De spot toont een meisje dat binnenkomt in de keuken waar haar moeder zit en waar haar vader water drinkt uit een plastic fles. Ze vraagt hem terwijl ze haar armen ophaalt: “Wat doe je nu?”
Vader: “Wel, euh.”
Dochter: “Wat euh, plastic vervuilt de oceaan”. De ouders kijken elkaar verbaasd aan. “En als je met plastic waterflessen sleurt beledig je heel onze planeet.”
Vader: “Maar nee.”
Men ziet de vader die terugkomt met flessen water, met de sleutels in de mond, en die zegt “Godver (biep), sh (biep)”.
Dochter: “Waar wacht je eigenlijk nog op?”
1) De klager vindt deze reclame deontologisch onrespectvol naar ouders toe. Volgens hem zorgt ze ervoor dat kinderen hun ouders mogen tegenspreken, dat kinderen hun ouders mogen kleineren en dat kinderen niet moeten luisteren naar hun ouders.
2) De klager vindt deze reclame totaal anti-opvoedkundig. Hij deelde mee dat deze een kind toont dat haar vader de les spelt en dat ze ook een moeder hekelt (passieve vrouw) die dus geacht wordt haar dochter goed te keuren. Deze promotie is door dit familiale voorbeeld volgens hem eens zo betreurenswaardig ook al wordt het onderliggende thema overgebracht.
3) De klaagster deelde mee dat hoewel de inhoud van de boodschap realistisch en aanvaardbaar is, de toon waarop het kind zich tot haar vader richt vragen opwerpt. De reclame speelt volgens haar natuurlijk in op het omdraaien van de rollen: ze gebruikt de manier van communiceren die een ouder gebruikt die zijn onvrede duidelijk wil maken. Maar op een moment waarop de actualiteit en de schoolse, familiale en sociale realiteit getuigen van een gebrek aan respect van jongeren ten opzichte van ouderen en de autoriteiten vindt zij dat deze reclame brutaal gedrag banaliseert en aan de jongsten (en aan ouders met een gebrek aan houvast) een signaal zou kunnen geven van normalisering van deze manier van communiceren.
Volgens de adverteerder is er in de bewuste reclame van een gebrek aan respect van kinderen voor hun ouders (en meer bepaald de vader) allerminst sprake. Evenmin strekt de bewuste reclame er volgens hem toe dat kinderen hun ouders zouden tegenspreken en kleineren. In de bewuste klachten wordt dit naar zijn mening overigens helemaal niet aangetoond.
Hij deelde mee dat deze reclame wel integendeel een jong meisje toont dat de bezorgdheid omtrent het leefmilieu ter harte neemt. Terzake wordt met een knipoog verwezen naar de klimaatmarsen van het afgelopen jaar waarbij schoolgaande jeugd het voortouw neemt om de milieuproblematiek en het gebrek aan milieubeleid door politici en volwassenen aan de kaak te stellen. Aldus wordt ook in de reclame de boodschap meegegeven dat jonge mensen het belang van het milieu wel degelijk hoog inschatten. De reclame ligt dan ook in de lijn van de vorige reclamecampagnes dewelke door de adverteerder werden gelanceerd en waarbij steeds dezelfde componenten aan bod komen, te weten: a) een zeer duidelijke boodschap, met name dat zijn producten een milieuvriendelijk alternatief bieden voor plastic flessen; b) een milde ironie en humor, nu het kleine meisje in de reclame stelt “als je met plastic waterflessen sleurt beledig je heel onze planeet”, gevolgd door een fragment waarbij de vader van het meisje zeulend met plastic flessen de woning binnenstapt en gelet op enige onhandigheid een verwensing uit. De bewuste reclame bouwt volgens hem dan ook voort op de boodschap dewelke door hem reeds jarenlang wordt gepropageerd: de zorg voor het leefmilieu. Deze pertinente boodschap wordt door de doorsnee consument fel gewaardeerd.
Bovendien voerde de adverteerder aan dat de reclame grondig onderzocht werd vooraleer deze aan het publiek werd bekendgemaakt. Het betreft immers een reclame dewelke voordien reeds in andere landen (en met name Frankrijk) werd verspreid, met integraal dezelfde inhoud en bewoordingen, en met nauwelijks enige negatieve feedback van het publiek. Overigens was de reclame ook in België, vooraleer deze werd uitgezonden, het voorwerp van onderzoek, waaruit bleek dat zij door de respondenten zeer werd gesmaakt.
Uit het voorgaande volgt volgens de adverteerder dat deze reclame geenszins aanspoort tot ondermijning van het ouderlijk gezag en evenmin het respect van kinderen voor hun ouders in diskrediet brengt. De milde ironie en humoristische insteek alsook de voor SodaStream kenmerkende milieuboodschap in deze reclame is naar zijn mening voldoende manifest aanwezig waarbij deze door de gemiddelde consument allerminst zou worden opgevat in de betekenis die de klagers eraan hebben gegeven. De reclame getuigt volgens hem evenmin van een gebrek aan behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef of van enige inbreuk op de wettelijke dan wel zelfdisciplinaire bepalingen terzake.
De Jury heeft vastgesteld dat de tv-spot in kwestie een meisje toont dat, op een eerder komische wijze, haar vader de les spelt omdat hij plastic waterflessen koopt.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft zij er nota van genomen dat deze met zijn tv-spot verwijst naar de bezorgdheid van jongeren met betrekking tot respect voor het milieu en de houding van volwassenen in dit opzicht.
Volgens de Jury is het voldoende duidelijk dat, zoals de adverteerder aangeeft, de reclame met milde ironie en humor verwijst naar de klimaatmarsen van de schoolgaande jeugd.
Zij is derhalve van mening dat de reclame door de gemiddelde consument niet zal worden opgevat in de betekenis die de klagers eraan geven.
In deze context is zij van oordeel dat de houding van de verschillende familieleden niet wordt voorgesteld als een te volgen voorbeeld en dat de enscenering in de tv-spot niet aanzet tot een gebrek aan respect voor of het denigreren van ouders.
De Jury is eveneens van oordeel dat de betrokken reclame niet van aard is om laakbaar gedrag te tolereren of te banaliseren of om de autoriteit van ouders te ondermijnen.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70