De tv-campagne bevat verschillende spots.
De spots waarnaar de klager verwijst zijn de volgende:
“Foodtruck”:
Een man kijkt naar de prijs van de maaltijd die hij bij een foodtruck besteld heeft. Hij kijkt dan verbaasd naar de uitbaatster, een vrouw met een Aziatisch voorkomen. Hij doet alsof hij achter zijn hond moet lopen die hij aan de lijn houdt.
“Juicebar”:
Een vrouw kijkt naar de prijs van het sapje dat zij in een bar besteld heeft. Ze kijkt dan alsof er niets is gebeurd naar de uitbaatster, een zwarte vrouw, en verdwijnt achter de toonbank.
VO: “Scarlet-klanten zijn goedkoper gewend. Tv, internet, telefoon voor 40 euro per maand. In alle veiligheid geïnstalleerd. Waarom meer betalen?”
De tv-spots “Restaurant”, “Restroom” en “Bloemenwinkel” tonen blanke uitbaters en cliënten die manieren proberen te vinden om niet te hoeven betalen.
VO: “Scarlet-klanten zijn goedkoper gewend. Scarlet Mobile, bellen, sms en data, voor 8 euro per maand. Waarom meer betalen?”
De klager verwees naar 2 tv-spots met volgens hem een (verstopte of onopzettelijke) stigmatiserende en racistische inhoud. Zijn motivatie voor de klacht is immers dat er van deze campagne verder geen voorbeelden langskomen waarin gewone blanke uitbaters iets te duur aanbieden. De betrokken spots komen bij zijn kijkgedrag heel frequent voor en hij is zich er na aanvankelijke onverschilligheid uitermate aan gaan storen. Als men het gehele aanbod van reclames van de laatste tijd bekijkt, voelt het volgens hem heel nadrukkelijk aan alsof de adverteerder probeert te zeggen: “deze mensen zijn anders, ze zijn onbetrouwbaar en ze bieden hun diensten te duur aan”. Volgens hem kan dit effect hebben buiten de branche van de adverteerder. De afgebeelde mensen hebben een kleine zaak en daardoor kunnen mensen in soortgelijke branches volgens hem zeker last hebben van de uitgezonden boodschap.
De adverteerder deelde mee dat zijn campagne onder meer 5 tv-spots bevat (Bloemenwinkel, Restaurant, Restroom, Foodtruck, Juicebar). De spots waarnaar de klager verwijst zijn de spots “Foodtruck” en “Juicebar”.
Hij betwist met klem de beschuldigingen van racisme en betreurt de interpretatie die de klager heeft gegeven. Het was en is geenszins de bedoeling om een racistische of stigmatiserende boodschap over te brengen. Hij wenst met deze campagne de boodschap over te brengen dat dagelijkse aankopen duur kunnen lijken van zodra klanten hun telecomdiensten bij hem nemen en verwijst naar de voice-over.
Met betrekking tot de motivatie van de klacht dat hij in zijn reclame racisme zou verstoppen door “geen gewone blanke uitbaters” af te beelden, verwees de adverteerder vooreerst naar de tv-spots “Restaurant”, “Restroom” en “Bloemenwinkel” waar de personen die als verkoper optreden wel “blank” zijn.
Hij wenste ook te benadrukken dat hij de diversiteit van de samenleving in al zijn advertenties vertegenwoordigt door mensen van alle origines, blank of gekleurd, af te beelden, hetzij in de rol van “verkoper”, hetzij in die van “klant”. Dit is een bewuste keuze van de adverteerder, die de diversiteit waardeert en aanmoedigt zowel in zijn mediacampagnes als binnen zijn organisatie.
De Jury heeft kennisgenomen van de twee tv-spots en van de klacht die daarop betrekking heeft volgens dewelke de inhoud van de spots stigmatiserend en racistisch zou zijn.
Naar aanleiding van het antwoord van de adverteerder, heeft de Jury er vooreerst nota van genomen dat de campagne onder meer vijf tv-spots bevat die ook blanke uitbaters en cliënten tonen en die allemaal de boodschap overbrengen dat dagelijkse aankopen duur kunnen lijken van zodra klanten hun telecomdiensten bij hem nemen.
Zij heeft er tevens nota van genomen dat de adverteerder net de diversiteit van de samenleving in zijn reclame wil vertegenwoordigen door mensen van alle origines, blank of gekleurd, af te beelden, hetzij in de rol van “verkoper”, hetzij in die van “klant”.
De Jury is van mening dat de boodschap in kwestie duidelijk is en dat de betrokken scenes op een humoristische wijze de voice-over “Scarlet-klanten zijn goedkoper gewend” illustreren, zonder racistisch of discriminerend over te komen.
Zij is tevens van mening dat de verschillende ensceneringen overdreven zijn en dat uitbaters van gelijkaardige zaken in het algemeen niet geviseerd worden.
Volgens haar zal de gemiddelde consument deze spots dus niet interpreteren in de zin die de klager eraan geeft.
Gelet op het voorgaande is de Jury van oordeel dat de reclame in kwestie niet van aard is om bepaalde bevolkingsgroepen in diskrediet te brengen of te discrimineren.
Zij is derhalve van oordeel dat de reclame niet indruist tegen de JEP-Regels inzake de afbeelding van de mens en evenmin getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder op dit punt.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70