De radiospot gaat als volgt:
Man 1: “Mensen met autisme zijn buitengewoon.”
Man 2: “Beleefd, eu, beestig in bed.”
Man 1: “Ze zijn eerlijk en spreken met hun hart.”
Man 2: “Ze zijn echt.”
Man 1: “Ze zijn meestal ook gevoelig.”
Man 2: “Goed eh, da’s goed.”
Man 1: “En raadselachtig. Wat vragen opwekt.”
Man 2: “Het zijn nogal rakkers eh.”
Man 1: “Dat komt door hun unieke interesses.”
Man 2: “Imkeren, ikebana, indoorkarten.”
Man 1: “En soms laten ze een protje.”
Man 2: “Tja, wie niet?”
Man 1: “Met wat begrip kom je heel wat dichter bij mensen met autisme. Verspreid mee het begrip-virus. Ontdek hoe op iktoonbegrip.be.”
De klager vindt de spot volkomen onaanvaardbaar en een vorm van discriminatie voor alle mensen die lijden aan autisme zoals hijzelf.
Hij haalt aan dat het al moeilijk genoeg is voor mensen met autisme om rond te komen en gezien te worden als een gelijkwaardig persoon, zonder dat ze ook nog eens moeten gedegenereerd worden als mensen die hun protjes niet onder bedwang kunnen houden en ze maar laten vliegen zonder enig respect voor de mensen of situatie rond hen.
Hij vraagt zich af of men zich ervan bewust is dat meer dan de helft van de populatie geen kennis heeft van autisme, en dat men door het laten van protjes zo aan autisme te koppelen mensen met autisme vreselijk onaantrekkelijk laat voorkomen.
De klager meent dat men niet het recht heeft om zijn mentale beperking nog eens te meer de grond in te boren door iets te accentueren als een eigenschap van autisme dat helemaal niet terecht is en evenmin beschaafd overkomt.
De adverteerder deelde mee dat hij elk jaar, naar aanleiding van Wereld Autisme Dag, autisme extra onder de aandacht brengt. Ook dit jaar doet hij dat rond het thema ‘begrip’: hoe beter we elkaar begrijpen, hoe beter we met elkaar omgaan en hoe dichter we komen bij een autismevriendelijke samenleving, waarin alle mensen met autisme ruimte hebben om zichzelf te zijn.
In zijn campagne speelt hij met de letters van het woord ‘begrip’. Hij koppelt de letters aan een aantal mogelijke eigenschappen van mensen met autisme die beginnen met de letters B, E, G, R, I en P, om op het einde van de spot te tonen dat het ook gewoon mensen zijn, net als iedereen. Dit doet hij op een ludieke manier door te vermelden: “En soms laten ze een protje. Tja, wie niet? Met wat begrip kom je heel wat dichter bij mensen met autisme”.
De adverteerder begrijpt dat smaken verschillen en dat sommige mensen deze ludieke afsluiter misschien platvloers vinden, maar met deze afsluiter wil hij net benadrukken dat mensen met autisme ook maar gewoon mensen zijn. Hij is overtuigd dat door deze ludieke boodschap zijn spot een grotere impact heeft en dat de boodschap voor begrip zich beter nestelt in de gedachten van de luisteraar.
Met zijn campagne beoogt hij steeds de afstand tussen mensen met en zonder autisme te verkleinen en begrip voor autisme te vergroten en de adverteerder vindt het dan ook absoluut jammer dat iemand aanstoot neemt aan de spot.
De Jury heeft kennisgenomen van de radiospot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat deze spot deel uitmaakt van een ruimere campagne naar aanleiding van Wereld Autisme Dag rond het thema “begrip” waarmee hij beoogt de afstand tussen mensen met en zonder autisme te verkleinen en begrip voor autisme te vergroten.
Zij heeft vastgesteld dat de spot twee mannen aan het woord laat die verschillende mogelijke eigenschappen van mensen met autisme vermelden waarvan de beginletters het woord “begrip” vormen en dat met name voor de letter “p” het volgende wordt vermeld: “En soms laten ze een protje.”.
Hoewel de Jury begrip heeft voor het standpunt van de klager, is zij van mening dat de boodschap en het door de adverteerder nagestreefde doel voldoende duidelijk blijken uit de spot en dat de humoristisch bedoelde knipoog aan het einde van de spot een rechtstreeks en proportioneel verband vertoont hiermee.
De Jury is dus van mening dat de gemiddelde consument de eindsequens van de spot geenszins zal opvatten als een letterlijk te nemen algemeen negatief statement over personen die aan autisme lijden.
De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame in kwestie geen afbreuk doet aan de menselijke waardigheid en evenmin strijdig is met de JEP Regels inzake niet-commerciële reclame.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70