PROXIMUS – 05/06/2018

Beschrijving van de reclame

Op de website van de adverteerder bevindt zich een promotioneel aanbod met betrekking tot het product Tuttimus met onder andere de tekst “Nergens zoveel tv als in Tuttimus”, een aankondiging in een rood kader: “Promo Tuttimus vanaf € 69/maand gedurende 4 maanden”, een aankondiging in een wit kader: “+ Webdeal € 30 extra korting” en vervolgens een visual van Studio 100 TV, de Champions League en een reeks op Netflix met uitleg hierover.
Onder de visuals en ook verder onderaan op de pagina, onder de verschillende soorten Tuttimus, de vermelding “Promotie geldig tot 02/04/2018 voor een nieuwe internetabonnement in Tuttimus. Webdeal enkel geldig als je online bestelt.”.
Verder onderaan op dezelfde pagina, een link “Voorwaarden” waarop met kan klikken en onder “Voorwaarden van de promotie”, onder andere de vermelding “Promo: van 01/02 t.e.m. 02/04/2018, voor klanten die nog geen Proximus-internetabonnement hebben.”.

Motivering van de klacht(en)

De klager deelde mee dat de algemene verkoopsvoorwaarden stipuleren dat de promotie slechts geldig is voor de nieuwe internetklanten maar dat de reclame afficheert dat de promotie geldig is voor elk nieuw Tuttimus-abonnement. Hij heeft een nieuw Tuttimus-abonnement genomen maar de adverteerder weigert de promotie aan zijn oude internetklanten door zich te beroepen op de algemene voorwaarden. Volgens de klager is er tegenstrijdigheid tussen de algemene voorwaarden en de reclame en is de reclame misleidend.

Standpunt van de adverteerder

Volgens de adverteerder gaat het hier om een manifest gebrek aan inbreuk. De klager stelt immers dat “de reclame afficheert dat de promotie geldig is voor elk nieuw Tuttimus-abonnement”, terwijl uit het door hemzelf toegevoegde stuk duidelijk blijkt dat dit niet zo is. Daar staat immers te lezen: “Promotie geldig tot 02/04/2018 voor een nieuwe internetabonnement in Tuttimus”.
Zodoende wordt nergens gewag gemaakt van een promotie die voor elk nieuw Tuttimus-abonnement zou gelden, maar worden consumenten er duidelijk over geïnformeerd dat de voorwaarde om te kunnen genieten van de promotie een nieuw internetabonnement in Tuttimus betreft.
Hij voegde tevens screenshots van de Tuttimus-webpagina toe, waaruit volgens hem blijkt dat op drie verschillende plaatsen duidelijk wordt aangegeven dat een klant enkel van de promotie kan genieten indien hij nog geen internetabonnement heeft en er een neemt met Tuttimus.
In de gegeven omstandigheden kan volgens de adverteerder derhalve geen sprake zijn van enige misleiding.

Jurybeslissing

De Jury heeft vastgesteld dat zich op de website van de adverteerder een promotioneel aanbod met betrekking tot het product Tuttimus bevindt.

Zij heeft eveneens vastgesteld dat zich, meteen onder de visuals van dit aanbod, de volgende vermelding bevindt: “Promotie geldig tot 02/04/2018 voor een nieuwe internetabonnement in Tuttimus.” en dat, verder onderaan op dezelfde pagina, zich een link “Voorwaarden” bevindt waarop men kan klikken om kennis te nemen van de voorwaarden van de promotie die onder andere het volgende vermelden: “Promo: van 01/02 t.e.m. 02/04/2018, voor klanten die nog geen Proximus-internetabonnement hebben.”.

Volgens de Jury is het in deze context belangrijk dat het duidelijk is voor de gemiddelde consument dat het promotionele aanbod in kwestie enkel betrekking heeft op de klanten die nog geen internetabonnement hebben bij Proximus.

In casu is de Jury van mening dat op dit punt de tekst aangehaald onder de vermelding “Voorwaarden”, door te verwijzen naar de personen die al dan niet kunnen genieten van de promotie, inderdaad duidelijk is.

Zij is daarentegen van mening dat de aanwezigheid van de vermelding met de bewoordingen “voor een nieuwe internetabonnement in Tuttimus”, meteen onder de promotie zelf, verwarring creëert. Deze vermelding haalt het type abonnement dat betrokken is in de promotie aan zonder de duidelijker beperkende bewoordingen die gebruikt worden in het deel “Voorwaarden” te hernemen.

De Jury is derhalve van oordeel dat de reclame in kwestie, in combinatie met de vermelding “Promotie geldig tot 02/04/2018 voor een nieuwe internetabonnement in Tuttimus.” van aard is om de gemiddelde consument te kunnen misleiden wat betreft de personen die van de promotie kunnen genieten, wat strijdig is met artikels VI. 97 en 99 van het Wetboek van economisch recht en artikels 3 en 5 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC Code).

Gelet op het voorgaande en op basis van voormelde bepalingen, heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen op dit punt, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.

De adverteerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Jury in eerste aanleg.

Hoger beroep

Standpunt adverteerder in hoger beroep

Volgens de adverteerder gaat de Jurybeslissing in tegen de heersende rechtspraak inzake misleidende reclame.

