
VO: “Stel, je bent gestorven. ’t Is nogal snel gegaan. Iedereen zit al aan de koffietafel en al ben je gestorven, je leeft altijd voort in de herinnering van de anderen. Zorg er dus voor dat men straks met de glimlach aan je terugdenkt omdat je lief was, zorgzaam en misschien ook omdat je een uitvaartverzekering had. Dela, zo zorg je voor elkaar. Het Dela uitvaartzorgplan is een levensverzekering tak 21.”
Klacht(en) / Plainte(s)
De klaagster vindt deze spot inhoudelijk beneden alle peil en agressief: “nabestaanden” hebben wel andere gevoeligheden dan deze reclame laat uitschijnen. De dood is voor haar geen taboe want zij werd er onlangs nog mee geconfronteerd, maar het is alleszins niet banaal en ook niet “om te lachen”. Dat de openbare omroep dit soort wansmakelijke grappen toelaat, wellicht ook omwille van commerciële doeleinden, vindt zij kwetsend.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de radiospot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij houdt er vooreerst aan te benadrukken dat haar bevoegdheid zich beperkt tot de inhoud van de reclame en dat zij zich niet uitspreekt over de aangeboden producten of diensten.
De Jury heeft vastgesteld dat de spot ter promotie van het uitvaartzorgplan van de adverteerder een man aan het woord laat die onder meer beschrijft hoe mensen aan de overledene zullen terugdenken en dat er dus een rechtstreeks verband is tussen de inhoud van de reclame en het gepromote product.
Hoewel zij erkent dat het onderwerp inderdaad gevoelig kan liggen voor sommige mensen, is de Jury van mening dat het in de spot in kwestie op een niet-choquerende manier en met voldoende kiesheid wordt behandeld, zodat geen sprake is van het banaliseren of in het belachelijke trekken van de dood.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame geen afbreuk doet aan de menselijke waardigheid en evenmin misbruik maakt van ongeluk en lijden.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.