Adverteerder / Annonceur: EVA
Product-Dienst / Produit-Service: VeggieChallenge
Media / Média: Radio
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De radiospot gaat als volgt:
Vrouw: “Ok, nemen we gewoon allemaal de lasagne met gegrilde groenten? Die is zo lekker hier.”
Man: “Nee, nee, nee, sorry, euh, ik ben eigenlijk vleeseter.”
Vrouw: “Echt? Waarom?”
Man: “Ja, wel dat is beter voor euh.”
Vrouw: “En is dat niet lastig als ge bij vrienden of familie gaat eten?”
Man: “Ja, soms wel ja, maar vaak houden ze er wel rekening mee hoor.”
Vrouw: “Mm.”
VO: “Veggie is het nieuwe normaal. Zeker deze maand. Doe samen met honderdduizend anderen mee aan de VeggieChallenge en eet één maand vegetarisch. Meer info op evavzw.be”.
Klacht(en) / Plainte(s)
Volgens de klager klinkt de inhoud van de spot discriminerend en laat deze de persoon die vlees verkiest uitschijnen als abnormaal, een uitzondering en onwetend. De keuze om veggie te eten onder welke vorm dan ook of net helemaal niet, neemt iedereen echter persoonlijk, en het doel van de commercial gaat volledig aan hem voorbij door de manier waarop het wordt gebracht.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft kennisgenomen van de radiospot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat deze spot een fictief gesprek laat horen tussen een vegetariër en een vleeseter op restaurant.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder tevens nota van genomen dat hij in deze reclame ter promotie van zijn VeggieChallenge om in de maand maart vegetarisch te eten slechts beoogde op een grappige manier te verwijzen naar de vragen die normaal altijd aan vegetariërs worden gesteld.
De Jury is van mening dat het voorgaande ook duidelijk blijkt uit de spot en dat met name de humoristische insteek voldoende manifest is in deze spot opdat deze door de gemiddelde consument niet zou worden opgevat in de betekenis die de klager hieraan geeft.
De Jury is derhalve van oordeel dat de spot niet van aard is om een bepaalde groep personen of een bepaalde voedingsvoorkeur of levensstijl in diskrediet te brengen of te stigmatiseren en evenmin getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder op deze punten.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.