De TV-spot toont onder meer een wasmachine met daarop een fles van een anoniem wasmiddel en een zorgelijk kijkende man die iets lijkt te zoeken rond de wasmachine in kwestie. Daarna worden muntstukken getoond die door een doorschijnende buis achteraan deze wasmachine in een afvoerrooster verdwijnen. Vervolgens wordt het product getoond en gedemonstreerd door een andere man met een andere wasmachine.
VO: “We doseren vloeibaar wasmiddel het liefst voorzichtig zodat we niets verspillen, maar wist je dat via het bakje van sommige wasmachines tot wel 30% van je vloeibaar wasmiddel verloren kan gaan en rechtstreeks in de afvoer belandt. Ariel Excel Tabs zijn ontwikkeld om niets te verspillen. Doe een Excel Tab achterin de trommel en leg de was er bovenop. Voor een stralend schone was, zonder iets te verspillen. Ariel Excel Tabs: 100% Ariel waskracht in werking.”
“Net als ieder wasmiddel buiten bereik van kinderen houden.”
Tekst onderaan het beeld: “Dit geldt niet voor bovenlader wasmachines.”
“Net als ieder wasmiddel buiten bereik van kinderen houden.”
De adverteerder heeft meegedeeld dat zijn technische dienst de omstreden bewering heeft bewezen, bewering die een logisch gevolg is van het feit dat het om een vloeibaar product gaat. In sommige gevallen is het verlies van het vloeibaar product zelfs heel aanzienlijk. De klacht van de consument toont inderdaad aan dat dit feit algemeen gesproken niet bekend is bij het publiek.
De adverteerder heeft een intern Engelstalig bedrijfsfilmpje doorgestuurd dat op een duidelijke manier voorstelt wat er concreet gebeurt in bepaalde types wasmachines tussen het ogenblik dat het vloeibaar wasmiddel in het wasmiddelenbakje wordt gegoten en het ogenblik dat de machine de wascyclus aanvangt en dat de werking toont tijdens de wasbeurt. In deze film ziet men een vloeibaar wasmiddel in het wasmiddelenbakje gegoten worden, dat door zijn vloeibaarheid wegloopt en het laagste punt van de wasmachine zoekt tussen de binnenste en de buitenste trommel van de machine. Bij de eerste spoeling wordt het vloeibaar wasmiddel dat zich onderaan de machine bevindt meegenomen naar de afsluiter waarin zich een bolvormige klep bevindt, de zogenaamde “ecoball”, die de afvoerbuis afsluit vanaf deze eerste spoeling. Deze eerste spoeling neemt eveneens een deel van het wasmiddel met zich mee. De laboratoria van de adverteerder hebben kunnen vaststellen dat de eerste spoeling, die dient om de afvoer af te sluiten en die daarna niet meer wordt gebruikt voor het wassen, een aanzienlijke hoeveelheid vloeibaar wasmiddel kan bevatten. Volgens de adverteerder is de boodschap die in zijn reclame wordt gegeven dus volledig gegrond.
Op vraag van de Jury om de nodige bijkomende staving voor te leggen van de in de reclame gemaakte feitelijke claims, deelde de adverteerder vervolgens een kopie mee van een rapport opgemaakt door een Engels onafhankelijk laboratorium. In hun laboratoria werd het verlies van vloeibaar product, indien gegoten in het wasmiddelenbakje, getest in 10 verschillende, op de Belgische markt verkochte wasmachines. Deze testen zijn opgezet om te kunnen vergelijken wat de hoeveelheid vloeibaar wasmiddel is die effectief in de wastrommel terechtkomt bij een dosering via het gebruik van het wasmiddelenbakje en bij een dosering via een doseerbal die op de was in de trommel wordt geplaatst. De adverteerder verwees met name naar de conclusie van het rapport: het gemiddelde verlies van vloeibaar wasmiddel in de machines die een aanzienlijk verlies vertoonden, is hier 31,5%.
Ingevolge het antwoord van de adverteerder, heeft de Jury kennis genomen van een intern bedrijfsfilmpje, met bijhorende uitleg, waarin het fenomeen van het verlies van vloeibaar wasmiddel in bepaalde types van wasmachines als volgt wordt verklaard: Een vloeibaar wasmiddel zoekt het laagste punt van de wasmachine, met als gevolg dat een deel van dit wasmiddel bij de eerste spoeling kan worden meegenomen naar de afsluiter van de machine, waar de afvoerbuis wordt afgesloten met een zogenaamde “ecoball”. Het aldus afgesloten water, met inbegrip van het er desgevallend in aanwezige wasmiddel, wordt echter niet gebruikt bij het wassen.
De Jury is van mening dat aldus afdoende duidelijk wordt gemaakt dat het in de klacht betwiste principe van verlies van vloeibaar wasmiddel zich wel degelijk in werkelijkheid kan voordoen.
De Jury heeft tevens kennis genomen van een door de adverteerder meegedeeld rapport van een Engels onafhankelijk laboratorium met daarin de resultaten van labotesten met op de Belgische markt verkochte wasmachines, die de in de TV-spot gemaakte claims ondersteunen.
Gelet op het voorgaande, is de Jury van oordeel dat deze reclame niet van aard is om de gemiddelde consument te misleiden.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70