De spot toont een jonge vrouw (“Lisa 23 j – Geen Mobile Viking”) die aan het woord is terwijl ze aan een tafel zit en uit het raam kijkt:
“Vroeger had ik echt een extreem knap lief. Die had van die mooie blauwe ogen en had een mega…” (Ze houdt haar wijsvingers een bepaalde afstand van elkaar.)
“Ik postte altijd foto’s van hem op Instagram. Hij was ook zo knap. Na een week zat ik al door al mijn data en dat ging echt niet meer. Dus ja, nu ben ik met Egbert.” (Een wat gezette kalende roodharige man in een pastelgroen overhemd komt bij haar staan en legt zijn hand op haar schouder. De man buigt zich voorover om haar een kus te geven en de vrouw trekt zich weg en glimlacht ongemakkelijk. De man recht zich, legt opnieuw zijn hand op haar schouder en knippert met de ogen.)
VO: “Laat je abonnement je leven niet bepalen en kies voor het scherpste data-aanbod van België.”
1) Volgens de klager suggereert de spot dat het nieuw lief van de jongedame niet waardig genoeg is. Het gaat om een man zoals we er zovele zouden kennen (stevig gebouwd, geen flashy kledij, begin van kaalheid, ...). De spot geeft de perceptie dat men als man best een knap fotomodel is. Indien niet, dan telt men niet mee en mag men zelfs blij zijn dat men überhaupt nog een relatie kan hebben, in dit geval met een dame die de man eigenlijk niet de moeite waard vindt. Er wordt in het spotje een duidelijke beschrijving gegeven van een gewenst ideaal en een beeld opgehangen van wie men best gewoon zou negeren.
Dit komt het zelfbeeld van mensen die nu reeds met zichzelf in de knoop liggen, niet ten goede. De adverteerder richt zich ook voornamelijk tot jongeren en twintigers met zijn aanbod. Net in deze doelgroep zoeken velen hun plaats in de maatschappij en heeft men vaak een laag zelfbeeld. In extremis pleegt iemand zelfs zelfmoord indien hij/zij zich niet aanvaard voelt om wat voor reden (niet knap genoeg?). Mobile Vikings bestempelt dit spotje als ludiek maar volgens de klager heeft ludiek zijn grenzen waarbij de waardigheid van personen niet aangetast mag worden.
2) De klager vindt dit echt niet kunnen. Volgens hem is het alweer een veralgemening ten aanzien van “rosse” mannen dat deze minder knap zouden zijn.
De adverteerder deelde mee dat het doel van zijn campagne was om de bekendheid van zijn data-abonnementen vergroten. In de verschillende reclamespots wordt op een ludieke wijze getoond hoe consumenten hun leven zouden hebben moeten aanpassen omwille van het gebrek aan data.
Hierbij worden telkens onrealistische scenario’s getoond en uitvergroot: consumenten die plots afschuwelijke muziek moeten beginnen luisteren, consumenten die moeten verhuizen naar een afgelegen gebied om daar mindful te zijn of consumenten die van lief moeten veranderen. Het is de bedoeling om op satirische wijze het first-world probleem van een gemiddelde 20-jarige, namelijk verslaafdheid aan data, in beeld te brengen. De boodschap van de spots is dat de adverteerder een oplossing biedt voor dit “probleem” met zijn data-abonnementen. De insteek van de reclamecampagne is ludiek en een beetje absurd en past volgens de adverteerder bij het rebelse karakter van het merk.
De adverteerder is dan ook van mening dat de spot waarop de klacht betrekking heeft op geen enkele manier de waardigheid van de mens aantast. In tegenstelling tot wat de klager aangeeft, zal de gemiddelde consument/kijker de in de spot getoonde scènes niet interpreteren als respectloos ten aanzien van mensen. Uit de aard van de reclamespot blijkt immers duidelijk het satirische karakter van de inhoud van de spot. Humor mag natuurlijk nooit als “dekmantel” gebruikt worden om de waardigheid van bepaalde personen aan te tasten. Maar de adverteerder is van mening dat de humor die in deze reclamespot wordt gebruikt, er niet voor zorgt dat de reclamespot in strijd zou zijn met de regels van de reclame-ethiek.
De Jury heeft kennis genomen van de spot in kwestie en van de klachten die daarop betrekking hebben.
Zij heeft er ingevolge het antwoord van de adverteerder nota van genomen dat deze spot deel uitmaakt van een ruimere campagne met verschillende spots die beogen het “first-world” probleem van een gemiddelde twintigjarige, met name het gebrek aan data, op humoristische wijze in beeld te brengen.
De Jury is echter van mening dat in de spot waarop de klachten betrekking hebben wel degelijk de boodschap wordt gebracht dat de afgebeelde man omwille van zijn uiterlijke kenmerken niet aan een ideaalbeeld beantwoordt.
Zij is tevens van mening dat in deze spot een relatie tussen personen in beeld wordt gebracht waarbij de vrouw duidelijk blijk geeft van afwijzing ten aanzien van de man omdat hij niet aan een bepaald klaarblijkelijk te verkiezen beeld beantwoordt en dat in casu derhalve wel degelijk sprake is van een negatieve beeldvorming rond personen die niet aan dit beeld beantwoorden.
Volgens de Jury is dit in casu des te problematischer gelet op het jonge doelpubliek van de spot.
In deze context is de Jury dan ook van oordeel dat de spot in kwestie wel degelijk de menselijke waardigheid aantast en denigrerend is voor een bepaalde groep van personen. Zij benadrukt in dit verband tevens dat, in overeenstemming met de regels op dit punt, het gebruik van humor in geen geval de ethische verantwoordelijkheid van de auteur van de boodschap opheft en dus niet voor gevolg mag hebben dat de reclame strijdig wordt met de regels van de reclame-ethiek.
Gelet op het voorgaande en op basis van artikels 1, alinea 2, 4, alinea 1 en 12 van de Code van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC Code), heeft de Jury de adverteerder derhalve verzocht om de reclame te wijzigen, en bij gebreke daaraan de reclame niet meer te verspreiden.
De adverteerder heeft bevestigd de spot in kwestie niet meer te zullen uitzenden.
Barastraat 175, 1070, Brussel, Belgie.
E-mail: info@jep.be
Tel: +32 2 502 70 70