Brouwerij Van Honsebrouck 08-09-2016: Beslissing tot wijziging/stopzetting

Adverteerder / Annonceur:  BROUWERIJ VAN HONSEBROUCK / BRASSERIE VAN HONSEBROUCK

Product-Dienst / Produit-Service: Bier Filou / Bière Filou

Media / Média: Andere / Autres

 

Beschrijving van de reclame / Description de la publicité

Op de toogmat ziet men, naast de tekst “Filou – Belgian Ale” en een afbeelding van de fles en het glas van het merk, een tekening van een jongen met een baret en een Filou T-shirt die in de ene hand een katapult vasthoudt en in de andere een glas bier.

Op de verschillende bierviltjes ziet men het personage van het logo verschillende sporten beoefenen, met op de achtergrond silhouetten van sporters.

//////////

Sur le tapis de comptoir, à côté du texte « Filou – Belgian Ale » et d’une image de la bouteille et du verre de la marque, on voit un dessin d’un garçon avec un béret et un T-shirt Filou, qui tient d’une main une catapulte et de l’autre un verre de bière.

Sur les différents sous-bocks, on voit le personnage du logo pratiquer différents sports, avec en arrière-fond des silhouettes de sportifs.

 

Klacht(en) / Plainte(s)

Le plaignant souligne que la publicité met le verre de bière dans la main d’un enfant et se demande s’il n’y a pas là une incitation à boire de l’alcool ?
Il trouve également que l’association du mot « filou » avec les différentes disciplines sportives, accusées actuellement de tricheries et de dopages dans les médias, n’est pas judicieuse.

 

Beslissing Jury in eerste aanleg: Beslissing tot wijziging/stopzetting
Décision Jury de première instance: Décision de modification/arrêt

De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.

De Jury heeft de reclame in kwestie onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen.

De Jury heeft kennis genomen van de klacht die vooreerst verwijst naar een toogmat met de tekening van een jongen met een baret en een Filou T-shirt die in de ene hand een katapult vasthoudt en in de andere een glas bier.

De klager benadrukt vervolgens de associatie van het woord « filou » met de verschillende sportdisciplines op de bierviltjes, in de gemediatiseerde sportieve context van bedrog en doping.

Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft de Jury er vooreerst terdege nota van genomen dat het figuratieve logo, dat een personage met een katapult voorstelt, integraal deel uitmaakt van het Beneluxmerk, gedeponeerd op 12 januari 2015 en dat het gebruik ervan dus toegestaan is op het vlak van intellectuele eigendom.

In dit opzicht heeft de Jury benadrukt dat het niet tot haar bevoegdheid behoort om zich uit te spreken over het logo als dusdanig.

De Jury heeft daarentegen vastgesteld dat op de toogmat in kwestie het figuratieve element niet bestaat uit het logo dat integraal deel uitmaakt van het merk maar uit een tekening die hiervan is afgeleid.

De Jury is van mening dat deze minder gestileerde en meer realistische tekening wel degelijk een minderjarige voorstelt.

De Jury is derhalve van oordeel dat, op dit punt, de toogmat in strijd is met artikel 4.2 van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken dat bepaalt dat de reclame geen minderjarigen of personen die minderjarig lijken te zijn mag uitbeelden, zonder daarom echter een inbreuk uit te maken op artikels 4.1 en 4.5 van het Convenant of minderjarigen aan te zetten tot onwettige consumptie.

Wat vervolgens de bierviltjes betreft, is de Jury van mening dat de gemiddelde consument de aanwezigheid van verschillende afbeeldingen waar men het personage van het logo verschillende sporten ziet beoefenen en het merk Filou niet zal opvatten of interpreteren als een of andere problematische verwijzing naar onwettelijk of antisociaal gedrag.

De Jury is derhalve van oordeel dat de bierviltjes niet getuigen van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder op dit punt.

Wat de bierviltjes betreft, heeft de Jury tot besluit, bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren.

Met betrekking tot de afbeelding aanwezig op de toogmat, heeft de Jury de adverteerder verzocht om deze niet meer te gebruiken op basis van artikel 4.2 van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken.

Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.

//////////

Le Jury d’Ethique Publicitaire (JEP) de première instance a pris la décision suivante dans ce dossier.

Le Jury a examiné la publicité en question en tenant compte des arguments des parties concernées.

Le Jury a pris connaissance de la plainte qui se référait tout d’abord à un tapis de comptoir avec le dessin d’un garçon avec un béret et un T-shirt Filou, qui tient d’une main une catapulte et de l’autre un verre de bière.

Le plaignant soulignait ensuite l’association du mot « filou » avec les différentes disciplines sportives sur les sous-bocks, dans le contexte sportif médiatisé des tricheries et dopages.

Tout d’abord, suite à la réponse de l’annonceur, le Jury a bien noté que le logo figuratif, qui représente un personnage avec une catapulte, fait partie intégrante de la marque Benelux déposée le 12 janvier 2015 et que son utilisation est donc autorisée en matière de propriété intellectuelle.

A cet égard, le Jury a souligné qu’il ne ressort pas de sa compétence de se prononcer sur le logo en tant que tel.

Par contre, le Jury a constaté que sur le tapis de comptoir en question, l’élément figuratif n’est pas constitué du logo faisant partie intégrante de la marque mais d’un dessin décliné à partir de celui-ci.

Le Jury est d’avis que ce dessin moins stylisé et plus réaliste représente bien un mineur.

Le Jury a dès lors estimé que, sur ce point, le tapis de comptoir est contraire à l’article 4.2 de la Convention en matière de publicité et de commercialisation des boissons contenant de l’alcool qui stipule que la publicité ne peut pas mettre en scène des mineurs ou toute personne en ayant l’apparence, sans pour autant constituer une infraction aux articles 4.1 et 4.5 de la Convention ni inciter les mineurs à une consommation illégale.

Ensuite, en ce qui concerne les sous-bocks, le Jury est d’avis que le consommateur moyen ne percevra pas et n’interprétera pas la présence des différents visuels, où on voit le personnage du logo pratiquer différents sports, et de la marque Filou comme une quelconque référence problématique à des comportements illicites ou antisociaux.

Le Jury a dès lors estimé que les sous-bocks ne témoignent pas d’un manque de juste sens de la responsabilité sociale dans le chef de l’annonceur sur ce point.

En conclusion, en ce qui concerne les sous-bocks, à défaut d’infractions aux dispositions légales ou autodisciplinaires, le Jury a estimé n’avoir pas de remarques à formuler.

En ce qui concerne le visuel présent sur le tapis de comptoir, le Jury a demandé à l’annonceur de ne plus l’utiliser sur base de l’article 4.2 de la Convention en matière de publicité et de commercialisation des boissons contenant de l’alcool.

Veuillez noter que cette décision ne devient définitive qu’après l’expiration du délai d’appel.

andere beslissingen