De Tv-spot toont een man en een vrouw in een Pizza Hut-restaurant. Beelden van de man en de vrouw worden afgewisseld met beelden van de bereiding van ribbetjes, een slaatje en frietjes, waaronder een fragment waarin de ribbetjes omgedraaid worden op een barbecue waaruit een vlam opstijgt.
Voice-over: “Probeer naast onze pizza’s ook de heerlijke Barbecue Spareribs. (…)”
De klager deelde mee dat hij al jarenlang mensen wijst op het feit dat je vlees niet mag roosteren in direct contact met vlammen, aangezien dit erg ongezond is en zo goed als zeker kankerverwekkend. Volgens hem is het minste wat de adverteerder kan doen, vermelden dat het vlees in hun restaurants in werkelijkheid op een correcte wijze bereid wordt en dat de consumenten thuis niet mogen grillen in contact met vlammen.
De adverteerder deelde mee dat hij de spareribs visualiseert boven een barbecue met open vuur om duidelijk te maken dat het “barbecue” spareribs zijn. Dit is namelijk ook de smaak van de marinade waarin de spareribs bereid worden.
Voor alle duidelijkheid, deelde hij mee dat de spareribs in zijn restaurants gebakken worden in een heteluchtoven en niet in aanraking komen met een vlam tijdens dit proces. Het is allerminst zijn bedoeling om het roosteren van vlees in direct contact met vlammen te promoten. Hij wil enkel aangeven dat de spareribs die bij hem verkocht worden, een barbecue-smaak hebben.
De Jury heeft kennisgenomen van de Tv-spot in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat de spareribs slechts zeer kort in de vlam worden getoond en is van mening dat niet zozeer de in beeld komende vlammen als wel het aspect ‘barbecue’ op de voorgrond wordt geplaatst.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder tevens nota van genomen dat de spareribs in zijn restaurants gebakken worden in een heteluchtoven en niet in aanraking komen met een vlam tijdens dit proces, maar dat hij het product in de spot in kwestie gevisualiseerd heeft boven een barbecue met open vuur om de barbecue-smaak ervan aan te geven.
De Jury is van mening dat dit laatste ook de betekenis is die door de gemiddelde consument zal worden gegeven aan de reclame en dat deze met name niet van aard is om te zullen worden opgevat als een aansporing om overmatig gebruik te maken van een mogelijk ongezonde bereidingswijze.
De Jury is derhalve van oordeel dat de spot in kwestie niet van aard is om afbreuk te doen aan de bevordering van gezonde eetgewoonten en evenmin getuigt van een gebrek aan een behoorlijk maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in hoofde van de adverteerder.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op dit punt.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70