Adverteerder / Annonceur: DIAGEO
Product-Dienst / Produit-Service: Captain Morgan
Media / Média: Andere (evenement)
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De klager deelde foto’s mee van een promotionele actie van het merk ter gelegenheid van het festival Hype-O-Dream te Waregem op 13 juli 2019.
Hierop zijn onder meer een man verkleed als kapitein/piraat te zien voor een promostand van het merk waarop “Captain Morgan” staat afgebeeld en personen met een hoed zoals “Captain Morgan” draagt en bekertjes in de hand voor een andere promostand van het merk.
Klacht(en) / Plainte(s)
De klager, de Controledienst Tabak en Alcohol van de Dienst Inspectie van Consumptieproducten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, deelde mee dat er op de openbare weg gratis bekertjes met Rum-Cola van het merk uitgedeeld werden en dat minderjarigen deze sterkedrank konden nemen zonder dat daarbij een leeftijdscontrole werd gedaan.
Hij verwees daarbij in het bijzonder naar vaststellingen gedaan ter gelegenheid van het festival Hype-O-Dream te Waregem op 13 juli 2019, maar heeft ook in de Burgemeester Reynaertstraat te Kortrijk (uitgaansbuurt jongeren) en op de Gentse Feesten ondervonden dat zij daar langs zijn geweest.
De klager haalde tevens aan dat de adverteerder naast sterkedrank ook hoeden uitdeelt. Alle personen van het promokraam zijn ook verkleed als piraten. De slogan is: “Live like the captain”. In Waregem was er ook een fotobooth waar men met zijn drankje en kapiteinshoed op de foto kon. Op de Gentse Feesten heeft hij zelfs kinderen (onder 12 jaar) zien rondlopen met zo’n hoed.
Volgens hem is dit strijdig met artikels 2.1 (Reclame mag niet gericht zijn op minderjarigen, noch door haar inhoud, noch door het communicatiemiddel) en 5.1 (Het is verboden om op de openbare weg gratis of voor een symbolische prijs alcoholhoudende dranken te verdelen of aan te bieden) van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Geen opmerkingen
Décision Jury de première instance: Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft dit dossier onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen en in het licht van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken (hierna: het Convenant).
De Jury heeft vastgesteld dat de klacht op in min of meerdere mate specifieke wijze verwijst naar drie verschillende evenementen en/of locaties waarop een promoteam van het merk van alcoholhoudende drank Captain Morgan aanwezig was, met name:
- het festival Hype-O-Dream te Waregem op 13 juli 2019;
- de Burgemeester Reynaertstraat te Kortrijk;
- de Gentse Feesten.
Voor zover de Jury kan opmaken uit de klacht formuleert de klager vervolgens bezwaren tegen elk van de promotionele acties in kwestie op basis van de volgende bepalingen van het Convenant:
- artikel 2.1 volgens hetwelk “reclame niet gericht (mag) zijn op minderjarigen, noch door haar inhoud, noch door het communicatiemiddel”;
- artikel 5.1 volgens hetwelk het “verboden (is) om op de openbare weg gratis of voor een symbolische prijs alcoholhoudende dranken te verdelen of aan te bieden”.
Met betrekking tot artikel 2.1 van het Convenant:
De Jury heeft kennisgenomen van de door de klager meegedeelde foto’s van de promotionele actie ter gelegenheid van het festival Hype-O-Dream, waarop onder meer een man verkleed als kapitein/piraat te zien is voor een promostand van het merk waarop “Captain Morgan” staat afgebeeld en daarnaast onder meer duidelijk volwassen lijkende personen te zien zijn met een hoed zoals “Captain Morgan” draagt en bekertjes in de hand voor een andere promostand van het merk.
Met betrekking tot de inhoud van het betrokken promomateriaal zelf, houdt de Jury er vooreerst aan te benadrukken dat de toepassing van artikel 2.1 van het Convenant dat bepaalt dat reclame niet gericht mag zijn op minderjarigen, noch door haar inhoud, noch door het communicatiemiddel, wel degelijk vereist dat een reclame of marketingactiviteit specifiek op minderjarigen is gericht en dus met andere woorden minderjarigen viseert.
Welnu, de Jury is van mening dat het publicitair materiaal waartegen de klacht ingediend werd als dusdanig geen minderjarigen als doelgroep heeft.
Met betrekking tot de wijze waarop het betrokken publicitair materiaal wordt ingezet bij evenementen, houdt de Jury er vervolgens aan te benadrukken dat de loutere aanwezigheid van dit materiaal op een locatie waar minderjarigen ook aanwezig kunnen zijn op zich niet betekent dat dit materiaal automatisch gericht is op minderjarigen in de zin van artikel 2.1 van het Convenant.
Zij heeft er tevens nota van genomen dat bij de actie ter gelegenheid van het festival Hype-O-Dream sterkedrank zou zijn verstrekt aan minderjarigen en dat hiervoor een proces-verbaal opgesteld werd door de klager. Dienaangaande vestigt zij echter de aandacht op het feit dat zij zich niet kan uitspreken over het schenkverbod als dusdanig.
Wat meer specifiek de hoeden betreft, heeft de Jury er ten slotte voor zover nodig ingevolge het antwoord van de betrokken producent nota van genomen dat deze de hoeden nooit actief uitdeelt of laat uitdelen aan minderjarigen, maar er redelijkerwijze geen controle over heeft in het geval dat een volwassene een hoed geeft aan een minderjarige.
Met betrekking tot artikel 5.1 van het Convenant:
In dit verband houdt de Jury er vooreerst aan de bedoeling van de door de klager aangehaalde bepaling van het Convenant in herinnering te brengen, met name te vermijden dat alcoholhoudende dranken gratis ter beschikking gesteld worden aan toevallige voorbijgangers op de openbare weg.
Welnu, wat betreft de promotionele actie ter gelegenheid van het festival Hype-O-Dream heeft de Jury er ingevolge het antwoord van de betrokken producent nota van genomen dat diens externe partner heeft bevestigd dat de drankjes werden uitgedeeld in de festivalperimeter, aan de ingang, op een plaats waar alleen de festivalbezoekers kwamen.
De Jury is derhalve van mening dat het hier niet ging om het gratis of voor een symbolische prijs verdelen of aanbieden op de openbare weg van alcoholhoudende dranken in de zin van artikel 5.1 van het Convenant.
Wat de twee overige in de klacht vermelde evenementen en/of locaties betreft, heeft de Jury vervolgens moeten vaststellen dat de klager onvoldoende informatie heeft verstrekt om de betrokken producent in staat te stellen om de beweringen met zijn externe partner na te gaan en om de Jury in staat te stellen om de promotionele acties aldaar ernstig te kunnen beoordelen in het licht van voormelde bepaling.
De Jury heeft er echter nota van genomen dat de betrokken producent in zijn samenwerking met externe partners duidelijk communiceert over de regels dat reclame nooit mag gericht zijn op minderjarigen en dat geen alcohol uitgedeeld mag worden op de openbare weg.
Gelet op het voorgaande, heeft de Jury de klacht derhalve ongegrond verklaard in haar verschillende onderdelen.
Voor zover nodig heeft de Jury er ten slotte ingevolge het antwoord van de betrokken producent terdege nota van genomen dat deze de klacht desalniettemin gebruikt heeft om zijn bestaande beleids- en richtlijnen met betrekking tot de hierboven vermelde regels opnieuw op te frissen bij zijn externe agentschappen die in feite de promotionele acties uitvoeren.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.