De spot toont een man in een rolstoel, die zegt: « Je m’appelle Yves. On me demande toujours comment c’est arrivé. Un massage thaïlandais. Ma copine a voulu le faire mais elle a mal géré la montée sur mon dos avec ses pieds. Et … crac, fini le massage. »
Tekst op het scherm: « Comment c’est arrivé, on s’en fout. Ce qui compte, c’est qu’on bouge ensemble. Cap48, ensemble, même si on est différent. »
De klager en zijn Thaise vrouw waren gechoqueerd door wat de man met een beperking vertelt. De Thaise massagekunst is een voorouderlijke traditie die al 2500 jaar bestaat. Het is een paramedische praktijk die wordt beoefend door vrouwen en mannen die gestudeerd hebben aan verschillende medische scholen voor Thaise massage, gelegen in Bangkok. De Thaise gemeenschap in België, en dan vooral de mensen die deze kunst beoefenen, zijn gechoqueerd en voelen zich beledigd door de negatieve uitlatingen over deze vorm van massage, ook al wordt in de reclamespot gezegd dat de massage werd gegeven door de vrouw van de persoon met een beperking. Fictie of niet, de auteurs van de tekst hebben zich niet in de plaats gesteld van de kijkers.
Door te preciseren dat het om een "Thaise" massage ging, berokkent de advertentie volgens de klager niet enkel schade aan de Thaise gemeenschap in België, maar ook aan alle medische praktijken waar deze Aziatische kunst wordt beoefend. De tv-spot zet de Aziatische gemeenschappen die dit beroep uitoefenen en het zo al moeilijk hebben om rond te komen, in een negatief daglicht.
De adverteerde gaf eerst meer uitleg over de context van de campagne met als slogan "Comment c’est arrivé ? On s’en fout ! Ce qui compte c’est qu’on bouge ensemble". Het is de bedoeling de mensen te laten stilstaan bij het feit dat 80% van de beperkingen pas optreden na de geboorte, als gevolg van een ongeval, thuis, bij familie, op het werk, op reis, ... De vraag "Comment c’est arrivé ?" is dus legitiem, maar verplicht personen met een beperking om naar het verleden te kijken in plaats van naar de toekomst.
Vanuit deze vaststelling heeft de adverteerder besloten om de reclamecampagne op te bouwen rond het verhaal over het ongeval dat Yves in zijn rolstoel heeft doen belanden. Of beter gezegd, de verschillende verhalen die Yves Krauth, de ambassadeur van de campagne, via de televisie, de radio en de sociale media verkondigt, van het meest banale tot het meest vergezochte.
Vervolgens formuleerde de adverteerder een antwoord op de verschillende elementen die door de klager werden aangehaald.
Vooreerst is de adverteerder van mening dat de advertentie op geen enkele manier de spot drijft met Thaise massages als dusdanig of met de personen die deze massagevorm beoefenen. Hij velt geen enkel oordeel over de kwaliteit van die massages of over hun geschiedenis.
De adverteerder stelde zich ook vragen bij het feit dat de klager in naam van de Thaise gemeenschap in België en de beoefenaars van de Thaise massagekunst spreekt, en vroeg zich af welke bewijzen de klager zou hebben kunnen voorleggen dat die mensen gechoqueerd waren en zich beledigd voelden door de negatieve uitlatingen over deze massagevorm.
Bovendien zegt de klager zelf dat in de spot wordt vermeld dat de massage werd gegeven door de vrouw van de man die over zijn beperking vertelt. De adverteerder was dan ook van mening dat dit element reeds voldoende is om het argument van de klager te weerleggen. Het leek hem duidelijk dat de boodschap van de reclamespot niet kan worden beschouwd als enige vorm van kritiek, laster, smaad, belediging of kwaadsprekerij aan het adres van de Thaise gemeenschap in België of de beoefenaars van de Thaise massagekunst.
De klager verschaft bovendien geen staving voor zijn bewering dat de spot schade berokkent aan de Thaise gemeenschap in België en aan alle medische praktijken waar deze Aziatische kunst wordt beoefend. De klager haalt economische moeilijkheden aan, waarvan men het eventuele voorkomen echter niet redelijkerwijze aan de adverteerder kan verwijten. In de spot wordt helemaal niet gezegd dat je een Thaise massage beter vermijdt. Deze spot is dus geenszins een vorm van laster, smaad, belediging of kwaadsprekerij aan het adres van de Thaise gemeenschap of de Thaise massagesalons, die overigens niet worden vermeld, noch impliciet worden geviseerd.
De klager zegt ook dat de spot de Thaise gemeenschap zou beledigen. Volgens de adverteerder kan de uitdrukking 'Thaise massage' echter worden gebruikt zonder dat hierin enige vorm van racistische of xenofobe kritiek aan het adres van de Thaise gemeenschap dient te worden gezien.
Onder deze omstandigheden was de adverteerder van mening dat de spot niet in strijd is met de wetgeving of deontologie inzake reclame.
De Jury heeft vastgesteld dat de tv-spot in kwestie een man in een rolstoel toont, die het heeft over een door zijn vriendin gegeven Thaise massage, die oorzaak zou zijn van zijn beperking.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder heeft de Jury er nota van genomen dat de man de ambassadeur is van de campagne van Cap 48 met als slogan "Comment c’est arrivé ? On s’en fout ! Ce qui compte c’est qu’on bouge ensemble". In deze campagne vertelt hij tientallen verschillende verhalen waarin zijn beperking steeds een andere oorzaak heeft, het ene al onwaarschijnlijker dan het andere.
In deze context is de Jury van mening dat noch de Thaise gemeenschap in het algemeen, noch de al dan niet professionele beoefenaars van de Thaise massagekunst geviseerd worden door te vermelden dat de vriendin van de man een Thaise massage heeft gegeven.
Volgens de Jury stelt de tv-spot in kwestie deze personen dus niet op een negatieve manier voor en is de spot niet van aard om door de gemiddelde kijker als choquerend jegens hen te worden beschouwd.
Gelet op het voorgaande is de Jury van oordeel dat de tv-spot geen discriminatie op grond van nationale herkomst aanmoedigt of tolereert. Ze is eveneens van oordeel dat de spot niet van aard is om een bepaalde groep personen of een beroepsgroep te denigreren.
Bij gebreke van inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70