VOO – 27/11/2013

Beschrijving van de reclame

De TV-spot brengt een nieuw samengesteld gezin in scène waarin de vader, naar aanleiding van het feit dat de jongste zoon zijn eerste gsm krijgt, het verbruik van de diverse gezinsleden, die tijdens zijn uitleg naast elkaar in de zetel zitten, in kaart brengt en aan banden wil leggen. Wanneer de vader aan de halfzus zegt dat ze voortaan haar gsm-forfait zal moeten delen met haar halfbroer die naast haar zit, steekt deze laatste monkelend zijn middenvinger naar haar op.

Motivering van de klacht(en)

De klager denkt dat alle personen ouder dan 35 jaar klagen over een belangrijk element ten aanzien van jongeren, hun gebrek aan beleefdheid, hun vulgariteit, hun misplaatste gebaren. Hij denkt dat als men nu dit soort gebaren gaat toevoegen in reclames, dit niet gaat helpen. Zijn zoon reageerde door te zeggen dat het niet zo erg is aangezien men het doet op televisie en niemand er iets van zegt.

De klager vindt dat dit gebaar geen plaats heeft in een reclame. De zoon had zijn tong kunnen uitsteken of een lange neus kunnen maken.

Standpunt van de adverteerder

De adverteerder deelde mee dat hij erop toeziet dat zijn reclames zich zo dicht mogelijk bij het echte leven bevinden maar hij probeert dit op een vriendelijke manier te doen, onder de vorm van een knipoog en met respect voor iedereen.

Om de aangeklaagde reclame te ontwikkelen, heeft hij zich voornamelijk laten inspireren door uitzendingen of series die zich in het bijzonder richten tot kinderen, adolescenten en hun ouders.

Als voorbeeld vermeldt hij de serie « Fais pas ci, fais pas ça », die dagelijks gevolgd wordt door 4 miljoen televisiekijkers. Deze serie is, volgens de zender France 2, een komedie gebaseerd op ware feiten die miljoenen ouders en kinderen elke dag meemaken. Als bepaalde scènes of bepaalde woorden al als grof zouden kunnen worden ervaren, was de kinderpsychiater Marcel Ruffo van mening dat de serie veeleer goed werk verricht op het vlak van het aanleren van wederzijds respect.

Anderzijds lijkt het erop dat kinderen in het algemeen goed begrijpen dat het om films, boeken of fictie in het algemeen gaat en hier globaal genomen goed mee omgaan; ze weten dat het om fictie gaat, om ontspanning en niet om een verheerlijking van gedrag dat moet worden nagedaan.

Niettemin betreurt de adverteerder het dat hij de klagers gekwetst heeft en zal hij in de toekomst waakzaam blijven op dit punt.

Jurybeslissing

De Jury heeft er nota van genomen dat de uitwerking van de spot dicht bij de realiteit wil staan en is van mening dat de scène waarin de jongen discreet een middenvinger opsteekt niet choquerend is. In deze context, is de Jury van oordeel dat het aangeklaagde gebaar geen agressief of vulgair karakter heeft.

De Jury is eveneens van oordeel dat de scène in kwestie, die niet centraal staat maar deel uitmaakt van een geheel van overdreven en humoristische scènes, niet van aard is om kinderen aan te zetten om hetzelfde gedrag over te nemen.

De Jury is derhalve van oordeel dat de spot niet getuigt van een gebrek aan behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en niet in strijd is met de JEP-Regels inzake de afbeelding van de mens.

Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.

Gevolg

Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.

Adverteerder: VOO
Product/Dienst: VOOmobile
Media: TV
Onderzoekscriteria: Sociale verantwoordelijkheid
Initiatief: Consument
Type beslissing: Geen opmerkingen
Datum afsluiting:  27/11/2013