De radiospots gaan als volgt:
Spot 1:
Jongen: “Beste Sint, als ik dit jaar weer zo’n lelijke trui krijg, steek ik een cactus in de schoorsteen. Ik wil een smartphone.”
VO: “Bij Proximus vindt ieder zijn cadeau. Zoals een smartphone voor maar 9€ bij Mobilus+Phone 20. Meer info op proximus.be.”
Spot 2:
Meisje: “Dag Sinterklaas, van de mottige pyjama die ik vorig jaar kreeg, slaap ik nog altijd slecht. Herpak u met een smartphone.”
VO: “Bij Proximus vindt ieder zijn cadeau. Zoals een Samsung Galaxy S6 voor maar 49€ bij Tuttimus. Meer info op proximus.be.”
1) De klager vraagt zich af waarom het kind niet zegt: “Ik zou graag een smartphone hebben alstublieft, dank u wel”, wat beleefder zou zijn. Er zijn volgens hem al zoveel moeilijkheden met de opvoeding van de allerjongsten; hen bevestigen in hun eisen draagt hier niet toe bij.
2) Volgens de klager druist deze spot in tegen de meest elementaire regels inzake opvoeding en gedrag. Deze tekst – die overigens door een kind wordt gelezen – hemelt niet alleen een slechts opgevoede knaap op die het gewoon is om alles te krijgen maar strekt er bovendien toe om kinderen die in minder gegoede milieus leven nog wat meer te isoleren. Volgens hem is een dergelijke boodschap aan de vooravond van Viva For Life eenvoudigweg misplaatst en gaat zij in tegen de waarden van delen en opvoeding die in de eindejaarsperiode in het bijzonder naar voor worden gebracht.
3) De klager vindt dat het om een slecht voorbeeld gaat van verwende kinderen die specifieke cadeaus opeisen die bovendien duur zijn. Er is volgens hem een probleem van opvoeding: met heeft dit kind niet leren zeggen “ik zou willen”.
4) De klager is samen met vele anderen in zijn omgeving geschokt door zo’n reclame. Dit is volgens hem totaal geen gezond voorbeeld naar kinderen toe; in deze tijden waar veel mensen het al moeilijk hebben dan nog zo’n Sinterklaasreclame voor een iPhone lanceren, vindt hij ongehoord. Het is nodig om de kinderen te leren om kleine dingen te waarderen en geen geschenken die voor volwassenen bestemd zijn.
5) De klager vindt de toon waarin de radiospot werd opgebouwd opvoedkundig onverantwoord. Een kind moet leren dankbaar zijn met wat hij/zij krijgt en de dwingende toon waarop de Sint wordt aangesproken, kan volgens hem niet door de beugel.
6) De klagers zijn geschokt door deze reclame en vinden het schandalig van de adverteerder dat hij een kind gebruikt om een dergelijke laag-bij-de-grondse boodschap te sturen en dat hij een dermate agressieve vorm hanteert uiteindelijk voor het verkrijgen van een cadeau.
7) De klager vindt dat deze reclame nodeloos agressief is en in de mond van kinderen enerzijds een vorm van chantage en anderzijds een vergeldingsmaatregel legt. Volgens hem is er al voldoende geweld van kinderen/adolescenten om er niet nog wat aan toe te voegen. In de mond van een kind/adolescent niet louter een wens maar een opeising leggen wat een geschenk betreft is volstrekt anti-opvoedingskundig en het geweld dat eruit voortvloeit zou gebannen of minstens veroordeeld moeten worden.
8) De klager is geschokt door deze reclame omwille van de volgende redenen:
- gebruik van de stem van een kind van ongeveer 7 jaar (dat nog in Sinterklaas gelooft) om de aankoop van een smartphone aan te prijzen en aldus de gedachte te verspreiden dat een kind van die leeftijd noodzakelijkerwijs een GSM nodig heeft en deze bovendien zelf opeist;
- in deze tijden van crisis, immigratie, armoede zou een ander, minder verwend kind misschien tevreden zijn met deze pullover als deze vreselijke knaap hem niet nodig heeft;
- de absolute heerschappij van het verwende kind dat zelf de grote Sinterklaas bedreigt: we moeten achteraf niet verbaasd zijn als jongeren nergens nog respect voor hebben, noch ouders, noch leerkrachten, noch regels.
