De spot toont een vrouw op de bus die op haar smartphone de melding krijgt dat ze geen data meer heeft. Men hoort haar denken terwijl ze opkijkt van haar smartphone: “Oh nee, geen data meer. Ah maar, dan kan ik wat genieten van het uitzicht rondom mij”.
De achtergrondmuziek stopt abrupt en een man die tegenover de vrouw op de bus zit komt in beeld. Hij knipoogt en wijst met zijn vinger naar de vrouw. Men hoort de vrouw denken: “Euh. Ja, nee” en ziet een beeld van de man die naast de vrouw is gaan zitten, waarbij de vrouw met haar ogen draait.
Voice-over: “Of kies liever voor onbeperkte data. Wordt Arend, het mobiele abonnement met onbeperkte data”.
Volgens de klager betreft het hier opnieuw een reclamespot waarbij de menselijke waardigheid wordt aangetast, en hij verwijst hierbij naar eerdere Jurybeslissingen (MOBILE VIKINGS 20/11/17 en 05/04/18). Opnieuw wordt de boodschap gebracht dat de afgebeelde man omwille van zijn uiterlijke kenmerken en/of gedragingen niet aan een ideaalbeeld voldoet. De vrouw geeft hierbij duidelijke blijk van afwijzing ten aanzien van de man omdat hij niet aan een te verkiezen beeld beantwoordt waarbij aldus een negatieve beeldvorming rond personen ontstaat. In een wereld waarbij gelijkheid tussen mannen en vrouwen wordt nagestreefd, vindt de klager dit mensonwaardig en denigrerend ten aanzien van mannen.
De adverteerder deelde mee dat het nooit zijn bedoeling is geweest om de menselijke waardigheid aan te tasten.
In tegenstelling tot de spot van Mobile Vikings waarnaar verwezen wordt in de klacht, speelt hij niet in op de uiterlijke kenmerken van de persoon maar op zijn gedrag. De mannelijke hoofdrolspeler probeert op een vervelende manier de aandacht te trekken van de vrouwelijke hoofdrolspeelster. De dame raakt hierdoor geïrriteerd en toont daarom afkeer.
Het gaat volgens de adverteerder dus wel degelijk om afkeur van gedrag en niet van het uiterlijk. Mochten mensen dit anders begrepen hebben, spijt dit hem ten zeerste, maar hij benadrukt dat reclame die de menselijke waardigheid aantast absoluut niet binnen de waarden van zijn merk past.
De Jury heeft kennisgenomen van de reclame in kwestie en van de klacht die daarop betrekking heeft.
Zij heeft vastgesteld dat de spot een vrouw in beeld brengt die rondom haar heen kijkt op de bus, waarbij een man die tegenover de vrouw zit naar haar knipoogt en met zijn vinger wijst, en de vrouw afwijzend reageert als hij vervolgens naast haar blijkt te zijn gaan zitten.
In tegenstelling tot wat het geval was in de reclamespots in de dossiers waarnaar de klager verwijst (MOBILE VIKINGS 20/11/17 en 05/04/18), waar bijvoorbeeld de stem van de vrouwelijke protagonist het uitdrukkelijk en uitsluitend over uiterlijke kenmerken en over een partnerrelatie heeft, is de Jury van mening dat in de huidige spot de focus niet ligt op het uiterlijk van de mannelijke protagonist, maar wel op diens gedrag. Zij is bovendien van mening dat de spot op karikaturale wijze voldoende duidelijk maakt dat de vrouw afwijzend reageert ten aanzien van concrete gedragingen van de haar onbekende man die zij als opdringerig en ongewenst ervaart.
Zij is derhalve van mening dat in deze spot niet de boodschap wordt gebracht dat de afgebeelde man omwille van zijn uiterlijke kenmerken niet aan een ideaalbeeld beantwoordt en dat evenmin sprake is van het in beeld brengen van een relatie tussen personen waarbij de vrouw duidelijk blijk geeft van afwijzing ten aanzien van de man omdat hij niet aan een bepaald klaarblijkelijk te verkiezen ideaalbeeld inzake uiterlijke kenmerken beantwoordt.
De Jury is derhalve van oordeel dat de spot in kwestie niet van aard is om de menselijke waardigheid aan te tasten en evenmin denigrerend is voor een bepaalde groep van personen.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren op deze punten.
Aangezien geen hoger beroep werd ingesteld, werd dit dossier afgesloten.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70