Artsen Zonder Grenzen 23-01-2019: Pas de remarques

Adverteerder / Annonceur: ARTSEN ZONDER GRENZEN

Product-Dienst / Produit-Service: Fondsenwerving

Media / Média: Radio

 

Beschrijving van de reclame / Description de la publicité

De campagne bevat 4 radiospots die hetzelfde stramien volgen, met als thema’s moedersterfte, vluchtelingen, conflicten en HIV/AIDS.

De spot met als thema moedersterfte gaat als volgt:
VO: “Als u het normaal vindt dat een hoogzwangere Afghaanse vrouw, verzwakt door bloedverlies en uren lopen, sterft op weg naar het ziekenhuis omdat er in haar buurt geen prenatale zorg is en u gewoon zegt: “Hebben ze daar nu nog niet genoeg kinderen.”
Als u dat normaal vindt, dan is het normaal dat u ons niet steunt. Onverschilligheid is een ziekte. Samen kunnen we de epidemie stoppen. Doe een gift aan Artsen Zonder Grenzen op azg.be.”

De campagne bevat tevens een analoge Tv-spot.

Klacht(en) / Plainte(s)

De klager deelde mee dat hem elke dag door de adverteerder werd gezegd dat hij ziek is omdat hij een bepaald doel niet wil steunen. Hij geeft elk jaar ongeveer 65 euro aan plaatselijke doelen en vindt dat men geld moet vragen op een normale manier.

Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques

De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.

De Jury heeft kennisgenomen van de spots in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.

Zij heeft vastgesteld dat deze verlopen volgens een stramien waarbij concrete en reële situaties worden beschreven of getoond en de luisteraar/kijker wordt geïnterpelleerd om te eindigen met “Als u dat normaal vindt, dan is het normaal dat u ons niet steunt. Onverschilligheid is een ziekte. Samen kunnen we de epidemie stoppen. Doe een gift aan Artsen Zonder Grenzen” of een analoge tekst.

Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat de spots kaderen in een ruimere campagne met als doel de bevolking te sensibiliseren rond de groeiende onverschilligheid in onze maatschappij ten aanzien van humanitaire problematieken.

De Jury is van mening dat deze doelstelling van de adverteerder duidelijk blijkt uit de spots in kwestie.

Zij is vervolgens van mening dat de gebruikte interpellerende bewoordingen een rechtstreeks verband vertonen en in verhouding zijn met het beoogde doel van de campagne en met de over te brengen boodschap. Zij is met name van mening dat deze bewoordingen beogen om een kwestie in het algemeen aan te kaarten, zonder daarmee echter individuen in diskrediet te willen brengen.

De Jury is derhalve van oordeel dat de spots in kwestie niet in strijd zijn met de JEP-regels inzake niet-commerciële reclame en evenmin getuigen van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.

Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.

Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.

autres décisions