Adverteerder / Annonceur: CALAVERA – BROUWERIJ VAN HONSEBROUCK
Product-Dienst / Produit-Service: Bier Filou
Media / Média: Andere (POS-materiaal)
Beschrijving van de reclame / Description de la publicité
De klacht heeft betrekking op zachte blokken met reclame voor het biermerk Filou in de speelruimte van de horecagelegenheid Calavera.
Klacht(en) / Plainte(s)
De klager, de Controledienst Tabak en Alcohol van de Dienst Inspectie van Consumptieproducten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, diende klacht in voor een schending van het Alcoholconvenant.
Hij merkte op dat er in de speelruimte voor kinderen van de horecagelegenheid Calavera zachte blokken liggen met reclame voor het biermerk Filou. Hij deelde mee dat de blokken als speelgoed dienen.
Volgens hem is dit duidelijk een vorm van reclame gericht naar kinderen en zijn de artikelen 2.1, 4.1 en 4.5 van het Alcoholconvenant geschonden.
Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury de première instance: Décision de modification/arrêt
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury heeft dit dossier onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen en in het licht van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken (hierna: het Convenant).
Zij heeft kennisgenomen van de inhoud van de klacht en van de door de klager meegedeelde foto van zachte blokken met reclame voor het biermerk Filou in de speelruimte van de horecagelegenheid Calavera.
Zij heeft tevens kennisgenomen van de reacties van de verschillende in de klacht vermelde partijen, met name de producent van de alcoholhoudende drank, Brouwerij Van Honsebrouck, en de horecagelegenheid Calavera.
Zij heeft er met name ingevolge het antwoord van producent Brouwerij Van Honsebrouck nota van genomen dat de kubusvormige blokken met reclame voor zijn bier Filou een vorm van publicitair materiaal betreffen die enkel en alleen bestemd is voor gebruik op het buitenterras als tafeltje, in combinatie met bijhorende strandstoelen. De producent deelde tevens mee dat na ontvangst van de klacht contact opgenomen werd met horecagelegenheid Calavera en dat het betreffende publicitair materiaal op eerste vraag uit de speelhoek werd verwijderd, wat door de horecagelegenheid werd bevestigd.
Met betrekking tot de inhoud van het betrokken publicitair materiaal zelf, houdt de Jury er vooreerst aan te benadrukken dat de toepassing van de artikels 2.1 en 4.1 van het Convenant die bepalen dat reclame niet gericht mag zijn op minderjarigen, noch door haar inhoud, noch door het communicatiemiddel, wel degelijk vereist dat een reclame of marketingactiviteit specifiek op minderjarigen is gericht en dus met andere woorden minderjarigen viseert.
Welnu, de Jury is van mening dat het publicitair materiaal waartegen de klacht ingediend werd als dusdanig geen minderjarigen als doelgroep heeft.
Zij is tevens van mening dat de reclame op de blokken in kwestie zich ertoe beperkt om het gestileerde personage van het logo van het merk te tonen, zonder evenwel gebruik te maken van tekeningen die verwijzen naar personages die in het bijzonder populair of in de mode zijn bij minderjarigen of waarin beelden voorkomen die in hoofdzaak behoren tot de cultuur van minderjarigen.
De Jury is derhalve van oordeel dat dit publicitair materiaal als dusdanig niet in strijd is met artikels 2.1, 4.1 en 4.5 van het Convenant.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren ten aanzien van producent Brouwerij Van Honsebrouck op deze punten.
Met betrekking tot de wijze waarop het betrokken publicitair materiaal wordt ingezet in een horecagelegenheid, houdt de Jury er vervolgens aan te benadrukken dat de loutere aanwezigheid van reclamemateriaal op een locatie waar minderjarigen ook aanwezig kunnen zijn op zich niet betekent dat dit materiaal automatisch gericht is op minderjarigen in de zin van artikels 2.1 en 4.1 van het Convenant.
Niettemin heeft de Jury in het onderhavige specifieke geval van horecagelegenheid Calavera vastgesteld dat het betrokken publicitair materiaal niet alleen werd ingezet in een duidelijk voor jonge kinderen bestemde speelruimte van de horecagelegenheid, maar dat dit materiaal dat reclame voor een biermerk bevat daar tevens duidelijk als speelgoed voor deze kinderen naar voor werd geschoven.
De Jury is derhalve van oordeel dat de verschillende elementen van dit specifieke geval aanleiding geven tot een inbreuk op artikels 2.1 en 4.1 van het Convenant in hoofde van horecagelegenheid Calavera.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury horecagelegenheid Calavera derhalve verzocht om het betrokken publicitair materiaal niet meer aldus te verspreiden.
In dit verband heeft de Jury er nota van genomen dat het betrokken publicitair materiaal onmiddellijk na ontvangst van de klacht uit de speelruimte werd verwijderd.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.