Vaste rechtspraak stelt dat bij de beoordeling of reclame misleidend is of kan zijn, moet worden nagegaan of zij een verkeerde voorstelling opwekt, rekening houdend met het geheel van de reclame, waarbij op synthetische en niet op analytische wijze moet worden te werk gegaan. Het misleidend karakter, of de mogelijkheid van misleiding mag niet bekeken worden ten opzichte van één of ander kenmerk afzonderlijk genomen.

In de beslissing baseert de Jury zich echter enkel op de “subheadline” om te stellen dat de reclame kan misleiden, zonder daarbij rekening te houden met de verdere verduidelijkingen in het gedeelte “voorwaarden”. De Jury meent dat de reclame kan misleiden aangezien de “subheadline” niet dezelfde duidelijke beperkende bewoordingen bevat als de “voorwaarden”, welk gedeelte voor de Jury wel voldoende duidelijk de promotievoorwaarden weergeeft. Dit gaat volgens de adverteerder echter in tegen het principe dat de “subheadline” en de “voorwaarden”, die een verduidelijking zijn op de “subheadline”, samen in acht dienen te worden genomen.

Uit een samenlezing van de “subheadline” en de “voorwaarden” kan er voor de gemiddelde consument geen twijfel over bestaan dat enkel wie nog geen Proximus-internetabonnement heeft, in aanmerking komt voor de actie. Immers, vermits de voorwaarden onmiddellijk onder de “subheadline” staan, mag men er redelijkerwijze van uitgaan dat de gemiddelde consument die de “subheadline” leest, ook de voorwaarden zal lezen. Voor zover de “subheadline” zelf onvoldoende genuanceerd is (wat vaak het geval is voor “subheadlines”, en de gemiddelde consument ook begrijpt), wordt dit gebrek aan nuance weggenomen door de duidelijke tekst die er, zij het in kleinere letters, onmiddellijk op volgt.

Neemt men de totaalindruk van de reclame, rekening houdend met alle elementen van de reclame, in acht en niet één element daarvan, dan mag volgens de adverteerder worden aangenomen dat de gemiddelde consument – zijnde de redelijk oplettende en voorzichtige consument – niet misleid wordt door de reclame.

Beslissing Jury in hoger beroep

De Jury in hoger beroep heeft kennisgenomen van de inhoud van de reclame voor Proximus in kwestie en van alle elementen en standpunten die terzake meegedeeld werden in dit dossier.

De Jury in hoger beroep heeft er nota van genomen dat volgens de Jury in eerste aanleg deze reclame verwarring creëert wat betreft de personen die van de promotie kunnen genieten en derhalve van aard is om de gemiddelde consument te kunnen misleiden op dit punt.

De Jury in hoger beroep bevestigt dat dit besluit zich opdringt op basis van de verschillende elementen van dit dossier.

Naast de inhoudelijke elementen die reeds door de Jury in eerste aanleg werden weerhouden om tot dit besluit te komen, wenst de Jury in hoger beroep met name te benadrukken dat er in casu – in weerwil van wat de adverteerder argumenteert in zijn verzoekschrift – geen sprake van is dat de Jury in eerste aanleg zou hebben nagelaten om de reclame in zijn geheel te beschouwen.

Integendeel, het is naar de mening van de Jury in hoger beroep net omdat er in deze reclame voor werd geopteerd om de meer in het oog springende “subheadline” anders – en ruimer – te verwoorden dan het bepaalde in de sectie “Voorwaarden” dat de discrepantie wordt gecreëerd waardoor de consument in verwarring wordt gebracht. Dit is naar haar mening des te meer het geval aangezien bij het promotioneel aanbod zelf niet de nadruk wordt gelegd op de beperkende voorwaarden verder onderaan de webpagina en de gemiddelde consument kan menen dat de wel uitdrukkelijk apart en meteen onder de visuals van het promotioneel aanbod vermelde “subheadline” de voor hem relevante informatie wat betreft de personen die van de promotie kunnen genieten bevat.

In die zin wordt naar het oordeel van de Jury in casu wel degelijk het verwachtingspatroon gecreëerd dat de promotie ook kan gelden voor klanten die wel al een Proximus-internetabonnement maar nog geen – voor hen dus “nieuw” – internetabonnement in Tuttimus.

De Jury in hoger beroep is met name van oordeel dat de reclame in kwestie, in combinatie met de vermelding “Promotie geldig tot 02/04/2018 voor een nieuwe internetabonnement in Tuttimus.” van aard is om de gemiddelde consument te kunnen misleiden wat betreft de personen die van de promotie kunnen genieten, wat strijdig is met artikels VI. 97 en 99 van het Wetboek van economisch recht en artikels 3 en 5 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC Code).

De Jury in hoger beroep verklaart derhalve het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Jury in eerste aanleg.

De Jury in hoger beroep heeft de adverteerder derhalve op basis van voornoemde bepalingen verzocht om deze reclame niet meer te verspreiden in deze vorm.

Gevolg

De beslissing van de Jury in hoger beroep is definitief.

De adverteerder heeft bevestigd dat de desbetreffende communicatie werd gewijzigd.

Adverteerder: PROXIMUS
Product/Dienst: Tuttimus
Media: Internet
Onderzoekscriteria: Eerlijkheid, Waarachtigheid
Initiatief: Consument
Datum afsluiting:  05/06/2018