Een aantal bijkomende klachten van dezelfde aard/strekking werden in toepassing van artikel 5, alinea 5 van het Juryreglement niet afzonderlijk in behandeling genomen. In totaal ontving de Jury 11 klachten tegen de betrokken reclame.
De adverteerder deelde mee dat het zo is dat hedendaagse prepubers steeds mondiger en assertiever zijn. Kledij, zoals wollen truien of pyjama’s, vinden zij meestal geen leuk cadeau. Zij verlangen naar hippe, elektronische cadeau’s. In de spot vragen ze deze aan het fictieve personage Sinterklaas. De spot bevat geen oordeel over het gedrag van de kinderen en het blijft ook in het midden of de prepubers de cadeaus werkelijk krijgen of niet. De toon/inhoud van de spot is bovendien duidelijk humoristisch (cactus, herpakken, …). Gelet op de stijl van de spot en de volwassen humor, is het volgens de adverteerder ook duidelijk dat de bestemmelingen van de spot volwassenen/ouders zijn.
Daarnaast benadrukte de adverteerder dat hij zeer begaan is met de situatie van minderbedeelden en bijdraagt aan verschillende sociale projecten (zo worden onder meer in de eindejaarsperiode bij werknemers cadeautjes ingezameld voor arme gezinnen, één gebouw van de adverteerder is beschikbaar voor opvang van daklozen en de adverteerder is partner van de actie Viva for Life).
De Jury heeft kennis genomen van de verschillende radiospots waarin men kinderen hun brief naar Sinterklaas hoort schrijven en waarbij ze zich beklagen over een eerder gekregen geschenk en een smartphone eisen.
De Jury heeft eveneens de verschillende elementen onderzocht die door de klagers ten aanzien van de radiospots in kwestie werden opgeworpen.
Met betrekking tot de motieven van de klachten die betrekking hebben op het gedrag en het taalgebruik van de opgevoerde kinderen, is de Jury vooreerst van mening dat het gaat om jonge kinderen, gelet op hun stem, de wijze waarop zij zich uitdrukken en het feit dat ze een brief naar Sinterklaas schrijven, en dat de geschetste situatie op een te realistische wijze wordt weergegeven opdat de gemiddelde consument haar louter figuurlijk zou opvatten.
Zij is eveneens van mening dat de in deze reclameboodschappen gebruikte toon, de gehanteerde chantage en derhalve het opvoeren van verwende kinderen die een cadeau opeisen – waarvan zij bovendien waarschijnlijk de prijs niet in al zijn elementen bevatten – misplaatst zijn en indruisen tegen de geldende opvoedkundige beginselen.
De Jury is derhalve van oordeel dat de radiospots in kwestie positief sociaal gedrag, levensstijl of houding ondermijnen en bijgevolg op dit punt in strijd zijn met artikel 18 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel.
Wat daarentegen de motieven van de klachten betreft aangaande het tijdens de feestenperiode naar voor brengen van een geschenk dat niet geschikt zou zijn in het licht van het gebruik ervan door een kind of van de prijs ervan, is de Jury van mening dat de reclames niet beweren dat een kind noodzakelijkerwijs een smartphone nodig heeft.
Vervolgens drukken de kinderen volgens de Jury hun persoonlijke opvatting uit, zonder dat daarom echter sprake zou zijn van het op algemene wijze stigmatiseren van het aanbieden van iets anders dan een smartphone of van het denigreren van gezinnen waar het ten geschenke geven van een smartphone van het in de reclames aangehaalde gamma niet tot de mogelijkheden behoort.
De Jury is derhalve van oordeel dat de radiospots niet van aard zijn om een bepaalde categorie van personen te discrimineren of te kleineren et dat zij evenmin de maatschappelijke waarden die centraal staan in de eindejaarsperiode aantasten of afbreuk doen aan de caritatieve initiatieven die daarmee gepaard gaan.
Zij heeft derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepaling, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
De adverteerder heeft bevestigd dat de spots in kwestie niet meer verspreid worden en dat hij de beslissing van de Jury respecteert.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70