De spot toont een man die een cocktail bereidt in een shaker die op een plank is geplaatst. Het zet ritmische muziek op. Men ziet dan dat de plank op de billen is gelegd van twee vrouwen die op hun handen steunen. Zij maken schuddende bewegingen op het ritme. Vervolgens drinken ze alledrie met een rietje van de cocktail.
Op het eindscherm staan het logo van Studio Brussel, het logo van All Areas en « Radio on. Party on ».
De adverteerder deelde mee dat All Areas de noemer is waaronder de populaire radiozender live uitzendingen vanop de festivals doet. De TV-spot maakt deel uit van een reeks van drie spots waarin hij mensen toont die thuis of op het werk spontaan een feestje opzetten bij het horen van festivalmuziek op de radio. Daarbij wordt de nodige portie humor en zelfrelativering gebruikt waarvoor Studio Brussel bekend staat.
In een van de spots is er trouwens een zogenaamde ‘Metalboerin’ te zien. Een zelfverzekerde vrouw die aan het headbangen gaat wanneer ze de festivalmuziek oppikt. Deze spot met de nodige girl power zet extra in de verf dat de All Areas communicatie in geen enkel opzicht als denigrerend ten aanzien van vrouwen bedoeld is.
De spot waarover de klacht gaat, brengt muziek die op dit ogenblik heel populair is in de hedendaagse danscultuur en waarin het twerken als courante beweging geldt. Op de zomerfestivals wordt het publiek regelmatig opgeroepen om deze dansbeweging uit te voeren. Telkens met massaal gevolg. Youtube en de muziekvideo’s op de Belgische muziekzenders tonen ook regelmatig clips waarin deze dansstijl voorkomt. We kunnen dus wel spreken over een maatschappelijk aanvaard fenomeen.
De vrouwen in de spot zijn danseressen die in een dansgroep actief zijn binnen dit genre en de beweging die we in de spot zien is een vaak uitgevoerde variant op het typische twerking. Ze wordt gezien als een hele prestatie want deze ‘dance move’ is ongelooflijk moeilijk.
De adverteerder is van mening dat hij vrouwen in de spot nergens oneerbieding behandelt en wenst te benadrukken dat de spot zich richt op een hedendaagse danscultuur die bij een grote gemeenschap algemeen aanvaard is. De adverteerder begrijpt dat niet iedereen zich aangesproken zal voelen door dergelijke spots en heeft daar uiteraard alle respect voor.
De Jury heeft vastgesteld dat de spot een man toont die een cocktail op een plank voorbereidt. De plank ligt op het achterwerk van twee vrouwen die twerken op de muziek om de cocktail te shaken.
Naar aanleiding van het antwoord van de adverteerder heeft de Jury genoteerd dat de TV-spot deel uitmaakt van een reeks van drie spots waarin mensen spontaan een feestje opzetten bij het horen van festivalmuziek op de radio.
De Jury heeft er ook nota van genomen dat de spot zich richt op een hedendaagse danscultuur en een maatschappelijk aanvaard fenomeen. De Jury is zich ook bewust van de stijl van Studio Brussel waar zelfrelativering deel van uitmaakt.
Toch is de Jury van mening dat de vrouwen in de spot als voorwerpen gebruikt worden. De man blijft staan terwijl de vrouwen, in een onderdanige positie, niet alleen dansen maar ook als bar en shaker dienen.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame de vrouw objectiveert, wat haar menselijke waardigheid aantast en strijdig is met punt 1, 2 en 3 van de JEP Regels inzake de afbeelding van de mens.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
De adverteerder heeft bevestigd dat de nodige stappen werden ondernomen opdat de spot niet langer zou worden uitgezonden.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70