De klacht heeft betrekking op een promotionele actie van toerisme Hasselt met een mobiele pop-up waarbij op de Veemarkt te Kortrijk, aan de uitgang van shoppingcenter K, een cocktail werd uitgedeeld.
Volgens de klager, de Controledienst Tabak en Alcohol van de Dienst Inspectie van Consumptieproducten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, gaat het om een inbreuk op artikel 5.1 van het Alcoholconvenant.
De organisator, de Dienst Toerisme van de Stad Hasselt, betreurde deze klacht in verband met het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken naar aanleiding van zijn promotionele actie voor de Stad Hasselt. Als lokaal bestuur wil hij uiteraard enkel handelen in overeenstemming met de geldende regelgeving.
Hij meent echter dat deze klacht onontvankelijk is, aangezien de Stad Hasselt geen partij is bij dit Convenant en er op geen enkele wijze bij betrokken is. Hij meent dan ook dat de artikelen uit dit Convenant enkel afgedwongen kunnen worden ten opzichte van de betrokken partijen maar niet ten opzichte van de Stad Hasselt.
Ondergeschikt, en louter volledigheidshalve, wenste de organisator hier nog inhoudelijk aan toe te voegen dat hij enkel een ludieke actie voerde om het toeristisch karakter van de Stad Hasselt in de kijker te zetten en dat hij, naar zijn mening, aan de hiervoor geldende regelgeving heeft beantwoord. Zo heeft hij een vergunning aangevraagd bij de betreffende stad die hem ook is afgeleverd en die hij ter plaatse kon voorleggen.
De Jury heeft dit dossier onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen en in het licht van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken (hierna: het Convenant).
De Jury heeft kennis genomen van de tegen een promotionele actie van de dienst toerisme van de Stad Hasselt ingediende klacht op basis van een bepaling van het Convenant in verband met het verdelen van alcoholhoudende dranken.
Op basis van de informatie waarover zij beschikt, is de Jury van mening dat het hier gaat om een promotie van het toeristisch aanbod van de stad in kwestie en niet om alcoholreclame in de zin van het Convenant.
De Jury is derhalve van oordeel dat deze promotionele actie niet binnen het toepassingsgebied van het Convenant valt.
De Jury heeft zich derhalve onbevoegd verklaard in dit dossier.
De klager heeft hoger beroep ingesteld tegen de Jurybeslissing in eerste aanleg.
De klager is van oordeel dat deze promotionele actie wel binnen de bevoegdheid van de Jury valt en een overtreding inhoudt van het Alcoholconvenant (artikel 5.1).
De definitie van reclame in het Convenant is heel ruim. Ook onrechtstreekse reclame voor alcoholische dranken valt hieronder.
De promotionele actie van Stad Hasselt is tweeërlei, enerzijds beoogt ze reclame te maken voor de dienst toerisme, maar anderzijds is de promotionele actie minstens onrechtstreeks reclame voor een alcoholische drank, namelijk jenever.
Het laten proeven is immers een typische reclametechniek die wordt gebruikt om de verkoop te bevorderen. In dit geval werd de drank 'Hasseltse jenever' uitgestald op de drankenstand en werd deze ook aangeprezen door de personeelsleden van toerismedienst Hasselt.
De organisator bleef bij zijn eerste standpunt en is van mening dat de initiële klacht en het beroep onontvankelijk zijn.
Ten eerste is de Stad Hasselt geen partij bij dit Convenant, meer nog, zij is op geen enkele wijze bij dit Convenant betrokken. Hij meent dan ook dat de artikelen uit dit Convenant enkel afgedwongen kunnen worden ten opzichte van de betrokken partijen maar niet ten opzichte van de Stad Hasselt.
Ten tweede deelt de organisator de mening van de Jury dat het hier niet gaat om reclame in de zin van het Convenant. Het betrof hier enkel een ludieke actie om het toeristisch karakter van de Stad Hasselt in de kijker te zetten. Op geen enkele wijze had deze actie tot doel de verkoop van alcoholhoudende drank te bevorderen.
De Jury in hoger beroep heeft kennis genomen van alle elementen en standpunten die meegedeeld werden in dit dossier.
Zij heeft dit dossier onderzocht rekening houdend met de argumenten van de betrokken partijen en in het licht van het Convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken (hierna: het Convenant).
De Jury heeft kennis genomen van de door de Controledienst Tabak en Alcohol van de Dienst Inspectie van Consumptieproducten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu tegen een promotionele actie van de Dienst Toerisme van de Stad Hasselt ingediende klacht op basis van een bepaling van het Convenant in verband met het verdelen van alcoholhoudende dranken.
Zij heeft er nota van genomen dat de Jury in eerste aanleg zich onbevoegd heeft verklaard in dit dossier daar zij van oordeel was dat deze promotionele actie niet binnen het toepassingsgebied van het Convenant valt.
Op basis van de informatie waarover zij beschikt, is de Jury in hoger beroep eveneens de mening toegedaan dat de promotionele actie het toeristisch aanbod van de stad in kwestie als dusdanig betreft en dat het hier geenszins gaat om reclame voor alcoholhoudende dranken of het op de markt brengen van alcoholhoudende dranken in de zin bedoeld door het Convenant.
De Jury in hoger beroep verklaart derhalve het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Jury in eerste aanleg.
De Jury in hoger beroep heeft zich derhalve onbevoegd verklaard in dit dossier.
De beslissing van de Jury in hoger beroep is definitief.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70